De Morgen – Jeroen Van Horenbeek en Tom Christiaens | Kortrijk zoekt gezinnen om aan ‘zonnedelen’ te doen. Vanaf vandaag kunnen gezinnen tussen 25 en 5.000 euro investeren in nieuwe zonnepanelen op gebouwen van de stad. In ruil krijgen ze een rendement tussen 2 en 4 procent. ‘Zo maken we zonnepanelen toegankelijk voor iedereen.’
Concreet wil de stad Kortrijk 700.000 euro ophalen voor de aanleg van nieuwe zonnepanelen bovenop de sportzaal, het regionaal erfgoeddepot, de evenementenhal Depart en de innovatiehub Hangar K. De daken van die vier gebouwen zijn samen goed voor een totale oppervlakte van 10.000 vierkante meter. “Door onze daken ter beschikking te stellen van onze gezinnen, maken we zonnepanelen toegankelijk voor iedereen. Ook voor Kortrijkzanen die bijvoorbeeld in een appartement wonen of niet meteen het geld hebben om een hele installatie te kopen”, zegt bevoegd schepen Arne Vandendriessche (Open Vld).
Zonnedelen moet een veilige investering zijn. “Per jaar mikken we op een rendement tussen 2 en 4 procent van de inleg, naargelang de zon veel of weinig schijnt”, vervolgt Vandendriessche. Na vijftien jaar krijgen gezinnen sowieso hun inleg (tussen 25 en 5.000 euro) terug. Vandendriessche rekent dan ook op veel interesse: “We hopen genoeg geld te verzamelen om de vier daken vol te leggen.” Wie mee ‘zonnedeelt’, zal de productie van ‘zijn’ zonnepaneel online kunnen volgen.
Win-win-win
Vlaams minister van Energie Bart Tommelein (Open Vld) reageert verheugd op het Kortrijkse initiatief. Zonnedelen kan volgens hem een ‘win-win-win’ opleveren: voor de gezinnen, voor lokale besturen én voor het klimaat.
“Ik heb altijd gezegd dat de sleutel voor de energieomslag ligt bij participatie. Overheden hebben daarin een voorbeeldrol te vervullen”, benadrukt Tommelein. Als Vlaanderen zijn klimaatdoelen tegen 2020 wil halen, moeten er nog 6 miljoen zonnepanelen bijkomen. Terwijl veel gezinnen al zonnepanelen hebben, hinken de gemeenten achterop. Nochtans bezitten ze veel gebouwen en gronden.
“Het kwartje is intussen wel gevallen”, zegt Nathalie Debast van de VVSG, de koepel van steden en gemeenten. “De meeste lokale besturen willen meer zonnepanelen installeren. Op eigen houtje of met behulp van de inwoners.”
Debast verwijst naar Kuurne. Daar kunnen burgers, verenigingen en bedrijven sinds kort aandelen kopen van zonne-installaties van de gemeente. In Genk wil het stadsbestuur dit jaar nog een proefproject starten rond zonnedelen. Er wordt tegelijk nagedacht over ‘winddelen’: de gezamenlijke bouw van windmolens.
Geen mirakels
“Zonnedelen is een stap in de goede richting, maar verwacht nu ook geen mirakels”, analyseert Alex Polfliet van consultancybureau Zero Emission Solutions. “Steden en gemeenten hebben veel grote daken. Maar die zijn niet allemaal even geschikt voor zonnepanelen. Het meeste rendement haal je als de opgewekte stroom meteen verbruikt wordt in het gebouw zelf. Een dak van een gemeentehuis, woon-zorgcentrum of zwembad is dus ideaal. Bij een sporthal, die vaak alleen ’s avonds geopend wordt, is een mooi rendement halen moeilijker.”
Tommelein hoopt zonnedelen nog aantrekkelijker te maken door gezinnen straks de keuze te geven: een financieel rendement of een rechtstreekse korting op hun stroomfactuur, alsof de zonnepanelen op hun eigen dak liggen. Maar hiervoor moet hij nog een reeks praktische en juridische obstakels wegwerken.