De bouw van het eerste van de twaalf nieuwe mijnenbestrijdingsvaartuigen is nu echt gestart op de scheepswerf van Piriou in het Franse Concarneau. Op dinsdag 30 november werd de kiel gelegd in aanwezigheid van de Belgische, Nederlandse en Franse Marinetop. Gelijktijdig werden de namen van de nieuwe vaartuigen bekend gemaakt. Het rMCM-programma is een binationaal project met Nederland onder Belgische leiding en in uitvoering door het consortium Belgium Naval Robotics.
Een druk op de knop door de Belgische en Nederlandse Chef Defensie gaf het startsignaal voor de assemblage en afwerking van de nieuwe city-klas waarvan het eerste schip bestemd is voor de Belgische Marine. Om het schip een fortuinlijke toekomst te geven laste de Chef Defensie Admiraal Michel Hofman samen met de Nederlandse Commandant der Strijdkrachten Generaal Onno Eichelsheim een Belgisch 2 Euro muntstuk 2021 op de kiel van het Mine Counter Measures Vessel (MCMV). De eerste levering is gepland voor eind 2024 wanneer het schip de haven van Zeebrugge zal binnenvaren. Naar verwachting zullen alle schepen klaar zijn rond 2030.
Oostende bijt de spits af
De zes Belgische schepen krijgen de namen BNS Oostende, BNS Tournai, BNS Brugge, BNS Liège, BNS Antwerpen en BNS Rochefort. Deze steden werden gekozen naar aanleiding van hun belang in de Belgisch maritieme wereld en om historische redenen. Oostende, Brugge en Antwerpen zijn historisch de belangrijke ‘natte’ steden in België. Bovendien werden de drie steden verbonden aan de Belgische Marine met de toenmalige Marinebasis van Kallo, de marinekazerne van Oostende en van Brugge. Gezien Oostende reeds de peterstad was van de uit omloop genomen BNS Godetia, en Brugge met de M906 Breydel is dit een mooi vervolgverhaal.
Luik en Doornik liggen beiden aan een belangrijke rivier voor de scheepvaart. Doornik en Rochefort verleenden hun naam aan een Belgische mijnenveger in de decennia na de tweede Wereldoorlog. De drie Waalse steden waren in het verleden peter van een mijnenveger: M908 Georges Truffaut voor Luik, M481 Tournai voor Doornik en M930 Rochefort voor Rochefort.
Deze keuze is een logisch vervolg van onze geschiedenis.
rEvolutionair Stand-off concept
De huidige mijnenjagers zijn ouder dan 30 jaar. “In de NAVO MO-studie (Maritime Operations) van 2015 waren de belangrijkste tekortkomingen van boordsystemen op schepen: de trage werking, de slechte mijndiscriminatie, het onvermogen om begraven en drijvende mijnen op te sporen, de zelfverdediging en het vermogen van platformen om gemakkelijk wereldwijd te projecteren.”, verklaarde de Belgische Chef Defensie Admiraal Michel Hofman. “Het was al duidelijk dat de bestaande conventionele platformen al deze uitdagingen niet aankonden. Daarom zochten wij een betrouwbare partner om deze kleine revolutie op het gebied van mijnbestrijding tot stand te brengen”.
Kership, een joint-venture tussen Naval Group en Piriou, is belast met de productie van de twaalf schepen, die worden geassembleerd in Concarneau waar zij allen klaar om te varen en te navigeren zullen worden geleverd. Naval Group is, als algemeen architect en hoofdaannemer, verantwoordelijk voor het ontwerp van de schepen, de algemene integratie, het testen en de inbedrijfstelling van het missiesysteem (gevechtssysteem en mijnbestrijdingssysteem). ECA Group, als medecontractant, is verantwoordelijk voor het onbemande missiesysteem (drones).
Mede dankzij dit contract is Belgium Naval & Robotics twee sites aan het bouwen, één in Oostende, waar ze de nieuwe generatie maritieme drones zullen bouwen, en één in Moeskroen, waar het research en development center gehuisvest wordt. Het onderhoud van de schepen zal in België worden uitgevoerd in nauwe samenwerking tussen de Belgische Marine en de Naval Group Belgium, met de hulp van haar partner Flanders Ship Repair.
Minister van Defensie Ludivine Dedonder: “Met deze kiellegging wordt de toekomst van onze marine heel concreet en wordt de Belgische Marine van de toekomst nu écht gebouwd. Ons land is wereldwijd erkend als autoriteit op vlak van ontmijning, en met de zes nieuwe Belgische mijnenbestrijdingsvaartuigen – waarvan het eerste nu in opbouw is – zal onze Marine haar internationale topreputatie kunnen behouden en zelfs nog verbeteren. De Belgische en Nederlandse Marine werken al 25 jaar bijzonder nauw samen, en dat is voor de vervanging van onze marinevloot niet anders. Ons land heeft de leiding over de bouw van de zes Belgische en de zes Nederlandse mijnenbestrijdingsvaartuigen, Nederland heeft de leiding over het project voor de vervanging van de fregatten voor onze beide landen. Door onze nieuwe mijnenbestrijdingsvaartuigen daarnaast ook de namen te geven van hun petersteden, die ook een historische link met de marine hebben, zetten we een mooie traditie verder.”