Vlaams minister Geert Bourgeois (N-VA) bevestigt dat de huidige Oostendse vismijn niet in aanmerking komt als beschermd erfgoed. Dat blijkt uit een schriftelijke vraag van Open Vld-fractieleider Bart Tommelein (Open Vld). Enkele weken geleden diende de vzw Oostendse Oosteroever een aanvraag in bij Onroerend Erfgoed om de oude vismijngebouwen in Oostende te beschermen. Tommelein (Open Vld), die ook actief is als Eerste Schepen in Oostende, zag in een dergelijke erkenning een gevaar voor de huidige en toekomstige visserijactiviteiten in de kuststad. Tommelein: “De gedeelde ambitie van de stad Oostende, Vlaanderen en de visserijsector bestaat erin om het huidige gebouw selectief te slopen en een volledig en modern visserijcomplex te bouwen. De erkenning als beschermd erfgoed zou geen goede zaak zijn voor de visserijactiviteiten.”
Uit het antwoord van de minister blijkt nu dat de erfgoedwaarde van de oude vismijn niet van die aard is dat een bescherming in het algemeen belang door de Vlaamse overheid te verantwoorden is. De vismijn komt dus niet in aanmerking voor een erkenning als beschermd erfgoed. Eerste Schepen Tommelein (Open Vld) is alvast tevreden met het antwoord op zijn schriftelijke vraag. “Hoewel de oude vismijn onmiskenbaar erfgoedwaarde bevat inzake modernistische architectuur, is deze waarde niet belangrijk genoeg om de toekomst van een economisch leefbare visserij in Oostende te hypothekeren. De doelstelling om 45% van de veilingactiviteiten in ons land in Oostende te laten plaatsvinden, veronderstelt een vismijn met een moderne infrastructuur zoals ook op de Oostendse collegezitting van maandag 14 oktober werd bevestigd”, aldus Tommelein (Open Vld).