Tussen september 2020 en december 2021 kon Stad Oostende via de coronasteun elke Oostendenaar ondersteunen die omwille van de pandemie in een financiële of materiële noodsituatie terecht kwam. Het ging in totaal over 990.000 euro federale middelen die bij 956 Oostendse gezinnen terecht kwamen. Stad Oostende koos voor een aanpak op maat en beoordeelde elk dossier individueel. Hierdoor konden hulpvragen zeer gericht in kaart worden gebracht.
In 2020, bij het begin van de coronacrisis, kregen heel wat steden en gemeenten een budget van de Federale overheid om toe te kennen aan inwoners die door de coronacrisis in financiële moeilijkheden waren geraakt. Voor Oostende liep dit bedrag op tot 990.000 euro.
Het broodnodige duwtje in de rug
Elke stad kon naargelang de behoefte zelf bepalen hoe dit budget zou worden toegekend. Oostende heeft hierbij niet gekozen voor een collectieve toekenning van bijvoorbeeld voedselbonnen of laptops, wel voor een aanpak op maat. De doelstelling hierbij was om álle Oostendenaars in nood te bereiken, en niet alleen die mensen die al gekend waren bij het OCMW. Dankzij deze persoonlijke benadering, met een beslissing voor elke individuele aanvraag, is dat ook gelukt.
Bij de Welzijnsdiensten van Stad Oostende zijn er tussen september 2020 en eind december 2021 zo’n 1.410 hulpvragen voor coronasteun binnengekomen. In 1.200 dossiers (85%) werd effectief ook steun toegekend. In totaal werden hiermee 956 gezinnen bereikt, die in deze coronatijden in de problemen waren gekomen.
Een derde van de geholpen cliënten waren ‘nieuw’, wat betekent dat 33% van de toekenningen gebeurde aan mensen die op dat moment geen ondersteuning kregen van het OCMW. De hulpverlening van Stad Oostende is ook een stuk laagdrempeliger en breder bekend geworden dankzij deze aanpak. Door de coronasteun konden de welzijnsdiensten op een preventieve manier met die mensen aan de slag gaan die op het randje balanceerden. De bedoeling van de steun was om ze het broodnodige duwtje in de rug te geven en dat is in grote mate gelukt. De drie grootste thema’s binnen alle toegekende steun zijn ondersteuning bij huisvesting (44%), onbetaalde facturen (21%) en digitale ondersteuning (13% – van belang bij het vele thuisonderwijs voor leerlingen).
Innovatie bij de welzijnsdiensten
In het kader van de toekenning van coronasteun werd een grote inspanning gevraagd aan de maatschappelijk werkers. Elk dossier moet namelijk apart onderzocht en toegekend worden, wat een pak meer werk met zich meebrengt dan éénmalige ingrepen.
De coronasteun viel samen met een grote hervorming van de Welzijnsdiensten, wat ons in staat stelde om een aantal nieuwe methodes uit te proberen en te evalueren. Er werd een duidelijk kader ontwikkeld voor dit soort van incidentele steun. Ook het zogenaamde outreachend werken slaat erg goed aan. Het wegwerken van een aantal drempels voor een aanvraag zorgt ervoor dat mensen sneller aan de alarmbel trekken en problemen zich minder lang opstapelen en te complex worden.
Stad Oostende heeft van bij de start zeer breed gecommuniceerd over het aanbod, via verschillende kanalen. Daarnaast werd er ook heel gericht op bepaalde doelgroepen gemikt, in overleg met de lokale en regionale welzijnspartners. Vanuit de hele stadsorganisatie werd geholpen om de mensen die het nodig hadden, toe te leiden naar het aanvraagsysteem: van de brugfiguren in de scholen tot de straathoekwerkers.
Zoom 18-25
Nu het federale subsidieprogramma is afgelopen, kan Stad Oostende niet langer coronasteun toekennen. Dat betekent uiteraard niet dat mensen met hun algemene hulpvragen niet meer bij Stad Oostende terecht kunnen. De dienst Rechtenverkenning draait op volle toeren en verwerkt alle aanvragen voor hulp van Oostendenaars die financieel in moeilijkheden zijn. Tot eind maart kan daarnaast ook nog hulp gevraagd worden door jongeren tussen 18 en 25 jaar in het kader van Zoom 18-25, een extra coronabudget van de federale overheid.