Gazet van Antwerpen – Christof Willocx | De oplossing voor het lage rendement op spaarboekjes? Vlaams minister van Energie Bart Tommelein (Open Vld) heeft er een. “We moeten een fiscale beloning uitwerken voor mensen die bijvoorbeeld samen in zonnepanelen op het dak van een supermarkt investeren of samen aan een windmolenpark bouwen. Dat brengt minstens vijf keer zoveel op als het spaarboekje.”
Bart Tommelein (55) heeft met ons afgesproken in Bredene, pal aan het strand en de Noordzee. “Hier kunnen we rustig praten, zonder dat ik te veel word herkend”, zegt de Oostendenaar ontspannen. Tommelein, die vijf kinderen heeft, vertrekt begin augustus met zijn vrouw en zijn twee jongste kinderen van 5 en 10 jaar naar Frankrijk. Maar voor de afreis maakt de minister tijd vrij om zijn beleid uitgebreid toe te lichten.
U was tot mei 2016 staatssecretaris in de federale regering. Nu bent u minister in de Vlaamse regering. Is er een verschil in sfeer?
In de federale regering begonnen de vergaderingen doorgaans te laat. In de Vlaamse regering beginnen ze stipt op tijd, wellicht door de ingesteldheid van de minister- president ( Geert Bourgeois, red.). In de federale regering pakken de ministers elkaar naar buiten toe soms harder aan. De informele contacten tussen de Vlaamse ministers zijn echt goed. We hebben elk jaar een barbecue en in september is er telkens een away-dag. Dit jaar moeten Ben Weyts en Sven Gatz die uitstap organiseren. Vorig jaar was het de beurt aan Liesbeth Homans en Philippe Muyters. We zijn toen na onze werkvergadering in Antwerpen gaan golfen en hebben er een boottocht gemaakt. ’s Avonds zijn we gaan eten in het Kasteel Marnix van Sint-Aldegonde in Bornem. Heel plezierig allemaal.
Intussen hebt u het moeilijk om de Europese doelstellingen voor hernieuwbare energie in 2020 te halen. U wil tegen dat jaar bijvoorbeeld 6,4 miljoen extra zonnepanelen in Vlaanderen. Dat is toch niet realistisch?
Toch wel. Eerst en vooral moeten mensen beseffen dat zonnepanelen zeer rendabel zijn. Ik had tot vijf jaar geleden zonnepanelen met het oude subsidiesysteem. Daarna ben ik verhuisd en heb ik opnieuw zonnepanelen gelegd, zonder het subsidiesysteem. Mijn opbrengst is nu hoger dan toen ik nog subsidies kreeg. Dat komt omdat de panelen goedkoper en efficiënter zijn geworden. Ik zit aan een rendement van 6% per jaar. In acht jaar tijd verdien ik mijn investering terug. Mijn panelen gaan zeker twintig jaar mee.
Niet iedereen kan zonnepanelen leggen.
Neen, maar ik wil wel een fiscale beloning uitwerken voor buurtbewoners die samen in zonnepanelen of een windmolenpark investeren. Europa legt ons op dat we tegen 2020 liefst 10,34% van onze energievoorziening uit hernieuwbare energie moeten halen (nu is dat maar 6%, red.). Dat kan alleen maar als mensen inzien dat ze zelf groene energie kunnen opwekken door te investeren in zonnepanelen en windturbines.
We gaan natuurlijk geen zonnepanelen meer subsidiëren die mensen op hun eigen dak leggen. Die zijn vanzelf rendabel genoeg.
Maar ik wil wel een fiscale stimulans uitwerken voor ouders die samen investeren in zonnepanelen op het dak van de school van hun kinderen. Of voor klanten die investeren in zonnepanelen op het dak van een supermarkt. In Duitsland en Oostenrijk passen veel supermarkten dat al lang toe. In Vlaanderen zijn we daar te weinig mee bezig.
Hoe gaat die fiscale stimulans er precies uitzien?
Dat moeten we nog bekijken, en ik wil dit ook overleggen met de collega’s van de federale regering. Het doel is om de drempels weg te nemen om zulke projecten aan te gaan. We zullen het voordeel wel in de tijd beperken en het mag ook niet te hoog zijn, omdat mensen na een tijdje zullen inzien dat er met dit soort projecten vanzelf veel rendement te halen valt. Omwonenden die samen in een windmolen- of zonnepanelenproject investeren, halen makkelijk een rendement van 5 à 6% per jaar. Dat is minstens vijf keer zoveel als op een spaarboekje.
In veel gemeenten zijn er actiecomités tegen het plaatsen van windmolens. Die zouden het zicht belemmeren en te veel lawaai maken.
Die comités zijn er omdat die mensen enkel de lasten, maar niet de lusten van de windmolens hebben. De winsten gaan naar de grondeigenaars en de bedrijven die de windmolens er zetten. Hier en daar bewijzen burgers al dat het anders kan. Langs de E17 in Lokeren hebben 263 gezinnen samen in een windmolenpark geïnvesteerd. Ook in Eeklo is er zo’n project, waarbij een deel van de opbrengsten van de windmolens in de omgeving wordt geïnvesteerd. Als mensen financieel baat hebben bij windmolens, nemen ze het uitzicht er wel bij.
