De Zondag – Paul Cobbaert | Oostende Een stormloop voor Rammstein, een verdwenen lachend kakske, amok in het zwembad: Oostende is nieuws deze dagen. Ook burgemeester Bart Tommelein treedt nog eens naar buiten, nadat hij wekenlang zedig zweeg over de nationale politiek. Het liberaal boegbeeld is scherp voor zijn ‘poulain’ Francesco Vanderjeugd, maar mild voor de belaagde Kris Van Dijck.
Als Bart Tommelein uit het raam van zijn kantoor kijkt, ziet hij de Mercator liggen, de iconische driemaster in de haven van zijn stad. Het stationsgebouw, één van de vele Belle Epoque-parels van Oostende, torent in de verte boven de horizon uit. Hij is graag burgemeester, benadrukt hij. “Dit is een grote uitdaging voor mij. Ik hoefde dit nochtans niet te worden. Ik was minister en viceminister-president. Maar ik had een belofte gemaakt aan de Oostendenaar en ik ben die nagekomen. Ik maak ook een tweede belofte. Ik blijf zes jaar lang hun burgemeester. Mijn partij hoeft mij niet te bellen voor een nieuwe ministerpost.”
We praten over Oostende en de uitdagingen voor de stad. Tommelein leidt een brede coalitie van vier partijen, Open VLD, N-VA, CD&V en Groen. “De stad had na 24 jaar socialistisch bewind nood aan vernieuwing”, meent hij. We praten over Rammstein. De burgemeester was woensdagavond aanwezig op het concert in het Koningin Boudewijnstadion in Brussel. Volgend jaar in juni komt de Duitse metalband naar Oostende. Op een kwartier tijd waren alle 50.000 tickets de deur uit.
Was u geen André Hazes-fan?
O, maar ik ben niet veranderd van smaak, hoor. Rammstein is mijn genre niet. (lacht) Ik ga trouwens in november naar André Hazes Jr kijken in het Kursaal. Maar ik zie wel dat Rammstein veel mensen aanspreekt. Wij wilden een gróte naam om onze nieuwe evenementenweide in te wijden. Rammstein is dat. Dit wordt het grootste concert in Oostende sinds Michael Jackson in 1997.
Is dat belangrijk voor de stad?
Zéker. Wij zetten sterk in op citymarketing. Wij hebben toerisme nodig. Dat is onze voornaamste economische sector. Oostende heeft opnieuw een positieve vibe, en dat is onder meer dankzij al die evenementen. Ik word daar in het binnenland vaak over aangesproken.
Een lachend kakske op het strand helpt ook.
(lacht) De dag dat Vlaanderen een vrouwelijke minister-president kreeg en België opnieuw de Europese president mocht leveren, was het lachend kakske het meest gelezen artikel op de krantensites. Ik moet eerlijk toegeven: het was Margot, mijn kabinetschef, die mij overtuigde om de verdwaalpalen te vervangen door emoji-palen. Ik ging akkoord op één voorwaarde: ik wou een lachend kakske. Mijn vrouw vond dat vreselijk. ‘Bart, wil jij nu kak op het strand’, zei ze. Maar zie. (lacht)
Hebt u die studenten betaald om die paal te stelen?
U bent niet de eerste die dat vraagt. Maar het antwoord is neen, helemaal niet.
Zij krijgen geen straf van u. Waarom niet?
Dat was een studentikoze grap. Ik vond het beter om hen voor te stellen op vrijwillige basis een dag lang het strand mee op te kuisen. Ze zullen natuurlijk wel opdraaien voor de kosten.
U bent strenger voor de zogenaamde zwembadterroristen?
Toch niet. Ook zij hebben geen GAS-boetes gekregen. Ik heb hen wel een plaatsverbod van minstens één maand opgelegd. Waarom? Wat zij gedaan hebben, was onaanvaardbaar: andere mensen kopje onder duwen, redders uitdagen, cannabis in de kleedkamers, noem maar op. Wie in mijn stad herhaaldelijk de regels overtreedt, krijgt een plaatsverbod. Dat geldt ook in de uitgaansbuurt. Ik sta voor een kordaat veiligheidsbeleid.
Op sociale media woedt een hevig debat of de roots van die daders benoemd moet worden. Wat vindt u?
Dat doet niet ter zake. Ik hoef dat zelfs niet te weten. In mijn verhaal heeft élke burger dezelfde rechten en plichten. Afkomst telt niet. Wie zich niet gedraagt, wordt aangepakt. Punt.
Op Theo Francken (N-VA) lijkt geen rem meer te staan. Hij tweet in die context zelfs bikini- en boerkinifoto’s van minderjarige meisjes.
