Het Vlaams Energie Agentschap (VEA) kreeg drie eensluidende adviezen over de grondstof die de biomassacentrale Langerlo wil gebruiken. Het gaat over houtstof en schavelingen van normale zaagactiviteit en houtverwerkende activiteiten van Estland, Letland en Litouwen. Volgens de sectorfederaties Fedustria en Cobelpa en de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) worden deze houtstromen niet als industriële grondstof gebruikt. Het Vlaams Energie Agentschap zal de houtstromen dus goedkeuren als grondstof.
Na het failliet van German Pellets, moest de overnemer van de biomassacentrale in Langerlo op zoek naar nieuwe grondstof. Hij diende een aanvraag in voor nieuwe houtstromen, die bestaan uit houtstof en schavelingen van normale zaagactiviteit en houtverwerkende activiteiten in Estland, Letland en Litouwen. De sectorfederaties Fedustria en Cobelpa en de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) onderzochten de houtstromen en verklaarden dat die niet als industriële grondstof worden gebruikt. Dat betekent dat het Vlaams Energie Agentschap de houtstromen zal goedkeuren voor hernieuwbare energieproductie in het groenestroomproject Langerlo.
Vlaams minister van Energie Bart Tommelein: ‘Ik heb van bij mijn aantreden gezegd dat ik absoluut geen voorstander ben van grote biomassacentrales, en daar blijf ik bij. Hoewel Europa de energie die ze opwekken meerekent als hernieuwbare energie, zijn ze zelden écht duurzaam. Daarom nam ik in juni reeds initiatief om de duurzaamheidscriteria voor biomassa te verstrengen. Dat ze voor Langerlo houtafval uit Europa willen gebruiken in plaats van hout uit Noord-Amerika is een stapje in de goeie richting. Maar voor het project effectief van start kan gaan moet nog heel wat gebeuren. Ik zal dit project nauwlettend blijven opvolgen.’