Als zelfs Bart Tommelein (Open VLD), zelfverklaard optimist, zich begint te enerveren, dan moet het er al heftig aan toe gaan. ‘De ruzies doen me denken aan een kleuterklas. En wat is er mis met een idee dat niet in het regeerakkoord staat? Laat Joke Schauvliege toch gewoon proberen om haar collega’s te overtuigen.’
Bron: Het Nieuwsblad – Hannes Cattebeke en Farid el Mabrouk
Een staatssecretaris heeft doorgaans niet te kiezen welke bevoegdheden in zijn portefeuille belanden. Bart Tommelein is een uitzondering op die regel. ‘Voor Noordzee heeft mijn voorzitter gevochten voor mij. Als jonge gast grapte ik altijd dat ik minister van Landbouw op Zee zou worden. Dit komt aardig in de buurt. En Sociale Fraudebestrijding wilde ik ook heel graag.’ Het volledige antifraudepakket zat aanvankelijk bij N-VA. ‘Maar ik ben blij dat we dat toch hebben kunnen splitsen. Het is een heel ruime bevoegdheid.’ Restte nog Privacy, waar weinig mensen zich iets konden bij voorstellen. Tommelein, gewezen fractieleider in elke assemblee en gepokt en gemazeld in het woordvoerderschap, haalt er wekelijks meer dan eens de media mee. ‘Ik mag niet klagen. Als ik de kranten mag geloven moet ik ongeveer de enige minister zijn die zich goed in zijn vel voelt. En het klopt, ik heb de bevoegdheden gekregen die ik wilde. Net zoals Maggie.’
En in tegenstelling tot minister van Telecom, Digitale Agenda en Ontwikkelingssamenwerking Alexander De Croo (Open VLD).
‘Ik hoef niet in Alexanders naam te spreken, maar in eerste instantie had hij misschien liever andere bevoegdheden gekregen. Nu ziet iedereen toch dat hij prima zijn weg heeft gevonden in zijn domeinen. En hij heeft zijn handen meer dan vol met het vicepremierschap. Uiteraard wil iedereen graag meer. Ik had ook niet neen gezegd tegen Consumentenzaken.’
Laten we beginnen met de Noordzee. U wilde voor de zomer duidelijkheid over het energie-atol. Hoe staat het daarmee?
‘Het atol is heel belangrijk, maar ik ga er geen prestigeproject van maken, louter en alleen om de eerste ter wereld te zijn. Eerst moet minister van Energie Marie-Christine Marghem (MR) mij dus zeggen of ze die opslagcapaciteit nodig heeft. Daarnaast mag het niet uitdraaien op energieproducenten die achteraf komen zeggen dat de prijs gestegen is omdat de regering een duur atol gebouwd heeft. Maar als ze de Noordzee nodig hebben, dan beginnen we eraan. Vandaag zijn er 182 windmolens. En we blijven bouwen. Ik ben een ongelofelijkebeliever in hernieuwbare energie. En ik zeg dat niet omdat ik nu bevoegd ben voor de Noordzee. Ik heb altijd al een vrij koele verhouding gehad met kernenergie.’
Voelt u zich dan wel op uw gemak in een regering die Doel koste wat kost langer wil openhouden en een minister die daar zelfs juridische risico’s voor neemt?
‘Ik ben zeer collegiaal. Als de regering dat beslist, dan is dat zo. Maar de milieudoelstellingen van 2020 zijn mij ook dierbaar. Ik heb op mijn kabinet al veel mensen over de vloer gekregen die vinden dat hernieuwbare energie veel te duur is, maar ik hoor van hen nooit een alternatief. De zee is een van de oplossingen. Ik merk dat daar bij de bevolking ook een groot draagvlak voor bestaat. Veel mensen zijn bereid om een paar euro meer te betalen voor groene energie.’
U zou blijkbaar ook geen neen gezegd hebben tegen de portefeuille van Energie?
‘Neen, neen. Dat is Marghem. En ik spreek me ook niet uit over haar werk. Het is u misschien al opgevallen: ik communiceer heel veel, maar wat ik niet doe, is openlijk ruzie maken met collega’s. Als ik al eens kritiek geef, dan gaat het over inhoud, niet personen.’
