De Standaard – Marjan Justaert Foto Fred Debrock Ι Een stabiele, eendrachtige Open VLD, dat is wat hij wil. ‘Quick’ die de rustige vastheid predikt, wat krijgen we nu? Vincent Van Quickenborne (42) lacht. Zijn wilde haren is hij kwijt – ‘ik word straks vader, hé’ – maar dat geldt niet voor zijn radde tong. ‘Opendebatcultuur, allemaal goed en wel, maar wel bínnen de partij.’
Straks zakt hij af naar Brussel, waar de voorzittersverkiezing officieel wordt afgetrapt. Gwendolyn Rutten is de enige kandidate om zichzelf op te volgen. Maandenlang werd Vincent Van Quickenborne (Open VLD) getipt als potentiële uitdager – een Kortrijkzaan met het juiste kaliber, een stormram in plaats van een stamboekliberaal.
‘Mocht het niet tegen Rutten zijn geweest, hij zou het overwogen hebben’, hoor je in de liberale wandelgangen. Van Quickenborne: (blazend) ‘Maar nee, ik heb daar geen seconde over getwijfeld. Eén: ik geloof in Gwendolyn en in haar potentieel om de partij nog groter, slimmer en sterker te maken. En twee: ik heb in 2012 beloofd dat ik zes jaar burgemeester zou blijven. En in mijn ogen is het burgemeesterschap níét te combineren met het partijvoorzitterschap. Trouwens, in mei word ik voor de eerste keer vader.’
Aha, is het grapje dat u niet mocht meedoen van uw echtgenote dan toch waar?
(lacht) ‘Nee nee, thuis spreken wij niet zoveel over politiek. Maar goed, de tijdsbesteding is natuurlijk af en toe wel een issue, en had ik partijvoorzitter willen worden, was dat nog meer het geval geweest.’
‘Ik wil ook een beetje een nieuwe man zijn. De afspraak met Anouk is dat ik ons kindje naar de crèche breng, en begin mei – wanneer de bevalling voorzien is – heb ik mijn agenda vrijgehouden. De Kortrijkzanen weten dat ze mij een tijdje minder zullen zien, ze zullen mij dat wel vergeven.’
Vindt u het niet jammer dat er geen tegenkandidaat is?
‘Het bewijst dat er veel eensgezindheid is in de partij. Momenteel leeft er geen fundamenteel debat over de koers die we moeten varen.’
Uw poulain, Arne Vandendriessche, liet nochtans wel een kritisch geluid horen. Uiteindelijk zag hij af van een kandidatuur.
‘Kijk, ik herken mij wel in Arne, al is hij natuurlijk een pak jonger dan ik. Hij is een groot talent, een selfmade politicus die zijn mening durft te geven. Goed zo. Maar of hij nu voorzitter wil worden of niet, he is his own man. Hij hoeft aan mij geen toelating te vragen en heeft dat ook niet gedaan.’
Bent u het inhoudelijk eens met zijn kritiek op het asielstandpunt van Rutten?
‘Als het over de vluchtelingenproblematiek gaat, is Arne nogal een fan van “ Wir schaffen das”. Ik vind dat naïef en heb hem dat ook gezegd. De realiteit heeft Arne intussen ingehaald.’
‘Na zijn openlijke kritiek op de partij heeft hij een heel goed gesprek gehad met Gwendolyn. Toen hij buitenkwam, gaf hij toe dat ze toch wel een plan heeft. Ik heb hem toen geantwoord: “Als je gelooft in dat plan, moet je ook geen kandidaat zijn.” Voilà.’
Ook Noël Slangen hekelt het gebrek aan intern debat.
(korzelig) ‘Luister eens, er is wel degelijk gedebatteerd over de vluchtelingencrisis op het wekelijkse partijbureau. Ettelijke vergaderingen hebben we eraan gewijd en iedereen heeft zijn mening kunnen geven. Vervolgens hebben we ons standpunt afgeklopt, zoals het hoort. Noël is geen lid van het nationaal partijbestuur, anders zou hij beter weten. Je moet de debatten voeren waar ze gevoerd moeten worden, en dat is niet op de markt.’