Vorige maand heeft het Grondwettelijk Hof de zogenaamde Turteltaks, een heffing van 100 euro per jaar op de energiefactuur van een gemiddeld gezin, afgeschaft vanaf 2018. Wat komt er in de plaats?
Ik heb eerder al gezegd dat er geen nieuwe taks komt, en ik blijf daarbij. Mede dankzij de extra energieheffing die mijn voorgangster Annemie Turtelboom heeft opgelegd, is de schuld uit het verleden onder controle. We kunnen er het overschot aan groenestroomcertificaten in de komende jaren mee wegwerken.
We gaan dus niets extra meer moeten betalen?
Het zou kunnen dat ik de energieleveranciers verplicht om een groter aandeel van de stroom die ze aan klanten leveren, groen te maken. Nu is dat 20,5%. De energieleveranciers kunnen de meerkost van het aankopen van groenestroomcertificaten doorrekenen aan hun klanten, waardoor een gezin met een gemiddeld verbruik in dat geval maximaal 10 euro per jaar meer zal moeten betalen. Veel minder dus dan die 100 euro. Maar ik weet nog niet of het nodig zal zijn om dat aandeel groene stroom op te drijven. Ik wacht nog op enkele berekeningen.
Hebt u nog contact met Annemie Turtelboom?
Tuurlijk. We bellen geregeld. Mijn kabinet is bijna identiek aan het kabinet dat zij had. Annemie heeft goed werk geleverd, maar haar communicatie kon misschien beter. Ze had meer moeten uitleggen dat er een schuldenberg was opgebouwd die niet houdbaar was. De netbeheerders bezaten een historische schuld van 1,1 miljard euro aan groenestroomcertificaten die ze moesten opkopen van mensen die groene stroom produceerden. Ze raakten die certificaten niet kwijt. Dat was ons probleem. Want de netbeheerders zijn eigendom van de gemeenten, en de Vlaamse overheid staat er garant voor. Wij moesten die schuldenberg dus afbouwen.
Mee dankzij de extra energieheffing die mijn voorgangster heeft opgelegd (Tommelein neemt het woord Turteltaks nooit in de mond, red.), zal dat lukken. Want we hebben het geld van die heffing gebruikt om certificaten bij de netbeheerders op te kopen. Tegen het einde van de legislatuur, in 2019 dus, zal de berg certificaten bijna helemaal zijn afgebouwd.
U kunt blijkbaar beter communiceren dan uw voorgangster. U hebt er zelfs speciaal dictielessen voor gevolgd.
Dat klopt. Voor een West-Vlaming spreek ik redelijk vlot Nederlands. Mijn verleden helpt me ook een beetje. Ik ben tot het jaar 2000 commercieel directeur geweest bij de Antwerpse Hypotheekkas, de voorloper van AXA Bank in Antwerpen. Ik weet dus hoe je naar cijfers moet kijken en hoe je die cijfers aan mensen moet uitleggen.
U zei onlangs in een interview dat de kerncentrales Doel 3 en Tihange 2 dicht mogen.
Ja, want ik ben een grote tegenstander van kernenergie. De beelden van de kernramp van Tsjernobyl hebben mij in 1986 als jonge man een beetje getraumatiseerd. En in Duitsland zag ik onlangs gebouwen van honderden vierkante meter waar kernafval zit opgeslagen voor de komende vijftig jaar. Wat er na die vijftig jaar met dat afval moet gebeuren, is nog onduidelijk.
Ik ben gecharmeerd door de visie van de Zwitsers: behoud de kerncentrales die nog goed werken, maar stop met kernenergie zodra het kan. Centrales die mankementen vertonen, kunnen meteen dicht. We hebben de centrales Doel 3 en Tihange 2, waar scheurtjes werden vastgesteld, vandaag niet meer echt nodig voor onze energiebevoorrading. We kunnen stroom kopen van andere landen als dat nodig is. Er wordt nu bijvoorbeeld een kabel gelegd van het Verenigd Koninkrijk naar Oostende om stroom te leveren.
Iets anders: de Vlaamse regering geeft sinds dit jaar een premie van 4.000 euro aan mensen die een elektrische wagen kopen. Maar die wagens breken, om het zacht uit te drukken, niet door.
Dat komt wel. Enkele grote autobouwers hebben nu al gezegd dat ze binnenkort enkel nog elektrische of hybride wagens gaan produceren. Dat soort wagens zal in 2020 of 2021 ongeveer even duur worden als wagens op benzine of diesel. De gemiddelde Vlaming rijdt 23 kilometer per dag. De beperkte reikwijdte van de batterij van een elektrische wagen is dus geen probleem. Voor die ene keer per jaar dat u ver met vakantie gaat, voorziet uw garagist wel in een aparte auto. Vandaag zitten veel vaders of moeders meestal alleen in hun gezinswagen, op die twee keer per jaar dat ze met het gezin op vakantie gaan na. Dat is niet efficiënt.
Slotvraag: u bent bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 kandidaat-burgemeester in Oostende. Hoe kunt u tegelijk campagne voeren en minister zijn?
Ik ga de markt en pleinen van Oostende niet afschuimen. Mijn beleid is mijn beste campagne. Ik winkel zaterdagavond ook gewoon in de supermarkt, hè. Klanten reageren soms verbaasd als ze mij achter mijn karretje zien lopen. “Denkt u dat ik vijftien butlers heb, misschien?”, vraag ik dan al lachend. Maak je geen zorgen: ik kom nog onder de mensen.