Bij de opening van het nieuwe recyclagepark in het voorjaar, valt de beperking van maximaal 12 beurten per inwoner weg en zullen steenpuin en grof vuil niet meer gratis aangeboden kunnen worden. Stad Oostende stelt ze zich zo in regel met de verplichting van Vlaanderen om dit afval betalend te maken. Tegelijk maakt de stad aan zee komaf met het afvaltoerisme uit omliggende gemeente. Tot nu toe draaide de Oostendse belastingbetaler daarvoor op. Vanaf nu geldt het principe ‘de vervuiler betaalt’.
Bij de opmaak van het meerjarenplan eind 2019, besliste het Oostendse stadsbestuur reeds om nog maximaal 12 gratis beurten per jaar per inwoner toe te laten in haar recyclagepark. Het doel was om tegen te gaan dat mensen veel te vaak met afval kwamen of dat mensen uit buurgemeenten op die manier gratis hun afval naar Oostende brachten.
De verwerking van het afval dat naar een recyclagepark gebracht wordt, kost immers veel geld. Het is de Oostendse belastingbetaler die daarvoor opdraait. Bovendien verplicht OVAM (Openbare Vlaamse Afvalstoffen Maatschappij) steden en gemeenten om steenpuin en grof vuil betalend te maken. Steden en gemeenten die zich daaraan houden, kunnen ook nog eens rekenen op subsidies van OVAM.
Stad Oostende besliste daarom om het anders aan te pakken vanaf de opening van het nieuwe recyclagepark in het voorjaar van 2022: de beperking van 12 beurten valt weg en er moet betaald worden voor steenpuin en grof vuil. Steenpuin kost dan 0,03 euro per kilo, grofvuil 0,15 euro. Alle andere fracties blijven gratis.
“Onze stad betaalt vandaag meer dan 4 miljoen euro om haar afval te laten verwerken. Het kan niet de bedoeling zijn dat alleen de Oostendenaar opdraait voor enkelingen die grote hoeveelheden steenpuin aanleveren zonder daarvoor te betalen. We kiezen dus voor een eerlijk systeem waarbij de vervuiler betaalt. De beperking van 12 beurten per jaar per inwoner valt dan ook meteen weg” aldus burgemeester Bart Tommelein.