‘Door bij elke nieuwe activiteit op zee na te gaan hoe ook mens en natuur daar beter van kunnen worden, is er op zee nog bijzonder veel mogelijk’, schrijft staatssecretaris voor de Noordzee Bart Tommelein (Open VLD). Hij legt uit hoe ons land een voorbeeld kan zijn, en hoe hij de energiecapaciteit voor onze kusten wil verdubbelen.
Elk jaar richt de Week van de Zee onze aandacht op de natuur en het milieu aan de kust. Allerlei activiteiten zetten van 24 april tot 11 mei al het mooie van onze Noordzee in de verf. Maar al dat moois staat vandaag onder druk. De Noordzee wordt elk jaar warmer. Volgens Britse wetenschappers zelfs vier keer sneller dan het gemiddelde zeewater. Plastic in zee is letterlijk een groeiend probleem. Het leven in zee krijgt het steeds lastiger.
‘De zee biedt zélf oplossingen voor de vele problemen die op haar, en dus ook op ons allemaal afkomen’
Maar het is niet allemaal kommer en kwel. Af en toe is er een lichtpuntje. Zo gaat het in de Noordzee terug beter met de kabeljauw. Als gevolg van overbevissing, ging het kabeljauwbestand in onze zee de afgelopen jaren sterk achteruit, maar strengere quota – opgevolgd door mijn collega Joke Schauvliege – zorgden voor rust en herstel in het visbestand. Onze Noordzee werd daarvoor onlangs bestempeld als voorbeeld voor Europa.
Onze Noordzee is in principe van iedereen. Niemand kan ze zich toe-eigenen. Omdat er op zee geen eigendomsgevoel heerst, kunnen we sneller te werk gaan. We kunnen als maatschappij beslissen wat belangrijk is voor iedereen, zonder eigendomskwesties. De overheid kan op zee een aantal significante bevoegdheden uitoefenen. In tegenstelling tot wat er in de lucht gebeurt, is op zee ook alles toegelaten tenzij het uitdrukkelijk verboden is. Dat principe brengt grote uitdagingen met zich mee. Uitdagingen die tegelijkertijd ook kansen bieden.
‘We beschermen meer dan dertig procent van ons zeegebied. Met een dynamische planning bewijzen we dat een evenwichtig beleid op zee kán.’
Volgens sommigen zou de hele zee een open jachtterrein moeten zijn voor bedrijven die op grote schaal vis, olie of gas uit de zee halen. In het Belgisch stukje van de Noordzee pakken we het anders aan. We beschermen meer dan dertig procent van ons zeegebied. Met een dynamische planning bewijzen we dat een evenwichtig beleid op zee kán. België is één van de internationale koplopers met een wettelijk bindend marien ruimtelijk plan. Dit plan bepaalt welke activiteiten waar mogelijk zijn, een noodzakelijke voorwaarde voor echte blue growth. Economische ontwikkeling moet hand in hand gaan met aandacht voor duurzaamheid. Het is een én-én-verhaal.
Een goed voorbeeld zijn onze ondiepe zandbanksystemen. Op wereldschaal zijn die niet zo vaak terug te vinden. Binnen een Europese context genieten ze daarom een beschermingsstatus. Maar dat betekent niet dat we er helemaal niets meer kunnen toelaten. Verschillende activiteiten, zoals recreatie, visserij en onder voorwaarden zelfs zandontginning, kunnen blijven bestaan, als ze maar goed op elkaar inhaken. Activiteiten die schadelijk zijn moeten eruit of krijgen beperkingen opgelegd, maar andere activiteiten hebben vaak een neutrale of zelfs positieve invloed op de natuur. Een genuanceerde kijk zal ons heel wat verder brengen dan enkele gebieden volledig af te sluiten.
‘Hernieuwbare energie op zee is heel efficiënt, windmolens halen er een groter rendement dan op land’
Ons land heeft de ambitie om de Europese klimaatdoelstellingen te halen. Terecht. De klimaatproblematiek is heel snel zichtbaar op zee; denk maar aan toenemende stormen, zeespiegelstijging en de verzuring van het zeewater. Maar onze Noordzee biedt tegelijk een deel van de oplossing. Hernieuwbare energie op zee is heel efficiënt, windmolens halen er een groter rendement dan op land. Momenteel telt ons Noordzeegebied 182 windmolens, die nu reeds 712 megawatt produceren. Dat is de energiecapaciteit voor maar liefst 700.000 gezinnen. Ik wil dat aantal deze legislatuur verdubbelen. Eens de volledige windmolenzone operationeel is, kunnen we zelfs een capaciteit realiseren van 2200 megawatt, dat is het equivalent van twee kerncentrales. Ook innovatieve vormen van energie-opwekking uit getijden, stromen, golven,… zullen we alle kansen bieden. Al moet gezegd dat die technieken vandaag vaak nog in de kinderschoenen staan.
Op zee is nog veel mogelijk
Als we ons kleine stukje zeegebied in beschouwing nemen, is ons land de absolute koploper in offshore windenergieproductie. Als de hele wereld ons tempo zou volgen, zou er een groot stuk van de CO2-uitstoot verdwijnen. De zee biedt dus zélf oplossingen voor de vele problemen die op haar, en bij uitbreiding op ons allemaal afkomen.
Door bij elke nieuwe activiteit op zee na te gaan hoe ook mens en natuur daar beter van kunnen worden, is er op zee nog bijzonder veel mogelijk. Met een doordacht beleid, en in samenspraak met alle betrokken actoren, wil ik alle kansen die de Noordzee ons biedt ten volle benutten.
Bron: knack.be