Na verschillende moeilijke jaren door de coronacrisis, de vluchtelingencrisis en de energiecrisis, bedroeg de inflatie in 2023 nog steeds 4,06%. Het blijven financieel dus geen evidente tijden. Toch sloot Stad Oostende haar jaarrekening 2023 af met een positief budgettair resultaat van 40,2 miljoen euro, wat 15,4 miljoen meer is dan geraamd. Het exploitatiesaldo bedraagt 29,9 miljoen euro, doordat de ontvangsten hoger liggen dan ingeschat. En de investeringsuitgaven van het boekjaar landen op 19,3 miljoen euro. De autofinancieringsmarge van 2023 bedraagt 15,2 miljoen euro.
Transparantie bieden
In 2023 werd achter de schermen gezwoegd om met de jaarrekening een transparant beeld te geven over de financiële situatie van de stad. Om de historische liquiditeitsproblemen in het Autonoom Gemeentebedrijf Stadsontwikkeling (AGSO) op te lossen nam de stad, na enkele tussenoplossingen met thesaurievoorschotten, definitief een leningenpakket over van ruim 16 miljoen euro én deed ze een kapitaalsinbreng van 5,7 miljoen euro. Intussen werd één autonoom gemeentebedrijf opgericht voor meer efficiëntie en eenvormigheid.
We hebben de voorbije legislatuur op meerdere fronten hard gewerkt aan rationalisering en transparantie op vlak van financiën. Het Autonoom Gemeentebedrijf Grond- en Bouwbeleid (AGGB) werd vereffend, hetzelfde gebeurde met de vzw Maatschappelijk Welzijn die onwettelijk georganiseerd was, en ook voor Buitengoed (eveneens onwettelijk) werd de structuur aangepast en deed de stad een financiële inbreng. Bij de integratie van de boekhouding van de stad en het OCMW werden oude verjaarde vorderingen oninvorderbaar verklaard. Daar waren zelfs nog vorderingen bij uit de jaren ’70.
De stad trok nu ook de legaten die de stad de afgelopen tientallen jaren ontving binnen in de boekhouding, zoals de regels van het Agentschap Binnenlands Bestuur het voorschrijven. Dit heeft een positieve budgettaire impact gehad op de jaarrekening van 6 miljoen euro op het resultaat, maar belangrijker is dat deze legaten nu transparant en volledig kunnen worden opgevolgd en gerapporteerd. Dit is een louter boekhoudkundige, verplichte ingreep. Maar ook zonder deze beslissing van de financieel directeur waren de resultaten van deze jaarrekening positief. (Het verschil op het budgettair resultaat zonder deze boekhoudkundige ingreep zou minder dan een miljoen zijn, de autofinancieringsmarge zou nog steeds 11,1 miljoen euro geweest zijn.)
De stad neemt zowel de opmerkingen van het toezicht ter harte als van onze interne auditor. Het enige doel is om een waarheidsgetrouw beeld te geven van de financiën van onze stad.
Hogere fiscale ontvangsten zonder belastingverhoging
De fiscale ontvangsten bedragen in 2023 118,2 miljoen euro, waarvan vooral de aanvullende belastingen (87,4 miljoen euro) een hogere realisatie kenden dan geraamd. Hoewel de oppositie in het verleden vaak beweerde dat zowel de onroerende voorheffing als de personenbelasting te hoog ingeschat zouden zijn, zijn de opbrengsten van beide belastingen hoger dan geraamd. De belastingtarieven bleven natuurlijk gelijk, dat was een belofte in het bestuursakkoord.
De ontvangsten stegen enerzijds door de inflatie, maar anderzijds zeker ook door de opwaardering en uitbreiding van het woningaanbod. Wat de onroerende voorheffing betreft, was er 59,8 miljoen euro geraamd maar klokte de jaarrekening af op 61,3 miljoen euro. Ook voor de personenbelasting zijn er meer ontvangsten dan werd ingeschat. En dit zelfs zonder de bijzondere inkomsten in 2023 – Oostende kreeg 14 maanden in plaats van 12 maanden inkomsten doorgestort van Vlaanderen. Het budget werd opgetrokken van 18,3 miljoen euro naar 22,3 miljoen euro, maar er werd uiteindelijk 24,2 miljoen euro gerealiseerd.
De inkomsten van de GAS-boetes liggen met 2,3 miljoen euro lager dan ingeschat. Dit heeft verschillende oorzaken. In 2023 raakte het personeelskader van de dienst handhaving (gemeenschapswachten en gemeentelijke vaststellers) moeilijk ingevuld, was het een mindere zomer en waren er dus minder vaststellingen op het strand, kon de inning van de snelheidsboetes door de stad zelf pas halfweg het jaar starten en liet de bestelling van camera’s om sluikstorters te betrappen op zich wachten omwille van privacyregels. Die inkomsten uit GAS-boetes zijn een inschatting die gemaakt werd in 2022. Bij de volgende begrotingswijziging zal er eventueel bijgestuurd moeten worden. Ook omdat het gemeentebedrijf Mobil’O nu de retributies voor parkeren voor zijn rekening neemt.
