Volgens het novemberrapport van het ambtelijk monitoringcomité, zal het tekort op de Vlaamse begroting in 2016 bijna 100 miljoen kleiner zijn dan voorzien bij de begrotingsaanpassing. Het gaat over een tekort van 365,5 miljoen of dus minder dan 0,1% van het BBP. Minister van Financiën en Begroting Bart Tommelein is blij dat de cijfers in gunstige zin evolueren, maar wil geen overhaaste conclusies trekken. ‘Er zijn nog veel onbekende factoren die het resultaat kunnen beïnvloeden. Eén ding is zeker, tot nu toe lijken onze ramingen vrij correct.’
Het ambtelijk monitoringcomité geeft in haar novemberrapport aan dat ze voor 2016 een tekort op de Vlaamse begroting verwacht van 365,5 miljoen euro, dus minder dan 0,1% van het BBP. Het tekort is bijna 100 miljoen kleiner dan voorzien bij de begrotingsaanpassing 2016. Toen werd uitgegaan van een tekort van 464,6 miljoen euro.
In oktober schatte het monitoringcomité het tekort nog op -637,5 miljoen. Toen waarschuwde minister van Financiën en Begroting Bart Tommelein dat het om een eerste voorlopige raming ging die klassiek erg voorzichtig is. Dat bleek terecht. De raming in november toont een tekort dat 272 miljoen euro kleiner is dan in de raming van oktober. Het betere resultaat komt voornamelijk door een bijstelling van de verwachte uitgaven voor de dienstencheques, op basis van nieuwe informatie en de recentste data. Verder is de verbetering te wijten aan een vertraging in de betaalkalender van de diensten met autonoom beheer en aan de vertraging in de bouw van twee ziekenhuizen. ‘Dergelijke technische vertragingen zijn niet ongewoon bij dergelijke grote bouwwerken’, aldus Bart Tommelein.
‘Ik ben blij dat de cijfers in gunstige zin evolueren, maar we trekken best geen overhaaste conclusies. Er zijn nog steeds onbekende factoren die het resultaat zowel in positieve als in negatieve zin kunnen beïnvloeden. De cijfers tonen wel aan dat onze ramingen tot nu toe vrij correct zijn. De afwijking op de ontvangsten en de uitgaven blijven momenteel beperkt tot respectievelijk 0,3% en 0,2% tegenover de begrotingsaanpassing’ besluit de minister.