U voert dat gevecht wel openlijk met Facebook.
‘ Gevecht is een groot woord. Ik heb gewoon gezien dat er iets niet klopt met die privacy en daarover een hint gegeven aan de Privacycommissie. Maar ik voer geen oorlog tegen Facebook. Ik ben zelf een groot gebruiker van sociale media en ik zie de grote voordelen ervan, onder meer voor mensen die eenzaam zijn, moeilijk buiten komen of ziek zijn.’
Is het niet naïef om te denken dat Bart Tommelein uit Oostende het reusachtige Facebook op de knieën zal krijgen?
‘Ik heb veel goede kenmerken, maar bescheidenheid is niet mijn grootste deugd. Facebook dringt te ver binnen in het privéleven van de mensen. Moet ik dan vals bescheiden zijn en zeggen: ik ben maar een kleine staatssecretaris van een klein land, dus laat ik het probleem liggen? Neen, ik wil dat dit opgelost wordt. Liefst zonder rechtszaken.’
Die komen er nu wel aan. Is dat niet de enige taal die Facebook begrijpt?
‘Blijkbaar wel. Willem De Beuckelaere, de voorzitter van de Privacycommissie, heeft Facebook drie keer om info gevraagd en nooit een afdoend antwoord gekregen. Er is zelfs geen aanspreekpunt. Facebook heeft mij zelf wel om een onderhoud gevraagd, maar het zijn altijd anderen die je te zien krijgt. Toen ik hen op hun educatieve verantwoordelijkheid wees als groot bedrijf, ontkenden ze dat ze een groot bedrijf zijn. Vijf miljoen Belgen met een account, 1,4 miljard wereldwijd. Maar ze zijn geen groot bedrijf? Die hebben dus wel last van valse bescheidenheid.(lacht)Ze hadden me beloofd om zich te schikken naar de regels en samen te werken met de Privacycommissie. Dat doen ze niet. Dus we zullen zien wat er van komt.’
De regering overweegt nu om de anonieme prepaid gsm-kaarten te verbieden. Is dat ook geen inmenging in het privéleven?
‘Die kaarten maken maar liefst 40 procent uit van alle simkaarten in ons land. Ik begrijp dat mijn collega’s bevoegd voor Veiligheid de terroristen en andere criminelen dat instrument willen ontnemen, maar ze schieten echt met een kanon op een mug. Wat met de ouders die hun kinderen een prepaid kaart meegeven op schoolreis of op die manier hun factuur onder controle willen houden? Ik ben er echter van overtuigd dat Koen Geens (CD&V) dit eerst goed zal laten onderzoeken.’
Deze week veroorzaakte de immosite Realo ophef, door aan klanten het gemiddeld inkomen en de etnische afkomst mee te delen van de buurt waar ze iets willen kopen.
‘De site maakt gewoon gebruik van open data. De samenstelling van een wijk staat ook in de VRIND, de Vlaamse Regionale Indicatoren die de overheid elk jaar publiceert. Trouwens, als in een buurt veel mensen van een andere afkomst wonen, dan zie je dat ook als je daar ter plaatse gaat. Daar is toch niets geheim aan?’
Het is bijna even evident als de M-score. Die is toch ook niet nodig om te weten hoe ver een huis van de tramhalte of de snelweg ligt?
(lacht) ‘U gaat mij hier nu niets slechts horen zeggen over mijn lieve collega Joke Schauvliege (CD&V), bevoegd voor Visserij, waarmee ik dus veel moet samenwerken. Er is niets mis met die mobiliteitsscore.’
Vertel dat maar aan uw voorzitster. ‘Regelneverij en betutteling’, noemt ze die M-score.
‘Als mevrouw Schauvliege een idee heeft, ook al staat het niet in het regeerakkoord, praat er dan over en begin elkaar niet persoonlijk aan te vallen. Zij mag toch proberen om haar coalitiepartners te overtuigen? Daarvoor hoeven geen boksmatchen te worden georganiseerd.’
