Vanaf 1 januari 2019 zal Vlaanderen zelf instaan voor de inning van de belasting op kansspelen en speeltoestellen. Vandaag gebeurt dit nog door de Federale Overheidsdienst Financiën. De Vlaamse Regering heeft beslist om een opzeggingsbrief te sturen, waardoor de federale inning over een jaar wordt stopgezet. ‘Het innen van de belasting op kansspelen en speeltoestellen vormt het sluitstuk van de Vlaamse fiscale autonomie. Vanaf 2019 zal Vlaanderen al zijn belastingen zelf innen’, aldus Bart Tommelein.
De Vlaamse fiscale autonomie werd stelselmatig uitgebreid tijdens de opeenvolgende staatshervormingen en de inning van die belastingen werd sindsdien stapsgewijs overgenomen. Sinds 1999 int Vlaanderen zelf de onroerende voorheffing, de verkeersbelasting volgde in 2011. In 2015 was het de beurt aan de registratie- en successierechten. Op het einde van deze legislatuur, in 2019, volgt de belasting op kansspelen. Die laatste groep belastingen is goed voor zo’n 60 miljoen euro aan opbrengsten.
Digitalisering voor efficiënte inning
De federale ambtenaren die op dit moment verantwoordelijk zijn voor de inning, zullen mee verhuizen naar de Vlaamse Belastingdienst. Vlaanderen zet zwaar in op informatisering, en zal onder meer via digitale aangiftes de efficiëntie van de inning verhogen. De controle zal gebeuren in nauwe samenwerking met de Kansspelcommissie, om na te gaan of de aanbieders zowel de kansspelwet als de fiscale wetgeving naleven.
Vlaams minister van Financiën en Begroting, Bart Tommelein: ‘Door de Vlaamse belasting zelf te innen, zijn we voor de inkomsten niet afhankelijk van een ander bestuursniveau. Ook voor de burger is het duidelijker als de regelgeving én de inning bij de Vlaamse belastingdienst zit. In één legislatuur doen we een enorme inspanning door zowel de successie- en registratierechten, als de belasting op kansspelen en speeltoestellen over te nemen. Samen zijn ze goed voor 4 miljard aan eigen inkomsten.’