Stad Oostende heeft beslist om de werking van de ontmoetingscentra te hervormen. Het tariefsysteem voor maaltijden wordt eenvoudiger en eerlijker. De prijs van basisbehoeften zoals water wordt verlaagd. En er komt een strengere controle op wie misbruik maakt van het systeem.
Oostende heeft met zijn tien ontmoetingscentra een sterke sociale traditie. We willen die traditie absoluut verderzetten, maar we hebben onderzocht hoe de werking beter kan.
Eenvoudiger en eerlijker tariefsysteem
De wirwar aan maaltijdtarieven op basis van een beperkt eenmalig inkomensonderzoek maakt plaats voor een eenvoudiger en eerlijker systeem. Er blijven slechts vier tarieven over: 12 euro voor niet-Oostendenaars, 7,50 euro voor Oostendenaars, 3 euro voor wie recht heeft op een sociaal tarief en 1 euro voor wie een leefloon of aanvullende tegemoetkoming geniet.
Wie een sociaal statuut heeft (bv. IGO, RVV, FOD Handicap,…) komt automatisch in aanmerking voor het sociaal tarief van 3 euro. “We houden er rekening mee dat andere diensten – lokaal, Vlaams en nationaal – al controles doen. We doen geen dubbel werk meer en boeken zo efficiëntiewinst”, legt schepen Maxim Donck uit.
Wie geen statuut heeft en toch in aanmerking denkt te komen, kan een inkomensonderzoek aanvragen. “We doen dat individueel en op afspraak. Als we zien dat mensen recht hebben op aanvullende sociale dienstverlening of een verhoogde tegemoetkoming van het ziekenfonds zullen we hen doorverwijzen naar de bevoegde diensten”, zegt Maxim Donck. Op die manier worden de Ontmoetingscentra belangrijke partners bij de detectie van armoede en eenzaamheid zoals ook in het bestuursakkoord staat.
Basisbehoeften goedkoper
Het sociaal tarief voor maaltijden wordt goedkoper zodat de minstbedeelden een maaltijd kunnen eten aan 3 euro. Water, maar ook thee en koffie worden eveneens goedkoper en zullen 1 euro kosten. Frisdranken behouden hun huidige prijs. Daartegenover zullen er ook enkele prijzen verhogen. Voor sterke alcoholische dranken en desserts betaal je – conform de marktprijzen – iets meer. Een Duvel, bijvoorbeeld, zal in de toekomst 2,90 euro kosten in plaats van 2 euro.
Schepen Natacha Waldmann: “We hebben ons de vraag gesteld wat de basisbehoeften zijn. Denk daarbij aan een warme maaltijd voor wie die niet kan betalen en voor wie die zelf thuis niet kan maken of dranken als water, thee en koffie. Die basisbehoeften moeten goedkoop zijn.”
Streng, maar rechtvaardig
Het nieuwe systeem is socialer, eerlijker en goedkoper voor levensnoodzakelijke producten. Tegelijk zal er strenger gecontroleerd worden. Het sociaal tarief wordt toegekend voor één jaar waarna een evaluatie volgt. Bij de inkomenscontrole wordt niet langer alleen het aanslagbiljet, maar ook hedendaagse inkomsten uit vastgoed of kapitaal bekeken. “Het is een verhaal van rechten en plichten. Er komen ook sancties voor wie een maaltijd bestelt, maar niet verwittigt als hij/zij toch niet kan komen. Idem voor mensen die bewust verkeerde verklaringen afleggen en bijvoorbeeld huurinkomsten verbergen”, zegt schepen Maxim Donck.
Kortom, de basisbeleidslijn is: wat levensbepalend is, wordt aanzienlijk goedkoper. Wat geen basisbehoefte is, wordt duurder. “Het is de bedoeling dat deze hervorming een budgetneutrale oefening is. We willen het systeem in de eerste plaats eenvoudiger en eerlijker maken”, zegt de Burgemeester Bart Tommelein. “We zullen de inkomsten en uitgaven wel zeer goed monitoren om erover te waken dat de ontmoetingscentra geen slachtoffer worden van hun eigen succes”.