Binnenkort stemt het Vlaams Parlement een decreet van minister Somers met tal van aanpassingen aan de regels voor de gemeente- en provincieraadsverkiezingen. De blauwe draad in het decreet is overduidelijk: minder invloed van de partijen, meer macht voor de kiezer. Denk aan de volledige neutralisering van de lijststem, waardoor enkel het aantal voorkeurstemmen bepaalt wie in de gemeenteraad zal zetelen. Of het initiatiefrecht voor de grootste partij: deze krijgt 14 dagen exclusief initiatiefrecht om een coalitie te vormen. Daardoor worden eventuele voorakkoorden tegen die partij meteen aan een grondige stresstest onderworpen. En denk ook aan de quasi rechtstreekse verkiezing van de burgemeester: de stemmenkampioen die er ook in slaagt een meerderheid te vormen is automatisch burgemeester. Met deze hervormingen realiseren we belangrijke punten uit ons programma. Minder particratie, meer burgerdemocratie was één van de ontstaansredenen van de VLD in 1992. Na 30 jaar kunnen we onze congresresoluties nu ook effectief omzetten in decreten.
Dat geldt ook voor die andere hervorming, de afschaffing van de opkomstplicht, waarover nu zoveel te doen is. We hebben de opinie van de politicologen gelezen. Hun argumenten zijn niet nieuw, want ze werden ook al meegegeven tijdens de hoorzittingen in het parlement. Ze overtuigen ons niet. De opmerking dat door de afschaffing vooral laaggeschoolde mensen niet meer gaan stemmen, kan juist zijn. Maar de vraag is of dit ook effect zal hebben op het beleid? Of we, met andere woorden, dan ook minder aandacht gaan hebben voor de noden van deze mensen? Als dat zo zou zijn, zou ons land – zowat het enige land met een opkomstplicht – het meest sociale land van de wereld moeten zijn, een sociaal Walhalla. We scoren daar evenwel niet beter dan andere landen die geen opkomstplicht kennen. Ook zij hebben aandacht voor laaggeschoolden of mensen die het moeilijk hebben. Trouwens, de auteurs geven zelf toe dat de effecten van de afschaffing op de kiesuitslag zeer beperkt zullen zijn.
Ook zouden we door de afschaffing minder aandacht hebben voor de foert-stemmers, waardoor het vertrouwen in onze democratie achteruit zou gaan. Ook hier stellen we de vraag: scoren we in dat vertrouwen zoveel beter dan elders, in landen zonder opkomstplicht? De vraag stellen is ze beantwoorden. A(nti)-politiek ga je ook nooit oplossen met het al dan niet verplicht gaan stemmen om de zes jaar. Daarvoor is veel meer nodig. Daarvoor moet je voluit durven kiezen voor een permanente inspraak en actieve betrokkenheid van burgers. Met nieuwe vormen zoals co-creatie of het ‘right to challenge’, iets waarvoor we ook volop ruimte geven, zeker op lokaal vlak. De opkomstplicht is hier dus geen doorslaggevend argument. Integendeel, ze behouden, maar wel geen boetes uitschrijven voor wie thuisblijft, vinden we zelfs hypocriet en ook niet meteen een sterk signaal om het vertrouwen in de politiek te versterken.
Het is net onze overtuiging dat we door die afschaffing onze democratie een enorme dienst kunnen bewijzen. Want geef toe: mensen verplichten te gaan stemmen is vooral een vorm van machteloosheid en luiheid. Dwang is nooit een sterke motivator. Door de afschaffing gaan we mensen moeten overtuigen om te komen stemmen. Moeten we van de verkiezingscampagne meer maken dan louter een populariteitstest. We gaan moeten zorgen voor een echte inzet, een duidelijke beleidskeuze. We gaan dus anders campagne moeten voeren, mensen warm maken voor politiek. Kiezers gaan daardoor bewuster naar de stembus gaan. Ze zullen de partijprogramma’s bekeken hebben, nagedacht over de uitdagingen en de verschillende belangen hebben afgewogen. Wij kiezen volop voor vertrouwen en geloof in de kiezer, niet voor paternalisme en betutteling.
Maar we gaan dus als politici uit onze comfortzone moeten treden. Dat bleek ook overduidelijk uit de hoorzittingen in het parlement. Iemand van Beweging.net zei er dat mandatarissen nu “vrezen” dat ze mensen gaan moeten overtuigen om te stemmen. En dat ze “vrezen” dat ze huisbezoeken zullen moeten doen. Daarmee gaf de betrokkene onbewust en ongewild het mooiste argument tegen de opkomstplicht: de afschaffing van de opkomstplicht is geen historische vergissing, maar een historische opportuniteit om het vertrouwen in de politiek terug aan te wakkeren. Gekoppeld aan de andere belangrijke hervormingen in dit decreet, die de burger meer inspraak en invloed geven, maken we onze democratie hiermee vele malen sterker. Niet voor niets is de officiële titel van het decreet Somers het “decreet tot versterking van de lokale democratie”.
Tom Ongena, Vlaams Parlementslid Open Vld
Willem-Frederik Schiltz, Vlaams fractieleider Open Vld
Bart Tommelein, Vlaams Parlementslid Open Vld