Na bijna vier jaar intensief onderhandelen is de Stad Oostende er, samen met Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV) en de nv Restotel, in geslaagd om het iconische Thermae Palace Hotel en de Koninklijke Gaanderijen van de ondergang te redden. Er zal alles samen zo’n 134 miljoen euro worden geïnvesteerd. Meer dan de helft daarvan zijn private middelen. De partners verwachten de samenwerkingsovereenkomst tegen het einde van het jaar formeel te kunnen ondertekenen, na goedkeuring van de betrokken beslissingsorganen.
Het Thermae Palace Complex is vandaag in barslechte staat. Niet alleen doet het pijn aan de ogen om dit unieke gebouw letterlijk te zien afbrokkelen en afbladderen, ook structureel zijn er heel wat problemen van het dak, over de gevels, tot zelfs in de funderingen. De Gaanderijen worden zelfs al meer dan 6 jaar gestut. Nog langer wachten om iets te ondernemen is echt geen optie.
Consortium met diverse partners
De restauratie wordt vandaag geraamd op 94 miljoen euro. Een smak geld die niet alleen door de overheid kan worden opgehoest. De ruim 12 miljoen die door de Vlaamse Regering al zijn toegezegd zijn erg welkom. Maar het mag duidelijk zijn dat die ontoereikend zijn. Daarom heeft de stad Oostende een sterk consortium gevormd met PMV en de huidige huurder, de nv Restotel van de familie Vanmoerkerke, die samen één doel voor hebben: Red Thermae Palace.
Nieuw verhaal voor Thermae Complex
Een grondige restauratie van het complex volstaat niet. Ook een duurzame invulling van het complex na de restauratie is absoluut nodig om de instandhouding van het monument te verzekeren. Vandaag wordt slechts 30% van het complex gebruikt. De rest staat al jaren leeg te verkommeren. Daarom ligt nu een plan op tafel waarmee het volledige complex een invulling krijgt, én het monument tegelijk nog veel meer wordt ontsloten voor het brede publiek.
Het Thermae Palace zal ook na de renovatie een kwaliteitsvol hotel huisvesten met 90 tot 125 kamers waarvan minstens de helft met zeezicht, een ontbijtzaal en restaurant, verschillende banketzalen, en ook verschillende vergaderzalen.
Naast het hotel komt er ook opnieuw een ruime Wellness met onder andere sauna, hamam, verschillende baden en een ontspanningsruimte.
Mu.ZEE verhuist naar Thermae Palace
Door ook Mu.ZEE te verhuizen naar het Thermae Palace, krijgt het museum eindelijk de absolute toplocatie die het verdient. Op die manier ontsluit het consortium het unieke gebouw daarmee ook voor een nog veel breder publiek. En ook dat is een heel bewuste keuze.
De verhuizing van Mu.ZEE naar het gerenoveerde Thermae Palace verrijkt beide instellingen; het brengt kunst dichter bij het publiek in een historisch betekenisvolle context. Deze stap maakt Mu.ZEE een centraal element in de culturele heropleving van het gebouw, verhoogt haar zichtbaarheid en versterkt haar publieksbereik. De integratie van het museum binnen Thermae Palace creëert een levendige ontmoetingsplaats die cultuur en gemeenschap samenbrengt in het hart van Oostende.
Exploitatie nv Restotel
Voor de financiële haalbaarheid van het project wordt ook een residentieel programma overwogen buiten de contouren van het beschermde monument. Verkennende studies hiervoor worden uitgevoerd door het gerenommeerde architectenbureau Robbrecht en Daem, met input van stakeholders via een participatietraject geleid door SOLV, een technologie van Alexander D’Hooghe om complexe dossiers te begeleiden.
Voor al deze functies worden voldoende ondergrondse parkeerfaciliteiten voorzien.
Een economisch haalbaar scenario is voor dit complex allesbehalve vanzelfsprekend. Daarom kozen de partners ervoor om een publiek-private projectvennootschap op te richten met daarin de participatie van PMV, de stad Oostende, en de nv Restotel. Die projectvennootschap zal instaan voor de succesvolle herontwikkeling van het complex, om dan ook een nieuwe exploitatieovereenkomst af te sluiten met de nv Restotel.
Zo worden Thermae Palace en Koninklijke Gaanderijen weer in ere hersteld, krijgen ze eindelijk ook de duurzame toekomst die ze verdienen, en krijgen de Oostendenaars hun trots terug.