Privacyschenners, uitbuiters, zwartwerkers en ‘foefelaars’ allerhande moeten het ondertussen wel begrepen hebben: staatssecretaris Bart Tommelein (Open Vld) staat scherp en gaat geen gevecht uit de weg. Vooral niet als het de camera’s aantrekt. “Ik, een showman? Ik ga gewoon keihard voor mijn doelen. En ik leg het graag uit, ja. Mag het?”
Bron: Het Laatste Nieuws – Dieter Dujardin
“Zie je die windmolens ginds aan de einder?”, wijst de blauwe Oostendenaar terwijl hij op commando van onze fotograaf gezwind de zee instapt. “Dat zijn nu de mijne, zie.” Als staatssecretaris voor de Noordzee of voor de Privacy, vragen we plagerig. Met zijn strijd tegen internetgigant Facebook lijkt Tommelein wel Don Quichote. Zelf hoort hij liever een andere metafoor: David tegen Goliath. Alleen al omdat hij als gewezen communicatiejongen als geen ander weet dat dit een wel zeer mediagenieke setting is.
Bart tegen Goliath: u kon het niet beter gedroomd hebben.
“Mijn positie is eenvoudig. Ik moet op al mijn bevoegdheden een aantal wetten laten respecteren en daarvoor maak ik geen onderscheid tussen kleine en grote spelers. De indruk kan misschien wel eens ontstaan dat ik uit ben op een open oorlog met Facebook, maar dat is niet het geval. Ik vind het een fantastisch medium, waarvan ikzelf zeer actief gebruikmaak. Maar het doen en laten van mensen traceren die zelfs geen lid zijn, dat kan echt niet. En dat is principieel. Privacy is een liberaal goed. Als je geen privacy hebt, heb je geen vrijheid.”
Nog geen dreigmail gekregen van Mark Zuckerberg? Zou hij eigenlijk weten wie ‘Bart from brave little Belgium’ is?
“Daar lig ik echt niet wakker van. Als ik hem tegenkom, ga ik met hem een pint drinken. Allee, als hij dat tenminste ziet zitten.”
Het proces dat België heeft ingespannen, dat wordt toch een grap. Het advocatenleger van Zuckerberg vreet jullie gewoon op.
“Voor de duidelijkheid: niet ik heb een proces aangespannen tegen Facebook, maar de federale Privacycommissie. Politiek steun ik die beslissing, maar juridisch heb ik daar niks aan te zeggen. De commissie is volledig onafhankelijk. Maar wees maar gerust dat voorzitter Debeuckelaere en zijn team niet roekeloos te werk gaan. Ze hebben de praktijken van Facebook heel goed bestudeerd, hebben bondgenoten van andere Europese landen rond zich verzameld en weten volgens mij heel goed dat ze een stevig dossier hebben. U kan daar lacherig over doen, maar mag ik u hun strijd tegen Google, over het recht op vergeten worden op het internet, in herinnering brengen? Die is ook succesvol geweest.”
Geef toch toe dat uw hele optreden als staatssecretaris een hoog showgehalte heeft. U zit voortdurend in het nieuws met straffe uitspraken. En uw N-VA-collega Elke Sleurs ondertussen maar ploeteren.
“Dat vind ik geen nette opmerking. Elke Sleurs is een zeer bekwame politica die keihard werkt en met wie ik geweldig goed en graag samenwerk. Het horecaplan, dat recent werd goedgekeurd in de regering, hebben we helemaal samen opgesteld.”
Maar u ging met de pluimen lopen. U hebt haar op Fraudebestrijding in de gracht gereden met uw voortvarende communicatie.
“Nee, ik ben gewoon iemand die keihard gaat voor zijn doelen, en zeer open en communicatief is. Naar alles en iedereen. Als iemand commentaar levert op mijn Facebook-account, dan antwoord ik persoonlijk. Zo zit ik in elkaar. U mag dat show noemen, maar wat wil u nu eigenlijk? Van andere regeringsleden vraagt men zich af waar ze hun dagen mee vullen. En ik zou dan té actief zijn, of zo?”
Sta me toe gelijkenissen te zien tussen uw strijd tegen Facebook en die tegen sociale dumping. In beide gevallen vecht u tegen een grote, boze, maar vooral ongrijpbare buitenlandse vijand. Handig. Zo stoot u uw electoraat niet voor het hoofd.
“Pardon? Heb ik dan mijn nek niet uitgestoken in de strijd tegen fraude in de horeca? Voor heel veel horecabazen ben ik vandaag de man van de witte kassa’s, terwijl het mijn collega van Financiën is die verantwoordelijk is. En wie pakt vandaag de domiciliefraude aan? En de fraude met uitkeringen? Ik toch?”
Daarmee treft u de sukkelaars.
“Daarin vergist u zich. Achter uitkeringsfraude zitten vaak georganiseerde netwerken. Hetzelfde wil ik bereiken met sociale dumping. We moeten de netwerken oprollen en de figuren bovenaan de piramides te pakken krijgen. Dat is lastig en er zijn nog pijnpunten, heb ik deze week kunnen vaststellen op het terrein. We moeten meer inzetten op informatica en datakoppeling om diepgaande financiële onderzoeken te voeren. En als er boetes uitgedeeld worden, moet de fiscus die uiteraard innen. En misschien moeten we ook de strafmaat voor hele zware sociale fraude wel aanpassen. Er heerst een tendens om witteboordencriminelen per definitie niet meer naar de cel te sturen. Ik heb daar bedenkingen bij en ik zal daarover met mijn collega Geens de discussie aangaan. Sociale dumping ontwricht de economie. Daar horen zware straffen op te staan.”
