Het Nieuwsblad | Elke dag blikte een minister of staatssecretaris terug op het voorbije, woelige politieke jaar. Een maand lang kozen zij één moment dat hen het meest heeft aangegrepen, en vertelden ze hoe hen dat in hun werk heeft veranderd.
29 april 2016: benoemd als minister in de Vlaamse regering
“Die vrijdag stond ik rond 11 uur een speech te geven aan de vernieuwde Vistrap van Oostende, toen ik een sms kreeg van Gwendolyn Rutten. Ik moest meteen naar Brussel komen. Ik wist dat ik mijn laatste plakkaat als staatssecretaris van de Noordzee had opgehangen. Er waren wel al langer geruchten, maar uiteindelijk heeft Annemie Turtelboom iedereen nog verrast met het moment van haar ontslag.”
“Rutten had mij in de weken daarvoor al eens voorzichtig gepolst. Ik voelde me als een vis in het water in de federale regering, maar mijn positie in de partij was aan het veranderen. Bij de partijbestuursverkiezingen was ik na Herman De Croo geland, maar voor Karel De Gucht. Een teken dat ik van de tweede naar de eerste lijn was opgeschoven.”
“Onderweg van Oostende naar Brussel werd ik opgeslorpt door de praktische veranderingen. Ik maakte me zorgen over de zeventien mensen op mijn kabinet. Ik moest het thuisfront verwittigen, afspraken afzeggen… En intussen belden honderd journalisten om – bevestiging van wat ze opvingen. Dan volgden de fractievergadering, het partijbestuur, de persvoorstelling. Daar kwamen veel emoties bijeen. Annemie was een vriendin. Dat is ze nog altijd. Zij heeft dat niet verdiend. Mijn schroom daarover is nog niet verdwenen. Tegelijk ga ik ook niet hypocriet doen: het was mijn belangrijkste moment van het jaar.”
“Tegen middernacht zijn we nog naar brasserie De Kallebasse gegaan in Moere. Daar heb ik met mijn woordvoerster en kabinetschef een eerste keer vergaderd. Toen ik thuiskwam, wachtte mijn vrouw me op. Eerlijk gezegd was ik verbaasd over het circus waarin ik was terechtgekomen. En dan moest de hele hetze over de biomassacentrale in Gent nog losbarsten.”