De Vlaamse regering optimaliseert op voorstel van Vlaams minister van Energie Bart Tommelein de ondersteuningsmechanismes voor hernieuwbare energie. ‘Om de investeringen een boost te geven, maken we de steun voor zonne- en windenergie aantrekkelijker. Niet door te oversubsidiëren – de totale steun verhoogt niet – maar door enkele spelregels aan te passen: we werken de drempels voor grotere zonnepaneleninstallaties weg, we spreiden de groenestroomcertificaten voor windmolens over twintig jaar en we geven extra steun voor projecten waarin burgers mee kunnen investeren’, aldus minister Tommelein.
De laatste cijfers bewijzen dat de burgers massaal zonnepanelen op hun dak leggen, de kaap van 300.000 zonnepaneleninstallaties werd recent gerond. Er komen echter veel te weinig middelgrote en zelfs helemaal géén grote installaties bij. Met doordachte aanpassingen aan de ondersteuning, wil Vlaams minister van Energie Bart Tommelein het tij keren.
Drempels verlagen voor zonneprojecten
Voor grote zonnepanelenprojecten (>10 kWp) zal de steun via groenestroomcertificaten verkort worden van 15 naar 10 jaar. Een kortere termijn maakt een investering minder risicovol en dus interessanter. Dat is een belangrijke stimulans voor derdepartijfinanciering, waarbij iemand anders het project financiert en de investering wordt terugbetaald met wat men bespaart op de energiefactuur. Daarnaast wordt het verplichte percentage zelfafname voor middelgrote zonnepaneleninstallaties teruggebracht van 65 naar 60 procent, en voor grote projecten naar 55 procent. Deze te strenge eisen wogen op de rendabiliteit en hielden tot nu toe grote PV-projecten tegen.
Ondersteuning voor windmolens gespreid over 20 jaar
Vandaag krijgen windmolens gedurende 15 jaar groenestroomcertificaten, vóór 2013 was dat zelfs maar 10 jaar. Nochtans hebben windmolens een levensduur van 20 jaar. Na die eerste 10 of 15 jaar kan de steun verlengd worden, maar die is soms zo beperkt dat het risico bestaat dat eigenaars oudere windmolens afbreken en opnieuw opbouwen in het buitenland. ‘Dat gebeurde eerder al in Nederland en zou onze Vlaamse winddoelstellingen in gevaar brengen’, aldus minister Tommelein. Nieuwe windmolens zullen daarom 20 jaar lang groenestroomcertificaten krijgen, maar wel met een rendement van 7,5 procent in plaats van 8. Op die manier blijft de kost gelijk. Ook de regels voor verlenging van de steun worden aangepast.
Extra steun voor burgerparticipatie
Een opvallende nieuwigheid is de bijkomende parameter ‘Burgerparticipatie’. Bart Tommelein wil grote projecten die minstens 200 burgers laten participeren, belonen. Een windmolenproject zal zo’n 1.000 euro per jaar via groenestroomcertificaten extra krijgen, een groot zonnepanelenproject 150 euro. ‘Het is opvallend hoe burgerparticipatie het noodzakelijke draagvlak voor de energieomslag verhoogt. Daar mag wat extra ondersteuning tegenover staan’, vindt de minister.
‘Wie denkt dat ik achterover leun en wacht tot de bedrijven in gang schieten, slaat de bal volledig mis. We maken de steunmechanismes, die blijkbaar onvoldoende overtuigden om te investeren in hernieuwbare energie, aantrekkelijker. Maar zonder te oversubsidiëren! Want de totale steun voor zon en wind blijft gelijk. We gaan voluit voor een groenere energietoekomst, maar zonder de fouten uit het verleden te herhalen’, besluit Bart Tommelein.
5 thoughts on “Nieuwe regels voor ondersteuning om hernieuwbare energie een boost te geven”
De idee om gezamenlijk een windmolen te financieren lijkt me sinds jaar en dag een must. Eindelijk zal het er van komen? Gemeenten (zeker kleine en middelgrote) zouden er een erezaak moeten van maken om qua energievoorziening zelfbedruipend te worden, of minstens zo veel mogelijk. Daartoe is co-financiering een goede insteek. Gezien het huidig nog steeds lage rentepeil lijkt het me zelfs haalbaar om via banken een vorm van financiering te organiseren. Een louter persoonlijke lening lijkt al aangewezen. Veel zal natuurlijk afhangen van het bedrag dat van elke burger wordt verwacht. Bedragen van 10000€ tot 20000€ lijken me alvast voor een substantiële groep haalbaar. Het is een nieuwe vorm van beleggen. En het houdt de mensen weg van de overvloed aan artificiële beleggingen die vastgoedbedrijven en financiële instellingen promoten. Hopelijk kon ik u hiermee een aantal ideeën aanreiken?
PS Een voorbeeld waar zonnepanelen zouden kunnen: De startbaan van het vliegveld te Ursel. Kilometers lang, sporadisch gebruikt door het leger, door politie voor training, en door amateurs tijdens WE. Ruimte en zon/licht naar believen. Kan iedereen wel bij varen.
Het verplichte percentage zelfafname voor middelgrote zonnepaneleninstallaties 60 en 55 procent houdt nog vele projecten tegen en staat dus een echt succes in de weg.
Kan u de echte reden hiervoor geven ? Men zou kunnen denken dat men de grote elektriciteitsproducenten wil beschermen…
Als het gaat om lokale productie voor lokale consumptie aan te moedigen zou men best rekening houden met de lokale participatie in de projecten.
Dit is een persoonlijke reactie, maar ik sta hier zeker niet alleen mee.
Beste, in het zonneplan van 2016 zat een luik ‘participatie vereenvoudigen’ met volgende onderdelen:
1. Crowdfunding
2. Zonnedelen
3. Salderen
Liggen de exacte procedures daarvoor ondertussen vast en waar kan ik die vinden?
Dag Ivan, het is vandaag reeds mogelijk om via een crowdfundingplatform of een coöperatieve te investeren in hernieuwbare energie. Wat betreft zonnedelen en salderen blijkt dat dit niet zo simpel is aangezien we nog geen digitale meters hebben.
Dag Leo, om het net niet teveel te belasten moeten we zoveel mogelijk de productie van energie afstemmen op de locaties waar deze geconsumeerd kan worden. Ik heb, zoals u aangeeft, deze verplichting reeds versoepeld om meer hernieuwbare energie projecten mogelijk te maken.