De Vlaamse regering zorgde er vandaag voor dat de biomassacentrale Max Green in Gent langer kan openblijven, door het percentage van groenestroomcertificaten dat ze niet mogen verzilveren te verlagen. Vlaams minister van Energie Bart Tommelein: ‘In 2020 kan de centrale groene stroom leveren voor 424.000 gezinnen. Dat brengt het behalen van onze Europese doelstellingen weer een stap dichterbij.’
Sinds 2005 krijgt de biomassacentrale Max Green in Gent groenestroomcertificaten voor de hernieuwbare energie die ze produceert. In 2011 besliste de vorige Vlaamse regering dat 11 procent van die certificaten niet verzilverd mocht worden. Men ging er immers vanuit dat de elektriciteitsprijs zou stijgen en dat de centrale zo winstgevend zou zijn. Maar tegen de verwachting in daalde de groothandelsprijs voor elektriciteit en neemt de prijs van biomassa nog toe.
Volgens het energiedecreet kan Max Green aan het Vlaams Energie Agentschap een verlenging van de ondersteuning vragen voor vijf jaar. De laatste cijfers tonen echter aan dat de centrale onmogelijk rendabel kan zijn. De Vlaamse regering besliste daarom vandaag het percentage groenestroomcertificaten dat niet in aanmerking komt voor de certificatenverplichting, te verlagen naar 4 procent.
Duurzame grondstoffen
‘Het zou al te gek zijn dat een biomassacentrale die al meer dan tien jaar ondersteuning krijgt, zou sluiten nét voor we onze Europese doelstellingen moeten halen. In 2020 kan Max Green 1.483 GWh groene stroom leveren, goed voor de bevoorrading van 424.000 gezinnen’, zegt Vlaams minister van Energie Bart Tommelein. ‘En met het huidige ondersteuningssysteem waarbij de onrendabele top wordt berekend, is oversubsidiëring sowieso uitgesloten.’
De minister benadrukt dat Max Green bij de verlenging zal moeten voldoen aan de duurzaamheidscriteria die hij invoert. ‘Centrales zullen alleen nog ondersteuning krijgen als ze voldoen aan de nieuwe criteria. De grondstoffen die ze gebruiken moeten zowel op ecologisch, economisch als sociaal vlak duurzaam zijn.’ Dat de centrale langer kan openblijven is ook goed nieuws voor de mensen die in en rond de centrale werken. ‘Het gaat over het behoud van ongeveer 200 directe en indirecte jobs’, besluit Tommelein.