Persbericht van de afvalverbrandingsinstallatie IMOG | Op 1 maart 2018 worden de eerste woningen aangesloten op de restwarmte van de verbrandingsinstallatie. Minister Tommelein, Viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Begroting, Financiën & Energie opent samen met 65 aanwezigen officieel het warmtenet.
De afvalverbrandingsinstallatie van Imog bestaat 40 jaar. Al die tijd heeft ze haar diensten bewezen in kader van het algemeen nut. Zowel naar afvalverwerking als naar de productie van elektriciteit en zowel naar ecologie als economie is de installatie nog steeds best beschikbare technologie (BBT). De nieuwe ontwikkeling van warmtenetten zorgt voor bijkomende valorisatie van de restwarmte.
Sinds begin 2014 heeft Imog een warmtenet met buurbedrijf Nerva en wordt de warmte ook intern in de eigen bedrijfsgebouwen gebruikt. Vanaf eind 2015 werd gewerkt aan een warmtenet die projecten in de gemeenten Harelbeke en Kuurne verbindt met de verbrandingsinstallatie van Imog. Via een netwerk van 15 kilometer buizen kan zo energie worden gebracht naar 700 woningen, een 10-tal appartementsgebouwen en meerdere stadsgebouwen langs het traject. Hiervoor werd een onderboring van de Leie gerealiseerd over een traject van 150 meter en tot 15 meter diepte.
In totaal kan het warmtenet jaarlijks bijna 10 000 ton CO2 besparen.
Achtergrond
Bij de opstart van Imog stond de hygiëneproblematiek van huishoudelijk afval centraal. U vindt dit trouwens in onze naam terug: intergemeentelijke maatschappij voor OPENBARE GEZONDHEID. De opstart van de verbrandingsinstallatie paste hier in door het restafval thermisch te behandelen en te verkleinen. Zo kon het te storten volume met factor 10 verminderen, werden de schadelijke stoffen in de rookgaswassing en waterzuivering behandeld en konden ferro’s via magneten worden gesorteerd.
Imog verbrandt jaarlijks 65 miljoen kg restafval dat niet meer kan worden hergebruikt of gerecycleerd. Hierbij komt heel wat warmte vrij die niet onbenut wordt gelaten. Sinds 1987 rustte Imog de installatie uit met een energierecuperatie door elektriciteitsproductie. Concreet wordt uit 2 kg afval 1 kWh elektriciteit geproduceerd. We hebben sinds 1990, 750 miljoen kWh elektriciteit geproduceerd, goed voor het jaarverbruik van zo’n 500.000 mensen, of voor iedere inwoner van de Imog-regio het verbruik van zo’n 2 jaar.
Maar energie is ook warmte. En hier hebben we veel kunnen leren uit warmtenetten die in andere landen reeds lange tijd bestaan. Door een aantal nieuwe technieken en nieuwe evoluties kan er intern restwarmte worden vrijgemaakt. Er komt dus energie vrij in het thermisch oliecircuit dat voor nieuwe toepassingen kan worden gebruikt (> 2000 kWth). Hiervoor ging Imog op zoek naar mogelijke warmteafnemers, want deze warmte kon niet omgezet worden in elektriciteit.
Imog/Nerva
Buurbedrijf Nerva produceert voorgespannen betonwelfsels op maat van de klant. Hiervoor hebben ze een vloerverwarming geïnstalleerd om het beton te laten uitdrogen en uitreageren. De productiebanen worden nu verwarmd met de restwarmte afkomstig uit het verbrandingsproces. Deze vloerverwarming werd voorheen met een stookolieketel verwarmd met een jaarverbruik van ongeveer 130.000 l stookolie.
Mobiele warmte
Warmte kan eenvoudig worden getransporteerd over een realistisch bereik van ongeveer 10 km in een straal rond de producent. De energie kan worden opgeslagen in een transportmedium, water of natriumacetaat, op een temperatuur van ongeveer 95°C. Toepassingen zijn bijvoorbeeld een zwembad, administratief centrum of bibliotheek. Er is steeds plaats voor twee containers zodat er continuïteit is in aanlevering en toch voldoende reserve aanwezig is.
Harelbeke/Kuurne
Het warm water kan ook gebruikt worden om woningen te verwarmen. In Scandinavië wordt dit systeem vaak gebruikt, waarbij op een centrale stookplaats met biomassa of met restafval wordt gestookt en met warmwaterleidingen de omliggende huizen worden verwarmd. Er werden 2 warmtenetten naar woningen uitgebouwd, nl. in Kuurne waar en in Harelbeke. De beide netten worden aangesloten op dezelfde warmtebron, namelijk de verbrandingsinstallatie van Imog. Vandaar dat een samenwerking zich aanbood met beide distributienetbeheerders Eandis en Infrax.
Onderdelen
In samenspraak met de distributienetbeheerders, levert IMOG warmte tot aan haar perceelgrens, maar ook hiervoor zijn investeringen nodig: warmtewisselaars, pompen, back-upsysteem en warmtebuffer.
- Warmtewisselaars: de warmtewisselaars zetten de restwarmte van het verbrandingsproces via een circuit van thermische olie over naar water als medium die warmte naar de woningen transporteert.
- Pompen: de pompen stuwen het verwarmde water over 6,1 km (heen en terug) tot aan de afnemers: woningen en publieke gebouwen.
- Backupsysteem: Er wordt een backupsysteem voorzien op aardgas om onderhoudsstilstanden van de verbrandingsinstallatie te overbruggen en als de warmtebuffer op die momenten niet toereikend is.
- Warmtebuffer: Op het warmtenet zitten er diverse afnemers met een verschillend afnameprofiel. Dit zorgt voor een stuk basislast maar ook de traditionele pieken tijdens de ochtend en avond zijn steeds aanwezig. Om beter op deze pieken te anticiperen, zonder bij te stoken met fossiele brandstoffen, wordt er voorzien in een warmtebuffer. Deze warmtebuffer kan vraag en aanbod naar warmte beter op elkaar afstemmen.
Inpassing in Vlaams beleid
Vlaanderen staat voor een ambitieuze energietransitie. De Imog-warmtenetten passen dus perfect in het Warmteplan. Met de lokale verankering in onze onmiddellijke omgeving bewijst de verbrandingsinstallatie ook hier haar toegevoegde waarde naar openbaar nut, toegespitst op deze nieuwe uitdagingen die we als maatschappij tegemoet zien: mobiliteit en klimaatsverandering. De lokale productie van warmte biedt hier een mooie oplossing voor.
‘Groene warmte en warmtenetten zijn een volwaardig onderdeel van de energiepolitiek in Vlaanderen. Ze spelen een cruciale rol om meer energie-efficiëntie te realiseren en dragen bij aan onze doelstellingen rond hernieuwbare energie tegen 2020. Warmtenetten zijn ook prima geschikt om restwarmte op te vangen en te verdelen over woonwijken of nabijgelegen bedrijven. Dit warmtenet is een schitterend voorbeeld van een duurzaam energieproject voor de toekomst’, zegt Bart Tommelein, Vlaams Minister van Energie.