‘Racisme relativeer je niet’

Posted on Posted in In de pers

De Zondag – Paul Cobbaert | Bleef Open VLD deze zomer op de achtergrond over de ballonnetjes van N-VA, dan brengt Bart Tommelein daar nu verandering in. Met de grootste verbazing, maar ook met angst, ziet de 54-jarige West-Vlaming ideeën als het boerkiniverbod opduiken. De Vlaamse viceminister-president, bevoegd voor Financiën en Energie, maakt zich zorgen. “Als je ziet hoe sommigen bepaalde vrijheden overboord zouden gooien, dan voelt dat zéér onaangenaam.”

Hij heeft zich tijdens zijn vakantie doelbewust niet actief met politiek ingelaten, zegt hij. “Ik wou tijd voor mijn gezin en vrienden. Dat is ook gelukt: ik heb een mooie vakantie achter de rug en ik ben goed uitgerust.”

Eind augustus vorig jaar werd bij u de ziekte van Bell vastgesteld, een gedeeltelijke gezichtsverlamming. Hebt u dat overwonnen?

(knikt) Ik heb geluk gehad. Ook de dokters zeggen dat. Bij sommige mensen geneest het niet. Let op: de kans dat het terugkeert, is niet uitgesloten. Het is een virale infectie waarvan men de oorzaak niet kent en ook niet weet hoe het te genezen.

Politici benadrukken graag dat ze ook in de zomer hard werken. Alsof vakantie nemen een zonde is.

(pikt in) Dat vind ik niet. Vakantie is een absolute noodzaak. Ik schaam me daar niet voor. Ik haal trouwens veel inspiratie uit gesprekken met vrienden. Ik ben met hen een week op fietsvakantie geweest. Dan ben je eens uit die beperkte kring die de politiek is, en hoor je waar mensen echt mee bezig zijn.

Uw partijgenoot Karel De Gucht zei in De Standaard: “Zelfs mijn vrienden beginnen te geloven dat de moslims de boel hier gaan overnemen.” Herkent u dat?

Ja. Ik moet ook af en toe tegengas geven over vooroordelen. Maar dat is net de uitdaging: duidelijk maken dat het niet is omdat iemand een bepaalde religie aanhangt, dat hij daarom kwade bedoelingen heeft.

Maakt u zich zorgen?

Heel zeker. Extremisme en onverdraagzaamheid steken de kop op, en dat baart mij zorgen. Ik vraag me ook af of mijn kinderen nog in een vrije samenleving zullen leven. Als je ziet hoe sommigen bepaalde vrijheden overboord zouden gooien, dan voelt dat zéér onaangenaam. (feller) Wij hebben jaren moeten vechten voor die vrijheden, hè. Dat sterkt me wel in mijn overtuiging dat de liberalen een belangrijke rol te spelen hebben.

Blijft uw partij niet stil in dit debat? CD&V reageerde veel krachtiger op enkele van die ideeën van N-VA.

Ik geef toch duidelijk mijn standpunt? Ook mijn voorzitter heeft dat al gedaan. Mijn twee coalitiepartners zitten mekaar voortdurend in de haren, en dáár passen wij voor, ja. Ik doe niet aan politiek om anderen onderuit te halen, ik gebruik liever mijn ideeën om mensen te overtuigen.

N-VA wou een boerkiniverbod. Wat zegt u?

Ik heb daar met de grootste verbazing, én met wat angst, naartoe geluisterd. Dat na aanslagen emoties loskomen, ja. Dat mensen bezorgd zijn, ja. Maar dit slaat om in een anti-verhaal tegen mensen die niet de oorzaak zijn van de problemen. Mijn mama, jammer genoeg gestorven, wou nooit in bikini naar het strand, trok altijd een bain de soleil aan. Zou zij dat ook niet meer mogen? Op openbare plaatsen moeten mensen de vrijheid hebben om zich te kleden zoals ze willen, zolang ze de samenleving geen schade berokkenen.

Die boerkini staat symbool voor de onderwerping van de vrouw, stelt N-VA.

De ongelijkheid tussen man en vrouw baart mij ook zorgen. Maar een verbod is niet de oplossing. Ik heb in Italië een kathedraal bezocht. Vrouwen moesten er schouders en knieën bedekken. Mannen niet. Dat verbaast mij ook. Mag ik trouwens mijn waardering uitdrukken voor alle kustburgemeesters? Die zijn gelukkig niet meegegaan in dit angstverhaal. Ik vraag me ook af wat de burgemeester van Londerzeel (Nadia Sminate, N-VA, red) zich te moeien heeft met het strand van Oostende. N-VA gooit alle discussies op een hoopje, boerka, boerkini, hoofddoekenverbod in zwembaden. Dat is gevaarlijk. Ik hou de discussie liever zindelijk.

Ook racisme staat weer bovenaan de agenda. “Voor Vlaanderen de minste zorg”, schreef filosoof Bleri Lleshi vorig jaar. Heeft hij gelijk?