Je zal mij dat nooit zien doen. Meneer Francken houdt van provocatie. Ik ga meer zeggen: meneer Francken lééft van provocatie. Het is duidelijk geworden dat onder zijn beleid enkele zaken niet goed functioneerden. Dan zijn dergelijke provocaties welgekomen om de aandacht af te leiden.
U doelt op de zaak-Kucam en de uitreiking van humanitaire visa?
Onder andere. Ik zou niet weten met welk palmares meneer Francken kan zwaaien. Ik zag geen verbeteringen ten opzichte van zijn voorgangster (Maggie De Block, Open VLD, red).
Hij luistert naar de Vlaams Belang-kiezer, is zijn argumentatie.
Dat is nu steeds het argument, ja. Ik vind dat vreemd. Het lijkt alsof we enkel nog naar die 18 procent mogen luisteren. (zucht) Ik luister minstens even graag naar die andere 82 procent, en nog het liefst van al naar mijn kiezers. Mag het?
Staat u dan op de lijn van uw voorzitter Gwendolyn Rutten? Zij sloot al op de verkiezingsavond de deur naar VB.
Zéker. VB en PVDA zijn extremistische partijen. Zij prediken onverdraagzaamheid en zetten mensen op tegen elkaar. Dat is onverzoenbaar met het liberale DNA. Waarom zouden wij dan de deur moeten openlaten?
U zet zo N-VA in een zetel. Dat is nu de enige partij die luistert naar de stem van de kiezer.
(droog) Dat is dan het grote verschil met mijn partij. N-VA meent dat praten of besturen met VB tot oplossingen kan leiden. Wij niet. Kijk eens naar die foto (wijst op een kader aan de muur, red). Dat zijn mijn vijf kinderen. Ik heb hen geleerd dat extremisme gevaarlijk is en nóóit tot oplossingen leidt. Zou ik mijn kinderen nog in de ogen kunnen kijken als ik nu aan tafel schuif met een extremistische partij? Neen. Dat is onmogelijk voor mij. Ik wil noch praten noch besturen met VB.
Als u straks in een Vlaamse regering stapt, zal u een regeerakkoord moeten uitvoeren dat mee geschreven is door VB, of toch minstens die perceptie zal hebben.
Wij gaan géén akkoord uitvoeren dat geschreven is door VB. Elk akkoord dat wij gaan uitvoeren, zal duidelijke liberale klemtonen bevatten.
Welke les trekt u uit 26 mei?
Dat regeringspartijen elkaar niet moeten beschimpen, maar elkaar iets moeten gunnen. Wie voortdurend de ander wil vloeren, wordt afgestraft. Dat is volgens mij de verklaring voor de uitslag. Wij zaten Vlaams én federaal in een regering met een breed draagvlak. En toch kon blijkbaar niet bestuurd worden zonder elkaar stokken in de wielen te steken. In het begin wou CD&V niet mee, op het einde was het N-VA dat paniekvoetbal speelde. Maar wat heeft die partij bereikt met het opblazen van de coalitie? Een onvoorstelbaar resultaat voor VB. Dat is alles. Als je voortdurend kibbelt, kan je niet op een geloofwaardige manier je palmares aan de kiezer voorleggen. Gevolg: alle regeringspartijen hebben verloren.
Moet u ook niet in eigen boezem kijken?
Jawel. Wij waren de grootste familie in die federale regering, en dus ook de motor daarvan. Wij zullen ook fouten gemaakt hebben, maar ik stel vast dat wij het minst verliezen van alle regeringspartijen.
Uw partij haalt nog amper 13 procent. Dat is historisch laag.
Dat is te laag, ja. Ik ben daarmee niet tevreden. Maar wij zaten gevangen in dat verhaal. (feller) De regering lag aan diggelen, hè. Ga dan maar eens de kiezer overtuigen van je palmares. Dat komt ongeloofwaardig over. De regering had gefaald in de ogen van de kiezer, dóór dat gekibbel en dóór de val. Dat maakte het moeilijk voor mijn partij.
Dit is uw eerste interview na 26 mei. Waarom hebt u zo lang gezwegen?
Ik zag geen reden om grote verklaringen af te leggen. Bovendien moet mijn partij nederig zijn. Wij zijn niet aan zet.
En u maakt u klaar voor het voorzitterschap.
Neen. Velen dénken dat. Maar ik ben niet van mening veranderd. Ik sluit niets uit. Ik wil wel graag een nationale rol blijven spelen. Maar dat kan ook vanuit het parlement. Als ik duidelijke signalen zou voelen dat de partij mij wil als voorzitter, dan ga ik dat ernstig overwegen. Maar dat is nu niet aan de orde. Als ik het goed heb, zijn er pas in maart volgend jaar verkiezingen. Er is niet eens een vacature. Het zou dwaas zijn om nu al kandidaat te zijn.
