HLN – LEEN BELPAEME & NOËL SLANGEN | Hij mag dan wel de handen vol hebben als burgemeester van Oostende, Bart Tommelein laat de nationale politiek vooralsnog niet los. Ambities om minister te worden heeft hij niet meer, maar hij wil zeker nog een rol spelen in de nationale politiek als parlementslid of misschien wel als voorzitter van Open Vld. Zijn voormalige bevoegdheid als minister van Energie blijft wel nog even nazinderen. “Het is belachelijk dat de beslissing om de kerncentrales te sluiten niet wordt uitgevoerd”, aldus de Oostendse burgervader.
U zit nu al een paar maanden in het zadel als burgemeester, hoe ervaart u dat?
“Dit voelt nog nieuw aan, maar het is fijn om zo dicht bij de mensen te staan. In dit ambt kan je zelf veel verwezenlijken en in handen nemen, toch wel een groot verschil met het ministerschap. Ik ben wel even in de problemen geraakt met mijn agenda (lacht). Mijn mails behandelen, telefoons doen, dossiers instuderen,… ik deed dat allemaal in de auto. Nu is dat weggevallen omdat ik met de fiets naar het stadhuis ga.”
Uw populariteit als politicus is de laatste tijd erg gestegen. Nog geen spijt gehad van uw overstap?
“Het was niet gemakkelijk om die switch naar het lokale bestuur te maken. Ik deed mijn werk als minister graag, maar spijt heb ik niet. Het is nu wel leuk om goede rapporten te krijgen, terwijl je zelf beslist hebt om ermee te stoppen. Ik blijf weliswaar de keuze maken voor Oostende, ik zal niet van gedacht veranderen. Ik word niet opnieuw minister.”
Vallen beide jobs te combineren? Veel burgemeesters scoren niet goed in het parlement op vlak van aanwezigheid…
“Sommige mensen kunnen die twee taken combineren, anderen niet. Ik denk persoonlijk niet dat het voor mijn stad een slechte zaak zou zijn als haar burgemeester een stem heeft in Brussel.”
U hebt het grootste deel van de legislatuur in de Vlaamse regering van Geert Bourgeois gezeten, was dat geen erg ‘bleke’ regering?
“Het was een regering waarvan de leden goed samenwerkten. Er zijn nooit echt grote conflicten geweest en we hebben enkele zaken op de kaart gezet. Toch is de perceptie bij de bevolking en de media anders. We hebben onder meer de erfbelasting verlaagd met 10 procent, we hebben de registratierechten verlaagd voor de gezinswoning, we hebben een begroting in evenwicht, we hebben de Oosterweelproblematiek aangepakt en we hebben geïnvesteerd in zorg, onderwijs en innovatie. Op het einde van de rit hebben we de koopkracht van de mensen verhoogd door ons deel van de taxshift erdoor te krijgen.”
Wat is uw belangrijkste realisatie?
“Het is belangrijk dat we enkele belastingen hebben kunnen verlagen. Vooral mensen die een eerste en een bescheiden woning kopen moeten veel minder belastingen betalen. We hebben ook een draagvlak gecreëerd voor hernieuwbare energie na een moeilijke periode, een heel grote uitdaging. Ik heb me gesmeten, en met succes. Ik denk dat de Vlaming beseft dat er moet geïnvesteerd worden in hernieuwbare energie en dat dat ook kan opbrengen. Daarbij is het een geval van participatie waarbij de Vlaming rendement kan halen uit investeringen in hernieuwbare energie. Dat moet nog meer groeien. De gemeenten moeten hierin nog meer het voortouw nemen.”
Moet de hogere overheid de gemeenten stimuleren om die inspanning te leveren?
“Het is aan de hogere overheid om desteden te monitoren. De volgende minister van Energie moet de gemeenten en steden mee op sleeptouw nemen en met de burgemeesters overleggen. Ik heb het er moeilijk mee dat een aantal burgemeesters nu ‘geen windmolen op mijn grondgebied’-verklaringen afleggen. Ik begrijp dat bepaalde gemeenten zich daar moeilijker toe lenen. In Oostende bijvoorbeeld zitten we met de luchthaven en een beperkte oppervlakte, maar dat betekent niet dat wij geen verantwoordelijkheid moeten nemen om de doelstellingen te halen. In feite zouden burgemeesters in elke regio samen naar oplossingen moeten zoeken. Ik zou bijvoorbeeld aan Oudenburg en Gistel moeten vragen om mijn doelstelling op vlak van windmolens waar te maken en in ruil daarvoor kan ik inspanningen leveren met zonnepanelen en het warmtenet. Wat we niet kunnen doen in wind moeten we op andere vlakken doen. Ik vind het echt niet mooi van de burgemeesters van Nieuwpoort, Koksijde, Damme en Knokke-Heist dat ze zeggen dat ze het niet willen.”
Heb je nog met de klimaatjongeren kunnen praten?
