Onder impuls van Open Vld en MR verlaagt de federale regering de lasten voor KMO’s en zelfstandigen. Sinds januari 2016 zijn er verschillende maatregelen in voege. De liberalen zijn tevreden met deze boost voor zelfstandigen en KMO’s: ‘We houden woord: iedereen die werkt, gaat erop vooruit en houdt netto meer over. Meer netto op je rekening én de vrijheid om daarmee te doen wat je wilt. Dat is de filosofie achter de taxshift én ook specifiek achter deze maatregelen voor zelfstandigen.’ Het resultaat van de maatregelen is jobcreatie: ‘Jobs, jobs, jobs. Deze regering gaat daar volop voor door minder brutokosten. Als ondernemers die verlaging voelen, dan komt ook de reflex om daar echt iets mee te doen. Deze lastenverlaging kan voor kleine en startende ondernemingen dus een groot verschil maken’, besluiten Gwendolyn Rutten, Alexander De Croo, Maggie De Block en Bart Tommelein.
Een oplijsting van de maatregelen:
- Vermindering van de sociale bijdragen voor zelfstandigen van 22 naar 20,5 procent
Een historische maatregel, want de sociale lasten werden nooit eerder globaal verlaagd. Met deze maatregel willen we de koopkracht van de zelfstandigen verhogen. We rollen uit in drie fases: verlaging naar 21,5% vanaf januari 2016, naar 21% in 2017 en naar 20,5% in 2018. - Geen sociale bijdragen op de eerste aanwerving
Alle werkgevers die van 2016 tot 2020 hun eerste werknemer tewerkstellen, betalen daarop geen sociale bijdragen gedurende de volledige duur van de tewerkstelling. Op die manier proberen we zoveel mogelijk zelfstandigen te ondersteunen bij hun eerste stap als werkgever. - Vermindering van de sociale bijdragen voor de 2e tot 6e werknemer
De voordelen voor de 1e tot 5e werknemer zijn overgezet naar de 2e tot 6e werknemer. De regering wil zo de economische groei stimuleren en jobs creëren. Bij maatregelen 2 en 3 vergeten we de bedrijven niet die in 2015 gestart zijn. Ook diegenen die sinds 01/01/2015 tot vijf eerste werknemers hebben aangenomen komen in aanmerking. - (Minstens) verdubbeling van de investeringsaftrek tot 8 procent
Vanaf 1 januari 2016 is de investeringsaftrek opgetrokken van 4 naar 8% voor KMO’s en van 3,5 naar 8% voor zelfstandigen. Daardoor daalt de vennootschapsbelasting. Het gaat over de investeringen voor de professionele activiteit (bvb. aankoop van een voertuig, materiaal, enz.). - Verlaging van de patronale bijdragen van 33% naar 25%
De patrionale werkgeversbijdragen op het personeel dalen van 33% naar 25% vanaf 1 april 2016.