Francesco Vanderjeugd (de burgemeester van Staden die niet herverkozen raakte in het Vlaams parlement) is wel al kandidaat.
Dat klopt. (kort) Dat is zijn goed recht.
U bent kwaad op hem, niet?
(blaast) Hij noemt mij zijn mentor, maar hij raadpleegt mij niet als hij belangrijke beslissingen neemt. Mag ik dat vreemd vinden? Ik heb mijn mentors altijd om advies gevraagd voor belangrijke beslissingen. Dus ja, ik was kwaad.
Hij ziet u zelfs als zijn politieke vader. Hij hoopt daarom dat u zijn kandidatuur gaat steunen.
Ik heb hem dat ook horen zeggen op de radio. (aarzelend) Francesco is een sympathieke jongen. Maar ik word niet graag met de rug tegen de muur gezet. Ik ga niet iemand steunen omdat ik die persoon graag heb. Dit is trouwens allemaal voorbarig. Gwendolyn is voorzitter tot maart 2020 en zij doet dat heel goed.
Zou Vanderjeugd een goede voorzitter zijn?
(kort) Ik ga daar geen uitspraken over doen.
U was eigenlijk al niet tevreden dat hij zijn derde plek op de lijst afstond aan Mercedes Van Volcem. Waarom?
Ook die beslissing nam hij zonder advies te vragen. (denkt na) Ik wist dat het moeilijk zou zijn voor hem om verkozen te raken vanop de vierde plaats. Maar goed: hij is een volwassen jongen. Je moet op een bepaald moment de gevolgen dragen van je uitspraken en beslissingen.
“Dat positivisme van de partij was niet meer dan pure marketing”, zo verklaart hij de verkiezingsnederlaag. Wat vindt u daarvan?
Ik vind dat érg. Geloof mij of niet, maar ik ben écht positief ingesteld. Ik wil op een constructieve manier aan politiek doen. (kwaad) Ik vind het bijzonder jammer dat jonge mensen dat wegzetten als marketing. Ik heb het daar moeilijk mee. Of met andere woorden: wie negatief is en haat zaait, die is wél goed bezig. Sorry, maar ik pas voor een verhaal van negativisme. Als ik zo aan politiek moet doen, dan stop ik ermee.
Iets anders. De Vlaamse feestdag verliep in mineur. Hoe hebt u dat beleefd?
Ik zat letterlijk op de eerste rij. Maar ik heb pas na zijn toespraak vernomen wat er aan de hand was. Dat was surrealistisch, hè. Tegelijk vind ik dat jammer voor Kris Van Dijck. Wat zijn moment had moeten zijn, is een nachtmerrie geworden.
Was zijn ontslag als parlementsvoorzitter onvermijdelijk?
Jawel. Het was te veel na elkaar. Kris zou niet meer normaal kunnen functioneren. Hij heeft zijn fout ook toegegeven. Hij is dronken achter het stuur gekropen en dat kan niet. Ik ga geen uitspraken doen over de fraudezaak in P-Magazine. Ik weet niet of daar de wet overtreden is. Ik ga Kris ook niet veroordelen voor het leven, omdat hij een fout gemaakt heeft. Dit is spijtig voor hem, voor zijn partij en voor het imago van de politiek, maar dit toont tegelijk aan dat politici ook maar mensen zijn die fouten kunnen maken. Dit kon in élke partij gebeuren. Dit kan overal gebeuren, waar mensen werken, óók buiten de politiek.
Zou u geen goede parlementsvoorzitter zijn?
Ik ben geen lid van de grootste partij. Het was aan N-VA om iemand voor te stellen. Wilfried Vandaele zal dat goed doen.
Vindt u nog steeds dat een Vlaamse meerderheid noodzakelijk is voor een federale regering? Dat was ook een thema op die feestdag.
Ik heb dat na de verkiezingen gezegd toen Elio Di Rupo (PS) een snelle regering zonder N-VA voorstelde. Dat was géén communautair statement van mij. Een stabiele meerderheid is de eerste prioriteit. Een Vlaamse meerderheid is absoluut wenselijk. Dat kan ook lukken, tenminste als N-VA en PS eindelijk eens gaan praten.
Wat vindt u van de regeringsvorming?
Ik vind het verontrustend hoe lang dit allemaal aansleept. We staan nog nergens. Mijn oproep is duidelijk: de PS en de N-VA moeten aan tafel gaan, en elkaar diep in de ogen kijken. Zij zijn de grootste partijen. De PS moet nu maar eens stoppen met de N-VA te beschouwen als een extremistische partij. Bart De Wever mag op zijn beurt eens duidelijkheid scheppen over zijn verhouding en zijn gesprekken met VB. Dan moet dat lukken. Ik zeg niet dat zij een regering moeten vormen, maar ze moeten minstens het gesprek aangaan.