Elke maandag miserie
Wat vond u zelf van die volgens Slangen ‘onliberaal populistische’ uitspraken van de burgemeester van Koksijde, Marc Vanden Bussche?
‘Ik ken Marc al heel lang, iemand die rechttoe rechtaan is en de dingen op scherp stelt. Het is gemakkelijk om vanuit Brussel te orakelen wat er moet gebeuren, maar als je met je twee voeten in de realiteit staat, ervaar je dat anders. Een burgemeester moet in de eerste plaats de openbare orde garanderen en dan moet je soms snel beslissen. Ik ben er zeker van dat Marc nooit hele groepen heeft willen kwetsen of stigmatiseren. Hij is een liberaal, punt.’
Dus zijn voorstel om een algemeen zwemverbod in te voeren voor asielzoekers was een slip of the tongue. Meent u dat?
‘In het heetst van de strijd zeggen mensen soms bepaalde dingen die niet zo bedoeld zijn. Het ís ook niet gemakkelijk. Collectieve opvang leidt tot meer spanningen dan de LOI’s (lokale opvanginitiatieven, red.) die wij hier in Kortrijk hebben. En al diegenen die kritiek hebben, zoals Noël, zou ik zeggen: “Word eerst maar eens burgemeester. Voer een beleid uit en dan zal je rap weten hoe laat het is.” Als burgemeester word je vanzelf pragmatischer.’
Voor Slangen bent u kritischer dan voor Vandendriessche.
‘Van iemand met zijn traject verwacht je toch een andere houding. Toen hij naast een ministerspost had gegrepen in de Vlaamse regering, smeerde hij ook alles open en bloot uit in de kranten. Ik vind dat niet de juiste methode.’
‘Er mag gediscussieerd worden, maar wel binnenskamers. We mogen echt niet terug naar de tijd dat Verhofstadt en De Gucht vechtend over straat rolden. Ik wil niet aan zelfkastijding doen, dus zal ik u geen bloemlezing geven van alle ruzies zoveel jaar geleden. Maandag na maandag was het miserie! Opendebatcultuur, allemaal goed en wel, maar wel bínnen de partij. Wat de mensen interesseert, is alleen waar de partij voor staat. En dat is bij ons heel duidelijk.’
Vat het eens in één zin samen.
‘In deze Trump-times, waarin een maatschappelijk populistische reflex hoogtij viert, is een partij nodig die tegen de stroom ingaat. Geen enkele andere partij komt op voor de vrije keuze van het vrije individu en voor de nieuwe economie zoals wij dat doen.’
Slaat die boodschap wel aan? In onze jongste peiling zakt Open VLD naar 14,1 procent.
‘De regering is nog maar anderhalf jaar bezig, over de resultaten van die peiling maak ik mij niet te veel zorgen. De daling zit binnen de foutenmarge en bovendien zijn wij een partij van campagnebeesten. Wij scoren altijd beter op de dag van de verkiezingen. ‘
‘Het enige wat ik afleid, is dat één partij een zwaar, significant verlies moet incasseren: de N-VA. Het verwondert mij niet, omdat ze aan de Belgische ziekte lijdt: te veel uitgeven, geld uitgeven dat je niet hebt. De veiligheid bewaakt ze goed, maar op het vlak van budgettaire orthodoxie is er een delivery gap. En dat stelt mij teleur. Dat je met socialisten moeilijk kunt besparen, weten we allemaal. Maar de N-VA zou moeten vooroplopen in het besparen en hervormen!’
This is just the beginning
Helaas komen de kiezers die weglopen van de N-VA niet naar Open VLD.
(ferm) ‘Ik wil nu toch eens de mythe uit de wereld helpen dat de N-VA en Open VLD inwisselbare partijen zijn. De N-VA is een conservatieve partij, wij zijn een vrijheidspartij. Ons kiespubliek is ook fundamenteel anders: wij zijn een vrouwvriendelijke partij, terwijl de N-VA vandaag dé machopartij is. Wij appelleren ook meer aan jonge mensen, wij willen kiezers die geloven in vrijheid en vooruitgang.’
‘Ons verhaal van hoop, vooruitgang en goesting moeten we met het nieuwe voorzitterschap van Gwendolyn nog aanscherpen. De lading is goed, onze waarden zijn duidelijk, maar er moet een nieuwe vlag komen. We moeten nóg assertiever ons beleid verdedigen.’
