Vandaag werd op de ministerraad beslist dat leefloners niet langer dan vier weken per jaar in het buitenland mogen verblijven. Staatssecretaris voor Bestrijding van de sociale fraude Bart Tommelein: ‘Met die maatregel kunnen we uitkeringsfraude beter aanpakken. Wie onze steun nodig heeft kan daarop rekenen. Maar de misbruiken moeten eruit.’
Leefloners zullen voortaan slechts vier weken per jaar in het buitenland mogen verblijven. Dit wetsontwerp van minister voor maatschappelijke integratie Willy Borsus werd vandaag goedgekeurd op de ministerraad. Het maakt deel uit van een pakket maatregelen van staatssecretaris voor Bestrijding van de sociale fraude Bart Tommelein in het kader van de begrotingscontrole eerder dit jaar.
Vandaag hebben leefloners het recht om langer dan één maand in het buitenland te verblijven, op voorwaarde dat ze de maatschappelijke assistent op de hoogte brengen van de duur en de reden van het verblijf. De betaling van het leefloon wordt geschorst indien de gerechtigde langer dan één maand in het buitenland verblijft, maar hij/zij heeft wel het recht om onbeperkt afwezig te zijn.
Beschikbaar voor arbeidsmarkt
Op initiatief van staatssecretaris Tommelein en minister Borsus wordt de regeling strenger. Bart Tommelein: ‘Wie een leefloon krijgt wordt verondersteld mee te werken aan een persoonlijk activeringstraject. Zo maken we mensen sterker en helpen we hen om op eigen benen te staan. Dat houdt ook in dat leefloners zich beschikbaar houden voor de arbeidsmarkt. Daarvoor is een verblijf in België uiteraard noodzakelijk. De regeling geldt trouwens al langer voor wie een werkloosheidsuitkering geniet.’
De regering wil met de maatregel uitkeringsfraude aanpakken. ‘We moeten vermijden dat wie langere tijd in het buitenland verblijft, toch een uitkering krijgt. Ik denk daarbij niet alleen aan mensen die langdurig op vakantie gaan, maar bijvoorbeeld ook aan Syriëstrijders die een Belgisch leefloon blijven genieten. Wie onze steun nodig heeft kan daarop rekenen, maar onze solidariteit geldt niet voor wie misbruik probeert te maken van het systeem’, besluit Bart Tommelein.