Het houdt niet op met de regeringsruzies. Stoort u dat?
‘Het is nochtans niet moeilijk om de media te halen zonder ruzie te maken. Ik ben daarvan het beste bewijs. Maar dit vind ik echt niet leuk. Deze week heb ik mij echt geërgerd, en dat overkomt me als overtuigde optimist niet zo vaak. Het niveau is soms dat van een kleuterklas.Hij heeft geslagen. En hij heeft teruggeslagen. Volgens Pieter De Crem (CD&V) is politiek niet voor doetjes. Dat is waar. Maar het is wel een ploegenspel. Als je wil winnen, moet je naar elkaar passen en de anderen goals laten maken. In de politiek moet je geen vijanden zoeken, wel bondgenoten. De vijand is er sowieso. Dat is de oppositie. De bedoeling is om aan 51 procent te geraken en je ideeën te realiseren.
Wat dacht u onlangs, toen N-VA-voorzitter Bart De Wever uw collega-staatssecretaris De Crem te kijk zette?
‘Eerst vroeg ik me af of dat nu wel nodig was. En daarna heb ik aan mijn toekomstige burgemeester Johan Vande Lanotte (SP.A) gevraagd om ook eens naar New York te reizen en iets dergelijks over mij te zeggen.’
U bedoelt: het heeft De Crem geen windeieren gelegd.
‘Wel, ik heb hem in de daaropvolgende dagen toch enkele mediaoptredens zien doen. Sommige collega’s zeiden me:Tiens, ik was vergeten dat hij in de regering zat, maar nu weet ik het weer.’
Elke Sleurs, nog een collega, is haar belangrijkste bevoegdheid kwijt.
‘Spijtig, ik heb op Fraudebestrijding heel goed met haar samengewerkt. Maar ik heb niets te zeggen over wat N-VA intern beslist.’
Een verdorven geest zou kunnen denken dat sociale fraudebestrijding voor deze regering belangrijker is dan fiscale.
‘Men denkt te veel dat sociale fraudebestrijding enkel de kleintjes viseert: fraude met kindergeld, uitkeringen en domicilie. Maar het gaat ook over sociale dumping. Vaak zijn dat grote netwerken, inclusief mensenhandel zelfs, waar voor miljoenen aan socialezekerheidsgeld wordt ontdoken. Tijdens een werfcontrole ben ik afgelopen woensdag overigens tot de onthutsende conclusie gekomen dat er wel controles zijn op sociale fraude, maar dat de boetes niet geïnd worden door Financiën.’
Hoe bedoelt u?
‘Met de administratieve boetes is niets mis, maar een deel van de boetes komt er pas na een vonnis van een rechtbank. Die moeten worden geïnd door Financiën, en dat gebeurt niet.’
Dan heeft wat u doet dus weinig zin.
‘Ik ga daarover heel snel samenzitten met mijn collega Johan Van Overtveldt (N-VA) om uit te zoeken hoe dat komt.’
Die ploegspeler in u, heeft die nooit gevreesd dat die loyale opstelling u aan het einde van uw carrière nooit een regeringspost zou hebben opgeleverd?
‘Neen, zo zit ik niet in elkaar. Daarvoor heb ik er te veel zien passeren die altijd en tevergeefs naar een ministerspost hebben verlangd.’
Maar u was wel zwaar ontgoocheld toen u geen Vlaams minister werd, vorige zomer.
‘Als je in je eigen provincie een goed resultaat boekt en je wordt tot de kanshebbers gerekend, dan is dat toch normaal? Maar zie, ik zit hier als tevreden staatssecretaris. Het beste bewijs dat je als ploegspeler ook dingen kan bereiken. Nu, ik ben echt trots dat de mensen in Oostende mij nog altijd Bartje noemen. Mogen we nog Bartje zeggen?, vragen ze dan. Ik zou niet anders willen. Ik ben nog altijd dezelfde. En het helpt geweldig om alles te relativeren. Want dit hier,(slaat op zijn comfortabele fauteuil, nvdr.), dat is allemaal maar tijdelijk, hé.’