De Morgen – Ann De Boeck & Jeroen Van Horenbeek | Onderzoekers hebben voor het eerst potentiële locaties voor warmtenetten in kaart gebracht. Dat moet bedrijven aanmoedigen om warmte te recycleren. ‘Warmtenetten zijn de oplossing tegen verspilling’, zegt Vlaams energieminister Bart Tommelein (Open Vld).
Een warmtenet bestaat uit ondergrondse buizen die vooral ‘overschotten’ warmte van verbrandingsovens en bedrijven transporteren naar andere locaties in de buurt. Scholen, zwembaden of bedrijven kunnen zich aansluiten op dat net en krijgen zo warmte aangeleverd die anders verloren zou gaan. In de Zweedse hoofdstad Stockholm zijn bijna alle woningen al aangesloten op een warmtenet.
Voor het eerst bestaat er nu een warmtekaart van Vlaanderen. In opdracht van het Vlaams Energieagentschap (VEA) bracht het technologisch onderzoekscentrum VITO de plaatsen in kaart die een hoog potentieel hebben voor warmtenetten. Vooral de industriegebieden rond Antwerpen en Gent kleuren rood, dus daar kan veel warmte gerecupereerd worden.
Warmte recycleren is de toekomst, zegt Vlaams minister van Energie Tommelein: “Om de Europese klimaatdoelstellingen 2020 te halen, moet Vlaanderen een derde van de doelstelling hernieuwbare energie met groene warmte invullen. De warmtekaart kan lokale beleidsmakers en initiatiefnemers aanmoedigen om energieverspilling te beperken.”
Hoewel warmtenetten al een tijdje bestaan, hinkt Vlaanderen achterop tegenover de rest van Europa. Dat komt omdat er tot nu toe geen juridisch kader bestond. Daarom heeft de Vlaamse regering nu zo’n kader vastgelegd. “Zo krijgt de prille markt van warmte-energie duidelijke regels, met zo weinig mogelijk administratieve lasten”, zegt Tommelein.
Daarnaast is de achterstand te wijten aan het sterk uitgebouwde aardgasnet in Vlaanderen. Na de oliecrisis lag er vanaf de jaren 70 een sterke nadruk op aardgas voor verwarming. Vanaf 2015 werd dat in een verplichting gegoten: minstens 95 procent van de huizen moet zich kunnen aansluiten op een aardgasleiding.
Die verplichting wordt nu geschrapt omdat ze niet kostenefficiënt zou zijn en te weinig rekening houdt met duurzame alternatieven.