Staatssecretaris voor Privacy Bart Tommelein vertegenwoordigde deze voormiddag ons land op de Raad van de Europese Unie. Als enige staatssecretaris bevoegd voor privacy in Europa, nam hij in de Raad Justitie en Binnenlandse zaken (JBZ) deel aan het debat over de Europese privacy-verordening.
Europa werkt al drie jaar aan een Europese verordening over privacy. “Het is belangrijk dat deze verordening een evenwicht bereikt tussen een hoge bescherming van de privacy, een efficiënte overheid en een duidelijk en duurzaam kader voor de economische ontwikkeling” aldus Bart Tommelein.
Een van de prioriteiten van de staatssecretaris is het ‘one-stop-shop’-principe uit deze Europese verordening. Dit één-loket-principe houdt in dat zowel bedrijven als burgers zich moeten kunnen wenden tot de privacy-instantie in hun eigen land. In sommige geschillen zullen bijgevolg verschillende autoriteiten bevoegd zijn. Daarom stelt de Europese Commissie voor om een supranationale instantie te creëren (European Data Protection Board), waarin alle privacy-autoriteiten vertegenwoordigd zijn. Bart Tommelein juicht die oprichting toe, maar vindt dat de uitvoering ervan te abstract blijft: “We hebben nood aan korte en eenvoudige procedures, zowel voor burgers als bedrijven. Die Europese waakhond moet bovendien genoeg slagkracht hebben om ervoor te zorgen dat multinationals als Google, Facebook, enzovoort, onze regels omtrent privacy respecteren. Daarom pleit ik voor een versterking van de bevoegdheden, de EDPB moet bindende adviezen kunnen verstrekken. Ten slotte moeten we ook blijven waken over het kostenplaatje. Ik heb de raad voorgesteld zowel op nationaal als op Europees niveau een kostenanalyse te maken.”