“Ik heb de klimaatjongeren in Oostende ontvangen. Door de verschuiving van minister naar burgemeester, was het weliswaar vooral op het lokale niveau. Ik heb mij ook op de achtergrond gehouden en beslist om niet in de weg te lopen van mijn opvolgster. Ik vind dat die jongeren gelijk hebben. Het is onaanvaardbaar dat politici hun verantwoordelijkheid niet opnemen en alles doorschuiven naar de volgende generatie. Het gaat niet meer om het huidige klimaat, het gaat om de toekomst. Ik ben één van de politici die zegt dat er af en toe eens moeilijke beslissingen moeten genomen worden en dat we die best samen nemen in plaats van de zwartepieten door te schuiven.”
Is het sluiten van de kerncentrales één van die maatregelen, want daar gaat toch een bepaalde kost mee gepaard?
“Ik ben daar heel boos over. In het begin van de legislatuur heeft de regering beslist om de kerncentrales te sluiten in 2025. Alle partijen hebben dat meegestemd. Ik heb ook een energiepact gemaakt. Het is belachelijk als men achteraf zegt dat men het niet gaat uitvoeren. We zullen geen nieuwe kerncentrales bouwen in de komende 20 jaar, dus moeten we een oplossing zoeken en die vinden we enkel maar in hernieuwbare energie. In Vlaanderen zijn er voldoende daken om de doelstellingen te halen. Alleen moeten we de mensen overtuigen om het te doen en de mensen die het zelf niet kunnen doen, moeten kunnen participeren in de daken van anderen.”
“Voor wie niet terecht kan bij de bank moeten we als overheid enkele zaken voorschieten zodat die investeringen effectief kunnen gedaan worden. Denk bijvoorbeeld aan isolatie. Het rendement komt wel terug hoor voor de overheid. Langetermijnpolitiek is voor een politicus heel moeilijk. Je moet ervoor zorgen dat je bezig bent met de volgende generaties en niet enkel met de dagdagelijkse politiek van vandaag. Een politicus denkt aan de volgende verkiezingen, maar een staatsman denkt aan de volgende generaties. Dat brengt niet onmiddellijk electoraal gewin op, maar ik denk dat de mensen dat wel appreciëren.”
De N-VA wil geen nieuwe kerncentrales, maar wil er twee langer openhouden.
“Alle studies hebben uitgewezen dat dit geen oplossing biedt. Het kan misschien een oplossing zijn om op korte termijn een kleine winst te maken, maar die gaat voornamelijk naar de grote producenten zoals Engie en de buitenlandse spelers. Als we het echt menen, moeten we beseffen dat we moeten omschakelen en dat we niet met een tweedehandswagen moeten blijven rondrijden. We moeten beseffen dat we daar veel kosten aan zullen hebben en vroeg of laat toch een nieuwe auto moeten kopen. Het is gewoon uitstellen en de factuur naar de volgende generatie doorschuiven.”
Uit studies blijkt dat de koopkracht is toegenomen maar toch ervaren de mensen dat zo niet. Hoe komt dat?
“Als je ervoor zorgt dat iemand meer verdient, maar hij of zij voelt dit niet in de portemonnee, heb je ook een probleem. Weliswaar één dat vooral in de gedachten van de mensen bestaat.”
Wat mensen niet vergeten, is dat hun energiefactuur is uitgegroeid tot een belastingbrief.
“Dat heb ik ook ervaren en daarom pleit ik als gewezen minister voor Energie voor het saneren van die factuur. Alle kosten voor openbare nutsvoorzieningen, distributiekosten, de transmissiekosten werden in die factuur geduwd. Dat is onaanvaardbaar. Als mijn collega’s bij Onderwijs of Welzijn geld nodig hadden dan moesten ze aankloppen bij de minister van Begroting en dan kregen ze in functie van de noden een aantal budgetten toegewezen. De minister van Energie zit in de regering zonder een budget. Hij moet het maar van de factuur halen. Dat heeft geleid tot een overmatige stijging van de energiefactuur. Dat moet in de volgende regering rechtgezet worden. Een stuk van de energie-investeringen naar de toekomst toe moeten uit de algemene middelen komen en daar moeten keuzes gemaakt worden in het belang van het klimaat en de energietransitie.”
Wat is de toekomst van de kustverdediging? Vlaanderen investeert elk jaar veel geld in zandophopingen, maar is dit wel een duurzame oplossing?
“Dat kost inderdaad heel veel geld, er moeten andere oplossingen gevonden worden. Als men dan komt met voorstellen om eilanden in zee te bouwen, dan komt daar ook protest tegen. Iedereen kijkt een beetje naar zijn eigen belang. We moeten er toch zeker voor zorgen dat we dit serieus nemen. De klimaatopwarming is er. We krijgen zandophogingen omdat de zee verder komt dan in het verleden, maar dan moeten we ook onze verantwoordelijkheid nemen. Vroeg of laat hebben we prijs met die duizendjarige storm. Zolang er niets gebeurt, denkt iedereen dat het zo’n vaart wel niet zal lopen.”
Zegt u nee tegen het voorzitterschap als Gwendolyn Rutten in de volgende regering zetelt?
“Ik zal dat enkel doen als daar een draagvlak voor is en als de partij mij nodig heeft. Mijn eerste opdracht vandaag ligt bij het burgemeesterschap van Oostende, al heb ik altijd gezegd dat ik daarnaast een nationale rol wil blijven spelen.”