Staatssecretaris voor Noordzee Bart Tommelein richt een ‘Federale instantie voor Onderzoek van Scheepvaartongevallen (FOSO)’ op. Hij bereikte daarover een akkoord met de havens en de gewesten dat vandaag werd goedgekeurd op de ministerraad. Tommelein: ‘We verhogen zo de veiligheid op zee én we leven onze Europese verplichtingen na.’
Elk Europees maritiem land is verplicht een volledig autonome, permanente en onafhankelijke instantie op te richten om scheepvaartongevallen en incidenten op zee te onderzoeken. Na intensieve onderhandelingen bereikte staatssecretaris voor Noordzee Bart Tommelein samen met de havens en de gewesten een akkoord over de oprichting van de ‘Federale instantie voor Onderzoek van Scheepvaartongevallen (FOSO)’. Met de oprichting van het fonds leeft ons land haar internationale verplichtingen na.
Veiligheid op zee verhogen
Alle Belgische overheden zullen élk scheepvaartongeval melden aan de FOSO, die autonoom beslist of ze een onderzoek instelt. De rapporten van die ongevallen zullen openbaar zijn, zodat iedereen maximaal kan leren uit de onderzoeksresultaten. Zowel Belgische schepen als schepen met vreemde vlag die onze havens aandoen, zullen een jaarlijkse beperkte bijdrage betalen aan het fonds. De FOSO kan een supplementaire bijdrage vragen aan alle schepen indien er extra onderzoeken nodig zijn.
‘Het fonds krijgt maar twee vaste medewerkers. In functie van een specifiek onderzoek beslist de FOSO autonoom of er tijdelijk extra mensen of middelen nodig zijn. We kiezen dus duidelijk voor een lichte structuur en een beperkte kost voor de schepen’, aldus Bart Tommelein. ‘Met het in oktober gezonken schip de Flinterstar, is de problematiek van scheepvaartongevallen actueler dan ooit. Onze Noordzee is heel druk bevaren en er vinden ook steeds meer andere activiteiten plaats. Door de oorzaken van incidenten te onderzoeken en daaruit te leren, verhogen we de veiligheid op zee en verminderen we het risico op milieuschade.’