Uit een recente studie van de European Wind Energy Association (EWEA) blijkt dat de Belgische offshore industrie in 2014 vierde staat op de Europese rangschikking. Staatsecretaris voor Noordzee Bart Tommelein ziet in de cijfers een bevestiging van de inspanningen die de afgelopen jaren werden geleverd. “Gezien de beperkte Noordzee-oppervlakte is dit een heel knap resultaat. Met de vijf nieuwe windmolenparken die op stapel staan zal de capaciteit minstens verdubbelen. België is zo een voortrekker in Europa.”
De Belgische offshore industrie doet het goed doet in Europa. Voor 2014 staat ons land vierde op de Europese rangschikking, met een geïnstalleerde offshore windcapaciteit van 712 MW (8,8%). Koploper is het Verenigd Koninkrijk met 4.494,4 MW of 55,9% van alle installaties. Denemarken volgt op de tweede plaats met 1.271 MW (15,8%) en Duitsland op de derde plaats met 1.048,9 MW (13%). Europa levert een totale offshore windcapaciteit van 8GW.
Staatsecretaris voor Noordzee Bart Tommelein is blij met de cijfers en ziet een bevestiging van de inspanningen die de afgelopen jaren werden geleverd: “Ons land moet in Europa een voortrekkersrol spelen. We beschikken met het Marien Ruimtelijk Plan over alle troeven om dit waar te maken. De komende jaren wil ik de windmolencapaciteit van België minstens verdubbelen door de aanleg van vijf nieuwe windmolenparken bovenop de bestaande drie. Eens alle windmolenparken actief zijn, zal de offshore windenergie voor 10% van het totale elektriciteitsverbruik in België zorgen, of voor maar liefst de helft van het totale jaarlijkse huishoudelijke verbruik.”
De Staatssecretaris ziet een belangrijke rol weggelegd voor de haven van Oostende: “Oostende moet een echte offshore industry haven worden. Nu al gebeurt de bouw en het onderhoud van de huidige drie windmolenparken vanuit Oostende. Elicio en Eneco hebben zich alvast geëngageerd om hun nieuwe windmolenpark Norther ook vanuit Oostende te bouwen.”