De privacycommissie zet het licht op groen voor de regelgeving van minister van Mobiliteit Galant (MR) rond drones. Staatssecretaris voor Privacy Bart Tommelein is verheugd dat het aspect privacy onmiddellijk wordt geïntegreerd in de nieuwe wetgeving. ‘We mogen niet bang zijn voor nieuwe technologieën, maar moeten wel van bij het begin de nodige waarborgen inbouwen om de privacy te garanderen.’
Lees hieronder het artikel van Isolde Van Den Eynde uit Het Laatste Nieuws van maandag 3 augustus 2015.
Voor persoonlijk gebruik mogen drones tot 30 meter vliegen. De onbemande vliegtuigjes mogen enkel in de achtertuin de hoogte in. Wie de buurvrouw wil fotograferen, moet dezelfde regels naleven als bij gewone camera’s. Namelijk: er is toestemming nodig van de persoon in kwestie.
Voor professioneel gebruik is de toegelaten hoogte vastgelegd op 300 voet, of 91 meter. Er kunnen uitzonderingen worden toegestaan. De toestellen mogen ook niet overal de lucht in. De internationale wetgeving laat namelijk niet toe dat drones in gecontroleerd luchtruim vliegen zonder speciale toestemming. Ongeveer twee derde van België is gecontroleerd luchtruim. En goederentransport is niet toegelaten.
Voor al deze regels heeft federaal minister van Mobiliteit Galant het Koninklijk Besluit klaar dat dit najaar zal worden gestemd in het parlement. De Privacycommissie geeft Galant alvast groen licht. Voor de duidelijkheid: het gebruik van drones zelf heeft niets met privacy te maken. Pas wanneer ze persoonsgegevens verwerken – bijvoorbeeld door een camera – is privacy een issue.
Onzichtbaar
De commissie vindt dat drones wel meer een bedreiging voor de privacy vormen dan vaste camera’s of gewone bewaking vanuit de lucht. Door hun hoge vlieghoogte zijn de toestellen immers minder zichtbaar. Een drone is ook moeilijk opspoorbaar – een helikopter hoor je van ver, een drone is geruisloos – en de persoon die hem bestuurt, is moeilijk te vinden. Het toestel kan ook informatie verzamelen doorheen muren, daken, puin of wolken, overdag en ’s nachts. Bovendien kan zo’n onbemand vliegtuigje niet alleen videobeelden maken, maar ook communicatiesignalen afluisteren, aangezichten opsporen, bewegingen registreren of abnormale verplaatsingen melden.
Ondanks al die bedenkingen geeft de Privacycommissie toch een positief advies. Want er staat ook expliciet in dat de privacywetgeving moet worden toegepast. En dat dronebestuurders een opleiding moeten krijgen over deze wetgeving.
“We mogen niet bang zijn voor nieuwe technologieën, maar moeten wel van bij het begin de nodige waarborgen inbouwen om de privacy te garanderen”, zegt staatssecretaris voor Privacy Bart Tommelein (Open Vld).
De rest van het artikel kan je hier lezen in Het Laatste Nieuws.