Neen. Dat is voor mij een heel belangrijk item. De vraag is wel hoe je dat tegengaat. Het gepamper, de politiek van positieve discriminatie, van de voorbije twintig jaar blijkt een averechts effect te hebben. Dat moet anders.

Hoe dan?

Ik kan nu als viceminister-president niet zeggen: dit of dat. Dat is ook mijn bevoegdheid niet. Ik zal wel zeer waakzaam zijn als dit onderwerp op tafel komt.

Wat vindt u van uitspraken als ‘racisme is relatief’ van collega-minister Liesbeth Homans?

Dat zeggen, is zeer ondoordacht. Ik betreur dat. Een uitdaging als racisme relativeer je niet. Een minister zou dat moeten beseffen.

Een ander debat deze zomer is dat over de kernuitstap. CD&V en N-VA denken na over nieuw uitstel. U moet eens stevig gevloekt hebben?

Ik ben vooral blij dat voor mijn partij de kernuitstap in 2025 prioriteit blijft. Kernenergie is niet veilig, dat heeft het verleden mij geleerd. Het is trouwens larie en apekool te zeggen dat kernenergie de factuur zal drukken. Kijk, deze regering kiest heel terecht voluit voor hernieuwbare energie. Dan moet je dat niet voortdurend in vraag stellen. Anders bestaat het gevaar dat die investeringen weer stilvallen.

Volgens Andries Gryffroy (N-VA) is uw plan voor hernieuwbare energie onvoldoende om de bevoorrading na 2020 te garanderen.

Ik ben het daar absoluut niet mee eens. Hij gaat ervanuit dat we zelf 100 procent van onze energie moeten voorzien. Ik niet. Als je werk maakt van meer opslagcapaciteit en betere connecties met andere landen, kan je piekmomenten opvangen. Dat wil ik ook doen. En desnoods kan je in de transitieperiode kleinere gascentrales inzetten. (feller) Wat iedereen toch stilaan moet beseffen, is dat ons energiemodel ingrijpend verandert. In de toekomst zal energie van onderuit geleverd worden, en niet langer van bovenaf. Mijn grote droom is een ‘energiewende’ zoals in Duitsland: de overheid heeft een plan, maar burgers en bedrijven doen beter dan dat.

U hebt ook een plan: de komende jaren 6,4 miljoen extra zonnepanelen. Ziet u dat gebeuren?

Ik voel dat mijn pleidooi aanslaat. Overal zeggen mensen mij dat ze zonnepanelen gaan leggen. Ook de sector zegt dat de verkoop weer boomt. Weet je, burgers en bedrijven klagen vaak over de hoge energiefactuur, maar ze kunnen die zelf drukken. Vergelijk prijzen van leveranciers. Ik heb dat onlangs gedaan, dat heeft mij honderden euro’s opgebracht. Ook betere isolatie drukt je factuur omlaag. En drie: investeer in zonnepanelen. De energie die je zelf produceert, moet je niet betalen. Als je een zongericht dak hebt, en je legt geen zonnepanelen, dan mis je een serieuze kans.

Je moet wel eerst 6.000 euro kunnen vrijmaken.

Klopt niet. Maar liefst 260.000 gezinnen komen in aanmerking voor een gratis lening van de Vlaamse overheid. De anderen kunnen lenen aan twee procent. En dat moet nog lager kunnen. Ik ga de banken aansporen om hun verantwoordelijkheid te nemen. Volgens mij moet een rente van minder dan één procent mogelijk zijn voor groene investeringen. Die onderhandelingen beginnen nu. Dan kan je niet meer twijfelen, zeker nu spaargeld niets opbrengt.

U wil ook 280 extra windmolens. Hoe gaat u de mensen daarvan overtuigen?

Dat is het probleem van ‘not in my backyard’. Maar dat moet stoppen. Mensen moeten aanvaarden dat er op bepaalde plaatsen windmolens komen. Allé, onlangs las ik een bezwaar van een school tegen een windmolen in de buurt. De leerlingen zouden te zwaar afgeleid worden. Is dat niet te gek voor woorden?

In 2018 wordt u ongetwijfeld één van de liberale speerpunten voor de gemeenteraadsverkiezingen. Wat zijn uw ambities?

Daar ben ik op dit moment niet mee bezig. Dat zou ook niet kies zijn. Maar ik wil niet flauw doen, ik besef dat de uitdaging in Oostende groot is: blijft Johan Vande Lanotte (sp.a) burgemeester of niet? Dat zal de kiezer moeten uitmaken.

Zal u kandidaat zijn?

Als de Oostendenaar een duidelijk signaal geeft dat ze Vande Lanotte niet meer wil, maar mij wel, dan zal ik mijn verantwoordelijkheid nemen.

U wordt de ‘Kennedy van Oostende’ genoemd. Wie heeft dat bedacht?

De vroegere bazin van mijn stamcafé in Stene. Ze vond de uiterlijke gelijkenissen sprekend. Ik vind het alvast mooier dan ‘de keizer van Oostende’. (lacht)

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.