Het Oostendse stadsbestuur heeft samen met het Autonoom Gemeentebedrijf Stadsvernieuwing Oostende (AGSO) en de commissie A.Be een erfgoedstudie klaar voor het Westerkwartier. ‘Met de studie beschikken we nu over een duidelijk kader bij het beoordelen van toekomstige stedenbouwkundige vergunningsaanvragen. Het is duidelijk dat het Westerkwartier als tuinwijk beeldbepalend is voor onze stad. We willen dan ook deze samenhang in de toekomst behouden’, aldus Eerste Schepen Bart Tommelein (Open Vld), bevoegd voor het erfgoedbeleid van de stad.
Reeds in de jaren ‘20 werd er, na een architectuurswedstrijd, gestart met de aanleg van het Westerkwartier. De wijk werd opgesteld in een dambordschema en bestaat voornamelijk uit eengezinswoningen met één à twee bouwlagen. De opeenvolgende fasen hebben een uniformiserend karakter.
Schepen Bart Tommelein (Open Vld) verduidelijkt: ‘De wijk bevat veelal panden die in de inventaris Bouwkundig Erfgoed opgenomen zijn. Deze panden beschikken over een hoge of lage locuswaarde. In de praktijk stelden we echter vast, dat eigenaars met heel wat vragen zitten over die erfgoedwaarde. Met deze nieuwe studie beschikken we nu ook over een aantal algemene richtlijnen zodat het karakter van de wijk behouden kan blijven. We focussen hierbij op de opbouw van de gevels en de mate waarin er uitbreidingsmogelijkheden zijn. Op die manier kunnen eigenaars hun woningen verder aanpassen aan de hedendaagse noden.’