Tiens, dat hebben we onlangs nog gehoord: ook CD&V-voorzitter Wouter Beke zei hetzelfde bij zijn herverkiezing.
‘Helemaal niet. Ik vind het not done om zoals Beke je eigen regering aan te vallen. Wij moeten, naast de regering, als partij ons smoel behouden, aanscherpen en uitdragen. We moeten hervormingen doorvoeren en erover communiceren. We moeten, kortom, allemaal een beetje meer Tommelein zijn.’
Hoe bedoelt u?
‘Wel, ik vind Bart Tommelein dé verrassing van deze federale regering. Ik herken mij perfect in wat hij doet, ik ben ook nog staatssecretaris geweest met relatief weinig bevoegdheden. Tommelein is het type dat concrete veranderingen teweegbrengt op het terrein.’
‘Zijn voorganger, John Crombez (SP.A), heeft ze in gang gezet, maar Bart doet het. Hij heeft 30 miljoen euro méér opgehaald in de strijd tegen sociale fraude. Hij is ook de man die in drie maanden tijd 10.000 flexi-jobs heeft gecreëerd in de horeca. Op dat elan moeten we voortgaan, het hervormingstempo moet naar omhoog. Met de vakbonden als het kan, zonder als het moet.’
CD&V zal het graag horen.
‘O, maar we hebben genoeg beslissingen genomen zonder de sociale partners, maar met CD&V. Denk aan de indexsprong en de pensioenleeftijd op 67 jaar. Het tempo moet gewoon omhoog, punt. Het moet grondiger en kordater. Nu de voet van het gaspedaal halen, is nefast voor de regering.’
Gebeurt dat nu?
‘Dat zullen we zien tijdens de begrotingsonderhandelingen. De regering mag zeker niet beginnen uitbollen. Als ze begint te twijfelen en te morrelen in de marge, dan is het verloren. Daar heb ik schrik voor als ik Wouter Beke hoor zeggen dat de grootste hervormingen achter de rug zijn. Onzin! This is just the beginning.’
Via Annemie
Iets helemaal anders. Hebt u al beslist wat u in 2018 doet: gaat u voor een tweede termijn in Kortrijk, of wordt het Brussel?
‘Ik ben er nog niet uit. Ik heb al zoveel geluk gehad, zoveel kansen gekregen: ik ben een godenkind. Veel zal afhangen van wat de partij in petto heeft. Hoe dan ook wordt het een moeilijke keuze, want ik doe dit erg graag.’
Is de partij klaar voor 2018?
‘We zijn volop bezig. Voor mijn stad was het drieënhalf jaar geleden een grote verrassing dat er een liberaal in het stadhuis kwam, de uitdaging is om in 2018 meer van dat soort “Kortrijkse verrassingen” te hebben. Ook in Oostende en Gent moeten we de sjerp kunnen veroveren. Bart Tommelein heeft het potentieel, net zoals Mathias De Clercq in Gent. In de centrumsteden moeten we van twee naar vier burgemeesters gaan.’
Ambitieus.
Wat met Antwerpen?
‘Dat is momenteel een erg verdeelde stad. De uitslag in 2018 zal veel bepalen voor de verkiezingen van 2019. Ik ga niet zeggen dat we daar de sjerp moeten veroveren, maar we moeten wel vier, vijf zetels halen. Wie tevreden is met twee zetels in Antwerpen, die vergist zich schromelijk.’
Opnieuw met Annemie Turtelboom als lijsttrekker?
‘Natuurlijk. Annemie is onze vrouw in Antwerpen.’ Ze heeft wel een enorme duik gemaakt in de pop-polls, met ‘dank’ aan de Turteltaks.
‘We moeten daar niet flauw over doen: aangenaam is anders. Die energieheffing is voor ons een moeilijk dossier, maar we hadden geen keuze. Politici moeten soms aartsmoeilijke beslissingen nemen. Herinner u Bruno Tobback (SP.A) die ooit zei: “Ik weet wat ik moet doen om de problemen op te lossen, maar als ik het doe, raak ik niet meer herverkozen.” Wel, wij doen het. That’s politics.’