Uiteraard zijn de inkomsten uit boetes geen doel op zich. Het doel is een veilige een propere stad. We rekenen er in die zin zelfs op dat die opbrengsten op termijn opnieuw dalen, alleen dan zal het doel bereikt zijn.
Binnen de totale rubriek van fiscale ontvangsten en boetes was er een realisatiegraad van 102,7%. Dus dat er minder inkomsten waren voor GAS-boetes dan oorspronkelijk voorzien, wordt ruimschoots gecompenseerd op andere posten. Verder werd er voor 108,4 miljoen euro aan diverse subsidies ontvangen en de eigen werkingsopbrengsten bedroegen 35,7 miljoen euro.
Met al deze opbrengsten financierde de stad zijn werking met een kostprijs van 246,2 miljoen euro. Belangrijkste uitgavenpost voor de stad zijn de lonen: 110,2 miljoen euro, gevolgd door 56,2 miljoen euro aan toegestane werkingssubsidies. 44,8 miljoen euro ging naar diverse werkingskosten, de goederen en diensten. Verder bedroeg de individuele hulpverlening van het OCMW 25,5 miljoen euro.
Bijna 20 miljoen euro aan investeringen
De stad investeerde in 2023 weer 19,3 miljoen euro in de stad. Dit is voor Oostende een gemiddeld bedrag. 7,2 miljoen euro werd geïnvesteerd in wegen en voetpaden en 2,6 miljoen euro ging naar de renovatie van de Koninklijke Stallingen. Er wordt 11,3 miljoen euro aan investeringsuitgaven overgedragen naar volgend jaar. 30% daarvan bestaat uit de uitgaven voor Hangaar I. Daarnaast zijn verschillende projecten volop in plannings- of uitvoeringsfase waarvan de uitgaven uiteindelijk in 2024 zullen gebeuren. Denk aan het nieuwe Bosjoenk (met een fuifzaal, kinderopvang, repetitielokalen, enz.), de site Wiegelied, de plannen om eindelijk de stedelijke werkhuizen te vernieuwen, investeringen aan het openbaar domein zoals de omgevingswerken aan de Skytowers… Anderzijds werd ook oud en ongebruikt patrimonium verkocht. De belangrijkste inkomst hier werd gehaald uit de verkoop van de parking in het Europacentrum (5,8 miljoen euro).
De totale financiële schuld bedraagt eind 2023 253 miljoen euro. Daarin zit de opname van 19 miljoen euro voor eigen investeringen vervat, maar ook de overname van de leningen van het AGSO (16,1 miljoen euro) en leasingschulden en doorgeefleningen zoals voor KVO en de kerkfabrieken. In 2023 werd ook voor 15,6 miljoen euro leningen afgelost.
Tot slot over de stadswaarborgen, die worden transparant opgelijst in de jaarrekening. De waarborgen voor de renovatie van het Kursaal en voor de eenmaking van het ziekenhuis zitten nog in de pijplijn. Deze werden nog niet toegezegd in 2023. Het al dan niet toestaan van deze waarborgen is een bevoegdheid van de gemeenteraad.
Voor de investeringen in het Kursaal gaat het over een bedrag van zo’n 25 miljoen euro. Daarvan komt 9 miljoen euro van Vlaanderen en een half miljoen van de provincie. De nv EKO zal de noodzakelijke eigenaarsherstellingen uitvoeren voor 4 miljoen euro. De overige 11,5 miljoen euro zal volledig terugbetaald worden via inkomsten uit de exploitatie van het Kursaal. De stad zal daar in tegenstelling tot de vorige renovatie (in een vorige legislatuur), niet moeten aan bijdragen. Er ligt een stevig businessplan op tafel en we hebben geen reden om te twijfelen aan de haalbaarheid, gezien de positieve resultaten van de vorige jaren en de bekwame ploeg aan het hoofd van het Kursaal. EKO nv zal voor die werken een lening aangaan van in totaal 16 miljoen euro en Toerisme vzw een overbruggingskrediet van 2 miljoen euro.
Wat de ziekenhuizen betreft, is er voldoende budgettaire ruimte voorzien in de volgende jaren. Zo is er in 2025 een overschot van 9 miljoen euro. Daarmee kan een deel van de kosten gedragen worden om ervoor te zorgen dat beide campussen een gelijkwaardige inbreng en dus ook een gelijkwaardige stem hebben in het nieuwe ziekenhuis, maar de grootste kost voor de fusie zal bij het eengemaakte AZ Oostende zelf liggen. Het voorzien van extra middelen voor het ziekenhuis komt zeker aan bod bij de volgende budgetwijzigingen. De jaarrekening is een rapportage van het boekjaar en blikt achteruit, niet vooruit.