Krant van West-Vlaanderen | Na de aanslagen maakte Geert Bourgeois (N-VA) een opvallend statement. “Privacy moet kunnen wijken voor veiligheid”, aldus de Vlaamse minister-president. Een statement waar staatssecretaris voor Privacy Bart Tommelein (Open VLD) het niet mee eens is. “We mogen de privacy van de burgers niet opgeven.”
“Ik behoor tot het kamp dat vindt dat privacy soms moet wijken voor veiligheid. Het meest fundamentele recht is toch nog altijd het recht op leven. Met de handen op de rug kunnen de veiligheidsdiensten niet strijden tegen de terroristen”, aldus Geert Bourgeois dinsdag na de aanslagen. De Vlaamse minister-president riep onmiddellijk op tot een maatschappelijk debat. “We zullen de afweging tussen privacy en veiligheid opnieuw moeten maken.”
“Ik begrijp Vlaams minister-president Geert Bourgeois wel. Ik denk dat hij bedoelt dat we naar een nieuw evenwicht moeten tussen veiligheid en privacy. In die zin zitten we op één lijn. Maar als hij zegt dat privacy moet kunnen wijken voor veiligheid, denk ik dat hij zich te fors uitdrukt”, aldus Bart Tommelein.
“Er was een Amerikaanse president die zei: ‘Wie veiligheid boven vrijheid plaatst, verdient geen van beide’. Extreme situaties kan je niet voorkomen door de privacy van alle burgers op te geven. Dat blijkt nu ook: de mensen die de aanslagen zouden hebben gepleegd, zijn bekenden van het gerecht en hebben al een en ander op hun kerfstok. Het is niet nodig de hele bevolking te treffen om een kleine groep te kunnen pakken. Wel moeten we de bestaande info beter uitwisselen en het gerecht meer mogelijkheden geven, maar dan voor een beperkte groep. We moeten geen vingerafdrukken nemen van de hele bevolking.”
“Bij nieuwe maatregelen is de vraag altijd wat het doel is, of ze proportioneel zijn en of ze transparant zijn. Weten de mensen dat ze in de gaten worden gehouden? Je moet ook altijd de context bekijken: maatregelen kunnen tijdelijk verscherpt worden, maar nooit voor altijd. Nu vinden mensen dat hun privacy mag worden opgeheven, maar dat verandert als de terreurdreiging weer voorbij is. Er zijn altijd mensen die niets te verbergen hebben, maar hun privéleven toch afgeschermd willen zien. We mogen er niet van uitgaan dat de overheid, of de mensen die toegang hebben tot de gegevens, het altijd goed met ons voor hebben. Daarom moeten de verantwoordelijkheden ook duidelijk omschreven worden.”