Met crowdcontrol en een dynamisch mobiliteitsplan probeert Oostende de massale toestroom van toeristen in goede banen te leiden. Daarvoor wordt de festivalervaring van Tomorrowland in de strijd gegooid.
‘ Het is niet de bedoeling mensen te weren, ze moeten vooral gespreid worden’, zegt Bregt Vermeulen, de directeur stadsmarketing en -communicatie. Hij oogt ontspannen. Het zijn nochtans hectische tijden in de koningin der badsteden. Het is intussen de vijfde hittegolfdag. Oostende doet er alles aan om de duizenden toeristen te spreiden over de kilometerslange stranden en de stad, zodat nieuwe coronahaarden vermeden kunnen worden.
Dat is allesbehalve vanzelfsprekend. Eind vorige maand brak even paniek uit aan het station van Oostende omdat te veel toeristen tegelijk de trein naar het binnenland wilden nemen. Bart Tommelein (Open VLD), de burgemeester van Oostende, riep toen al op geen extra treinen meer in te zetten naar kust. Pas deze week kreeg hij gehoor. Zijn hoop is dat er daardoor minder badgasten op piekmomenten komen. Dagjestoeristen, logies, tweedeverblijvers en de lokale bevolking troepen op warme zomerdagen samen op de stranden en in de restaurants en cafés in het centrum van Oostende. Met een oppervlakte van 500 op 800 meter is dat een zandkorrel groot.
Om de toeristen voldoende te spreiden over de stad en flessenhalzen te vermijden, nam Oostende twee gespecialiseerde Vlaamse bedrijven in de arm. Scelta Mobility uit Gent is beslagen in het uitwerken van een dynamisch mobiliteitsplan. Het doet dat onder meer voor de start van de Ronde van Vlaanderen in Antwerpen. ‘Daarbij matchen we de verwachte toeloop van kijkers met de beschikbare infrastructuur’, zegt Bart Busschaert van Scelta.
Het Antwerpse To B-Seen heeft dan weer ervaring met crowdcontrol, het sturen van grote menigtes, onder andere voor festivals als Tomorrowland en De Warmste Week. De bedrijven besloten in april hun krachten te bundelen in een consortium en hun ervaring in de eventsector – die op apegapen ligt – in deze coronatijden ook in Oostende in te zetten. ‘Je kan in een stad, waar de grens tussen mobiliteit en crowdcontrol flou is, niets oplossen zonder beide te combineren’, zegt Busschaert.
Op zijn beurt trommelde Oostende een legertje van 100 man op, bestaande uit jobstudenten, vrijwilligers en mensen uit sociale tewerkstelling, om alles in goede banen te leiden. Dat zomerteam wordt ingezet op meerdere locaties. Een welkomstteam staat opgesteld aan het station om de toeristen de meest ideale route naar het strand aan te raden. Op invalswegen naar de Kapellestraat, de belangrijkste winkelstraat van de stad, leiden medewerkers toeristen om, tekenen ze voor de controle van de enkele richting bij grote drukte en wijzen ze mensen erop hun mondmasker te dragen. Ook de crisiscel van de politie werkt mee.
Om overdreven drukte op de stranden te vermijden, zette de stad een aanmeldingssysteem op poten. Toeristen kunnen via dat systeem hun plaatsje reserveren op een van de populaire stranden van de stad. Voor de badgasten het strand mogen betreden, scannen medewerkers de QR-code die ze bij hun reservatie hebben ontvangen.
Via dat systeem kan het aantal strandgangers geteld worden om te vermijden dat de stranden overbevolkt raken. Op elk van de zones staat een maximumcapaciteit, berekend bij hoogtij. Als een van die stranden volzet is, sturen de medewerkers mensen naar andere stranden, zoals dat van Mariakerke, Raversijde of Oosteroever. ‘Er is heel veel strand, alleen wil iedereen op die drie stranden’, zegt Busschaert.
De spreiding van de bezoekers begint aan de poorten van de stad. Borden op de snelweg leiden mensen af naar parkings buiten het centrum. Het controlecentrum kan bijhouden hoeveel bezoekers met de wagen komen en hoeveel strandgangers op de trein zitten. Camera’s en mobiele gegevens geven een idee van de drukte in de verschillende wijken en het aanmeldingssysteem geeft de bezetting op het strand aan. Wordt het ergens te druk, dan sturen de signalisatieborden en de medewerkers van het zomerteam mensen naar een alternatieve route. ‘Het is een samenspel van infrastructuur, signalisatie, monitoring en constante bijsturing’, zegt Busschaert.
Het aanmeldingssysteem en de spreiding van toeristen is intussen ingeburgerd. Nochtans werd Tommelein in april nog weggehoond toen hij opperde dat hij met een strandpas zou werken.
‘Het systeem werkt prima’, zegt Jonathan Meseure, een verhuurder van gocarts. ‘We merken geen verschil met andere jaren, het is even druk en de zaken gaan goed. Alleen de mondmaskerplicht kan beter gecontroleerd worden.’ Volgens Vermeulen zijn er nog weinig klachten.