Vandaag publiceerde Kind en Gezin het jaarlijks cijfer inzake kinderarmoede. Voor Oostende daalt dit cijfer voor het tweede jaar op rij. “We zijn er nog lang niet, maar we hopen dat we op de goede weg zijn”, concluderen burgemeester Bart Tommelein en schepen voor welzijn en armoedebestrijding Natacha Waldmann.
Kind en Gezin hanteert reeds meerdere jaren een eigen meetinstrument van kansarmoede. Het is een wetenschappelijk onderbouwd cijfer dat rekening houdt met allerlei kansarmoede-indicatoren (werk, huisvesting, gezondheid, enz.). Het specifieke is dat Kind en Gezin via de eigen begeleidsters ieder jaar opnieuw kan scoren bij gezinnen met kinderen tussen 0 en 3 jaar. Dat geeft een goed beeld over de jaren heen.
Het cijfer voor 2021 vertoont een lichte, globale daling in Vlaanderen. Ondanks corona.
“Voor Oostende is er toch een daling van 1,2% van kinderen die in een kansarm gezin leven. Dat is een goed cijfer omdat we vorig jaar ook reeds een daling hadden met 4%. Dat lijkt allemaal zeer positief, maar we moeten voorzichtig blijven. Onze cijfers waren in het verleden zeer hoog. We komen van ver. Dan is het ook logisch dat de trend op een bepaald moment keert, mede dankzij de inspanningen van de stad. Toch zal het zaak zijn om deze inspanning nog vele jaren vol te houden”, legt schepen Natacha Waldmann uit.
Burgemeester Bart Tommelein: “Onze stad wordt nog steeds zeer hard getroffen door kansarmoede. Met dit bestuur hebben we van armoedebestrijding een absolute beleidsprioriteit gemaakt. De nodige middelen zijn voorzien en we voeren momenteel een stadsbreed armoedebestrijdingsplan uit. We hopen dat dit positief cijfer een eerste indicatie is dat we op de goede weg zijn.”
Stad Oostende zet ook specifiek in op kinderarmoede. Er is een netwerk van welzijnspartners dat samenwerkt om kinderarmoede aan te pakken. Deze partners verenigen zich rond het concept en de werking van de twee Huizen van het Kind. Op vlak van school, werk, taal, opvoeding, gezondheid,… wordt zeer intensief ingezet met ondersteuning, begeleiding, opvang. Maar ook nieuwe methoden zoals groepswerk en buddy-werking vinden meer en meer ingang.
Schepen Waldmann geeft nog mee: “Deze nieuwe methodes hebben succes, zeker ook naar nieuwkomers toe. Deze gezinnen zijn oververtegenwoordigd in de kansarmoede-cijfers. Met een doelgerichte aanpak, met onder meer brugfiguren in het onderwijs, kunnen we ook voor hen steeds meer het verschil maken.”