Het College van Burgemeester en Schepenen heeft vandaag de aanpassing van het meerjarenplan goedgekeurd. Het was geen makkelijke oefening na opnieuw een COVID-jaar en enkele tegenvallers zoals extra uitgaven voor bouwmaterialen, duurdere energieprijzen en minder dividenden van Fluvius. Door het volledige budget goed tegen het licht te houden, kon er toch geld worden vrijgemaakt om het klimaatplan uit te voeren, te investeren in de Amandine en de Mercator en om in 2024 het Ensorjaar in de kijker te zetten. Op 25 oktober wordt deze aanpassing van het meerjarenplan besproken en gestemd door de gemeenteraad.
Het College van Burgemeester en Schepenen heeft vandaag de aanpassing van het meerjarenplan goedgekeurd. Het budgettair beschikbaar resultaat is zoals het hoort elk jaar positief en klokt in 2025 af op 5,3 miljoen euro. De autofinancieringsmarge is vanaf 2023 positief en eindigt op 6,5 miljoen euro. Er worden geen bijkomende leningen opgenomen bij de banken. Op 25 oktober wordt deze aanpassing van het meerjarenplan besproken en wordt erover gestemd op de gemeenteraad.
De aanpassing was opnieuw een stevige oefening. Nadat COVID-19 het meerjarenplan eerder al grondig door elkaar schudde, zorgden ook de naweeën nog voor extra kopzorgen. De inkomsten uit verschillende belastingen vielen lager uit. Heel wat bouwmaterialen zijn een pak duurder geworden, net als de energiekosten. De verlaging van de dividenden van Fluvius was ook een serieuze tegenvaller.
De meest opvallende aanpassingen kaderen in de uitvoering van het klimaatplan ‘Leefbaar Oostende’. Met dit plan wil Oostende een klimaatneutrale stad zijn tegen 2050 en tegen 2030 al zoveel mogelijk concrete resultaten behalen.
Inkomsten: daling door lagere dividenden
De financiële opbrengsten van de stad kennen een sterke daling door lagere dividenden van netbeheerder Fluvius. De Vlaamse Overheid zal deze minderinkomsten wel gedeeltelijk opvangen met een tijdelijke en afbouwende werkingssubsidie.
Aan de belastingen wordt niet geraakt, alle tarieven blijven gelijk. De inkomsten van de onroerende voorheffing en personenbelasting worden in 2021 nog lager ingeschat door de corona-impact. Maar daarna verwacht Stad Oostende op basis van het verleden (voor corona) dat de inkomsten opnieuw zullen stijgen, ook rekening houdend met de vele bouwprojecten in de Stad aan Zee.
Stad Oostende pakt leegstand prioritair aan. Dat blijkt ook duidelijk uit de hoge ontvangsten van de belasting op leegstand, verwaarlozing, verkrotting en onbewoonbaarheid. Belastingen die de stad de laatste twee jaar actief heeft geïnd. Dit bedrag (2,5 miljoen euro) wordt doorgetrokken naar de volgende jaren in het meerjarenplan.
De ontvangsten uit verschillende belastingen (verblijfsbelasting, terrastaksen, de belasting op verspreiding van kosteloos reclamedrukwerk…) worden als gevolg van de coronacrisis in 2021 lager geraamd dan initieel voorzien (respectievelijk 200.000 euro, 111.000 euro en 200.000 euro). De inkomst van de terrasbelasting wordt de volgende jaren 92.000 euro hoger ingeschat aangezien Stad Oostende vanaf volgend jaar uitgebreide terrassen permanent mogelijk zal maken. De ontvangsten uit gasboetes werden verlaagd tot 1,9 miljoen euro in 2021 door de impact van de coronacrisis in de eerste jaarhelft en omdat het momenteel nog niet mogelijk is om kleine verkeersovertredingen in zone 30 en zone 50 via gasboetes te innen.
Wanneer het nieuwe containerpark opent in het voorjaar, valt de beperking van maximaal 12 beurten weg. De fracties steenpuin en grof vuil zullen vanaf dat moment betalend zijn, aangezien de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) dit verplicht.
Uitgaven: klimaatplan, Ensorjaar, ICT, rollend materieel
De uitgaven van Stad Oostende stijgen de volgende jaren met zo’n 3 miljoen euro voor de uitvoering van het Klimaatplan. Het Energiehuis zal met die middelen zijn regisseursrol opnemen en samen met de klimaatmanager het klimaatplan verder vorm geven en uitvoeren.
De uitgaven stijgen ook door de leasingschuld voor het nieuwe zwembad en andere nieuwe investeringen door Farys. Deze investeringsuitgaven moesten na advies van de toezichthouder Agentschap Binnenlands Bestuur op die manier ingeboekt worden in het meerjarenplan.
Er worden geen grote nieuwe projecten voorzien op vlak van wegen en gebouwen, maar de toegenomen kostprijs van bouwmaterialen zorgt ervoor dat de budgetten voor heel wat projecten opgetrokken moeten worden. Denk maar aan het renoveren van stadsgebouwen, aanleggen van wegen, raamcontracten voor rollend materieel (vb. vrachtwagens), enzovoort. Daarnaast moeten we ook nog rekening houden met hogere energieprijzen.
Stad Oostende voorziet de volgende jaren ook extra uitgaven (600.000 euro) voor het Ensorjaar in 2024. De stad wil het internationale belang van de Oostendse topschilder James Ensor beklemtonen met een verhoogde enblijvende aanwezigheid in Oostende. Dit hoogstaand kwalitatief project, voornamelijk buiten de klassieke topmaanden, zal de stad cultureel, toeristisch en economisch ondersteunen.
Verder werd er extra budget voorzien voor ICT-investeringen en investeringen in rollend materieel dat dringend aan vervanging toe is. Ook de volledige renovatie van de Amandine en een belangrijke herstelling aan de Mercator staan op de planning.
Schuld: geen extra leningen voor eigen financieringen
In deze aanpassing van het meerjarenplan worden geen extra leningen voorzien om de eigen investeringen te financieren. Alles wordt binnen het bestaand leningenkader gerealiseerd. Er is wel een toename van de leasingschulden door de oplevering van het nieuwe Zwembad Brigitte Becue. Ook de toegestane leningen worden verhoogd met 1,6 miljoen euro in 2021 ten gunste van AGSO.