Belga | Op de helft van alle nieuwbouwgebouwen in Vlaanderen sinds 2014 liggen zonnepanelen. Dat blijkt uit cijfers die CD&V-parlementslid Valerie Taeldeman heeft opgevraagd bij minister van Energie Bart Tommelein.
Sinds 2014 geldt bij de nieuwbouw van woningen, scholen en kantoren de verplichting om een minimumaandeel hernieuwbare energie te voorzien. Dat kan gaan van zonnepanelen, tot het plaatsen van een warmtepomp of zonneboiler.
Sinds 2017 geldt deze eis ook voor alle andere niet-residentiële gebouwen (behalve industrie) en voor ingrijpende energetische renovaties.
Uit cijfers die CD&V-politica Valerie Taeldeman heeft opgevraagd, blijkt nu dat er sindsdien 14.796 EPB-aangiftes, aangiftes voor de energieprestaties van het gebouw, zijn ingediend die onder het toepassingsgebied vallen.
Uit de gegevens blijkt ook dat in 1 op 3 projecten helemaal geen hernieuwbare energie wordt voorzien. Daardoor wordt het e-peil, zeg maar de te behalen energienorm van de woning, wel 10 procent strenger. Wanneer men geen hernieuwbare energie plaatst en die strengere norm ook niet haalt, riskeert men een boete.
Maar verder wordt in bijna de helft van de gevallen (48,4 procent) een zonnepaneleninstallatie geplaatst. In 1 op 5 wordt een warmtepomp gezet en in 1 op 7 gevallen is er sprake van een zonneboiler.
Alles samen leveren die geplaatste installaties jaarlijks 70,5 GWh primaire energie op. Volgens minister Tommelein voldoen de cijfers aan de verwachtingen. “In 2 op de 3 bouwprojecten die onder het toepassingsgebied ressorteren, wordt hernieuwbare energie toegepast. De andere bouwprojecten leveren extra inspanningen op vlak van de globale energieprestatie. Dit is een resultaat dat bij de opstart van de energieprestatieregelgeving bijna niemand mogelijk heeft geacht”, aldus de Open Vld-minister.