Het consortium rond Nobelwind is donderdag officieel gestart met de bouw van het vierde windmolenpark in de Noordzee. Dat gebeurde met een plechtige ceremonie waarbij koningin Mathilde het nieuwe installatieschip van het bedrijf Jan De Nul, Vole au Vent, doopte. Het windmolenpark moet in 2017 al operationeel zijn.
De voorbereidingswerken zijn al enkele weken aan de gang maar nu werd de start van de realisatie van Nobelwind ook officieel ingeluid. Niet met een eerste steenlegging, wel met de doop van het offshore-installatieschip van Jan De Nul. Het gaat om een gevaarte van 140 meter lang en 41 meter breed. Er is 3.100 vierkante meter vrije dekruimte die 15 ton per vierkante meter kan dragen. Op het dek staat een indrukwekkende hijskraan met een hijsvermogen van 1.400 ton. Vier spudpalen kunnen het schip boven water tillen. Jan De Nul Group is daarmee voortaan in staat om de volledige installatie van windturbines te realiseren.
Koningin Mathilde mocht het schip dopen. Dat kreeg de naam “Vole au vent” mee, waarmee het bedrijf hulde brengt aan Marie-Antonin Carême, de Franse patissier die aan de oorsprong stond van de vol-au-vent.
Staatssecretaris voor de Noordzee Bart Tommelein is verheugd met de opstart van de werken. “Tegen 2020 zullen er negen parken actief zijn met een gezamenlijk vermogen van om en bij de 2.200 megawatt. Zij zullen instaan voor de helft van de elektriciteitsbehoefte van onze Belgische huishoudens.”
Nobelwind zal 50 Vestasturbines tellen, goed voor 165 megawatt, die energie kunnen voorzien voor 186.000 gezinnen. Oostende zal dienen als hub voor de installatie en het onderhoud. “Volgens verschillende berekeningen levert de bouw van een gemiddeld offshore windproject tijdens de ontwikkelings- en bouwfase ongeveer 1.400 directe arbeidsplaatsen op en nog eens eenzelfde aantal indirecte jobs. Voor de exploitatie van een gemiddeld park spreken we van 100 permanente jobs voor de ganse duur van de exploitatie”, aldus Tommelein die niet uitsluit dat hij bij de herziening van het Marien Ruimtelijk Plan meer plaats zal vrijmaken voor windenergie.
De staatssecretaris onderzoekt ook of er nog andere toepassingen zijn in de windmolenparken, zoals aquacultuur.