Gelukkig geniet u de steun van een zwaargewicht in de regering. Uw collega van Werk, Kris Peeters (CD&V), komt zelf voortdurend met voorstellen.
“Mijnheer Peeters geeft de buitenwereld af en toe graag de indruk dat hij de man is die de bakens verzet en dat anderen er maar voor spek en bonen bijlopen, ja. Sommigen worden daar hoorndol van, maar ik vind hem eigenlijk best amusant. En het belangrijkste is dat we dezelfde strijd voeren.”
Elkaars vliegen afvangen.
(lacht) “Nee, de strijd tegen sociale dumping. Maar ik geef toe: Kris en ik plagen elkaar graag, ja. Maar het blijft altijd gemoedelijk. Ik stuur hem dan een sms’je. Zoals ‘Working together is a success. Henry Ford.’ Leuk toch? We kennen elkaar al heel lang. Wist u trouwens dat hij exact 14 dagen jonger is dan ik?”
Tiens. Zijn haar is spierwit, het uwe pikzwart. De kapper van Herman De Croo overgenomen?
“Nee, goeie genen, denk ik. Ik heb ook relatief weinig rimpels. Aan mijn levensstijl zal het nochtans niet liggen.”
Wat is uw visie op Peeters’ stokpaardjes: tax shift en vermogensbelasting?
“O, ik heb daar mijn ideeën over, maar ik ben niet de woordvoerder van mijn partij in deze dossiers. Bescheidenheid is niet mijn grootste deugd, maar ik ken mijn plaats. Dat valt tegen qua showgehalte, zeker? (lacht)”
U blinkt in uw vel sinds u in de regering zit, hé.
“Dat zegt iedereen, ja. En het klopt ook. Ik doe deze job ontzettend graag. Het is lastig, mentaal en fysiek. Om 2 uur in bed, soms om 5 uur er weer uit: dat weegt. Maar ik amuseer me te pletter met mijn bevoegdheden, omdat ik echt het gevoel heb dat ik dingen in beweging kan zetten. Zowel in België als internationaal.”
En zeggen dat u ongeveer een jaar geleden nog in de lappenmand lag toen niet u, maar Turtelboom en Gatz in de Vlaamse regering belandden.
“Je moet zulke momenten altijd snel achter je kunnen laten en de bladzijde omdraaien, wat ik toen ook gedaan heb. Rancune is iets wat mij vreemd is. Nogmaals, ik ben dus heel blij met mijn nieuwe job. Maar het is echt niet zo dat ik een auto met chauffeur nodig had om gelukkig te zijn in het leven.”
U hebt genoeg aan uw familiaal geluk?
“Dat nu ook weer niet. Ik zie mijn vrouw en mijn 5 kinderen ongelofelijk graag, maar ik ben niet gemaakt om elke dag met de pantoffels in de zetel te zitten. Ik hou ervan om het heft in handen te nemen. Dat is zo in alles. Toen mijn kinderen naar school gingen, belandde ik in het oudercomité. En toen er in Oostende een wielerclub moest worden opgericht, werd ik voorzitter. Er is geen ontkomen aan.”
Hoe gaat het nog in Oostende? Ensor-achtige feesttaferelen nu keizer Johan de troon bestijgt en onderkeizer John nationaal sp.a-voorzitter is geworden?
“Ik blijf daar heel rustig bij. De situatie is hier niet meer wat ze was. Ooit hadden de socialisten hier de absolute meerderheid, nu beseft burgemeester Vande Lanotte dat hij rekening zal moeten houden met zijn coalitiepartners. En dus met de Open Vld van Bart Tommelein.”
U heeft al een plannetje voor 2018, horen we. De komende jaren goed in the picture lopen als staatssecretaris van de Noordzee, de kusthoreca niet te veel lastigvallen en dan met de hulp van N-VA zelf de sjerp grijpen.
“Ik vind u heel amusant, en ik ga niet hypocriet zijn: Oostende is mijn thuis. In tegenstelling tot mijn collega’s Vande Lanotte en Crombez ben ik hier geboren en getogen. Mocht het burgemeesterschap ooit op mijn pad komen, zal ik dus vermoedelijk niet aarzelen, maar op dit moment heb ik andere uitdagingen.”
Een energieatol voor de kust van De Haan bouwen is er één van. Maar N-VA en meer bepaald Vlaams Parlementslid Wilfried Vandaele geven serieus tegengas.
“U weet waar mijnheer Vandaele woont? Wel, ik stel vast dat hij lijdt aan het NIMFY-complex: ‘Not In My Front Yard.’ Ik begrijp de bekommernissen van De Haan, maar op een bepaald moment moet je als overheid wel keuzes maken. Als je hernieuwbare en offshore-energie belangrijk vindt, dan moet je ook opslagcapaciteit creëren. Wie dit project wil begraven, zal mij dus eerst moeten overtuigen dat er alternatieven zijn.”
U speelt graag de harde, hé?
“Ik ben een doorzetter. De vrienden van mijn wielerclub kunnen het getuigen: stuur mij de Ventoux op en ik zal niet afstappen, mijn fiets mag kraken onder mijn forse gewicht. Zo ga ik ook met mijn bevoegdheden aan de slag. Al wie denkt dat je in dit land ongestoord de sociale zekerheid kan oplichten of sollen met de wetten van de privacy, zal Bart Tommelein tegenkomen.”