De Morgen // Filip Dewallens is hoofddocent gezondheidsrecht aan de UAntwerpen, bijzonder gasthoogleraar aan de KU Leuven en advocaat bij Dewallens & partners.
Het is een tendens: openbare besturen, in het bijzonder OCMW die een stuk van hun dienstverlening aan de private sector overlaten. Daar is principieel niets mis mee. Tenzij de wet de overheid verplicht om in een specifiek zorgaanbod te voorzien, kan ze die taak gerust overlaten aan het privaat initiatief. Dat veronderstelt uiteraard dat het bestuur meent dat die zorgondernemers (vaak zonder winstoogmerk) voldoende kwaliteit aanbieden. Hier speelt immers het subsidiariteitsbeginsel voluit: de overheid dient niet tussen te komen, sommigen zeggen zelfs mag niet tussenkomen, indien de markt reeds in een voldoende divers en kwaliteitsvol aanbod voorziet.
Vorige week werd de dienst thuiszorg van het OCMW Oostende aan een private vzw overgedragen. Die vzw biedt naar verluidt sinds jaar en dag zelf al thuiszorg aan. Op het eerste gezicht een volstrekt normale operatie dus. De overdracht stuitte nochtans op flink wat protest van de Oostendse oppositie en van de vakbonden die prompt de vernietiging eisten. Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Bart Somers zag echter geen graten in de beslissing en besloot om daar niet op in te gaan.
De klagers beroepen zich op een arrest van de Raad van State van zo’n 20 jaar geleden. De Raad oordeelde toen dat het OCMW van Wingene haar woonzorgcentrum niet mocht overdragen aan een VZW enkel maar omdat het aan renovatie toe was en die VZW haar rusthuis in dezelfde gemeente toch ook zou gaan renoveren. Neen, er moest volgens de Raad van State door het OCMW aangetoond worden dat “er geen actuele behoefte” meer bestond aan de uitbating (lees: door het OCMW). Aan dat arrest mag vanzelfsprekend niet de absurde uitleg gegeven worden alsof een OCMW steeds zelf in een zorgaanbod moet voorzien van zodra er een behoefte bestaat in de gemeente.
Die lezing is absurd en wel om twee redenen: 1) Een OCMW is wettelijk niet verplicht om, zoals in het voorbeeld van Oostende, een thuiszorgdienst op te richten. Dus zelfs als er een behoefte bestaat kan een OCMW niet verplicht worden om zo’n dienst op te richten. 2) Eens de dienst toch vrijwillig opgericht wordt, omdat de behoefte blijkbaar niet vervuld wordt door de private sector, dan zou het OCMW die dienst daarna niet kunnen opheffen of overdragen aan de private sector als die laatste intussen wel in een aanbod voorziet. Eens opgericht, altijd opgericht? Ook dus als er voor de overheid geen behoefte meer bestaat om verder uit te baten en als de verdere uitbating leidt tot verliezen en verspilling van belastinggeld? Ik denk het niet. Wie de macht heeft om een dienst op te richten, heeft ook de macht om deze opnieuw op te heffen.
De Vlaamse regelgeving bepaalt overigens zelf uitdrukkelijk dat een thuiszorgdienst overgedragen kan worden op voorwaarde dat de continuïteit van de dienstverlening wordt gegarandeerd. Dat is perfect in lijn met de voorwaarde die de Raad van State stelt voor een overdracht. De Raad van State zal ongetwijfeld opnieuw het laatste woord krijgen. Het is nochtans niet omdat een bepaalde beslissing politiek voor discussie zorgt, en bovendien een goed debat verdient, dat ze meteen ook onwettig is.