Dit is opnieuw een mokerslag voor Brugge en Vlaanderen. Vlaams minister Philippe Muyters boekt in geen enkel dossier vooruitgang. Een Minister van Sport moet als een rode Duivel zijn: daadkrachtig, efficiënt en het verschil willen maken. Muyters stond erbij en keek ernaar,” stelt Vlaams Volksvertegenwoordiger Mercedes Van Volcem (Open Vld). De Raad van State heeft het deelgebied van het Gewestelijk Ruimtelijke Uitvoeringsplan (GRUP), immers vernietigd omdat het ruimtelijk uitvoeringsplan niet genoeg motiveerde waarom de keuze voor Chartreuse de beste optie was.
Mercedes Van Volcem: “De vernietiging van dit belangrijk deel van het GRUP is nefast voor Brugge. Deze beslissing legt een zware hypotheek op de economische groei in de stad. De Vlaamse regering heeft nog maar eens bewezen dat ze stil staat. ” De liberale politica uit Brugge wijst ook op de negatieve gevolgen voor de werkgelegenheid in haar stad. Voor haar is het duidelijk: “Er wordt geen werk gemaakt van werk. Het Brugge van Renaat Landuyt gaat duidelijk achteruit. De realisatie van80 hectare bedrijventerreinen en het stadion komt tot stilstand.”
Maar de vernietiging van het GRUP is een even nefast voor voetbalploeg Club Brugge. “Muyters heeft niets gedaan om dit belangrijke uitvoeringsplan te motiveren. Voor een topploeg als Club Brugge is dit een ramp. Dat net de minister van Sport hier geen actie heeft ondernomen is schrijnend. Was Muyters maar een Rode Duivel, dan zou hij tenminste blijk gegeven hebben van daadkracht, efficiëntie en een winnaarsmentaliteit om zaken te realiseren.” aldus Van Volcem.
Liberaal fractievoorzitter Bart Tommelein is het volledig eens met zijn partijgenote. “De Vlaamse regering en minister Muyters hebben van het stadiondossier en het ruimtelijk uitvoeringsplan in Brugge een potje gemaakt. Een minister die tegelijk bevoegd is voor sport, werk en ruimtelijk ordening zou hier een prioriteit van moeten maken. Niets is minder waar. Er is in al die jaren geen enkele vooruitgang geboekt. Dit past jammer genoeg in de algemene lijn van Peeters II. Die heeft immers geen enkele groot investeringsdossier tot een goed einde kunnen brengen.”