Belga | Meer dan 6 procent van de totale capaciteit van windmolenenergie op zee in de Europese Unie, bevindt zich in België. België (6,5%) moet enkel het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Denemarken laten voorgaan. Dat blijkt uit offshorecijfers van de European Wind Energy Association (EWEA).
In 2015 steeg de totale windmolencapaciteit met 37 procent, of 3.019 megawatt, ten opzichte van 2014. De totale capaciteit bedraagt nu 11.027 megawatt in de Europese Unie, wat overeenkomt met 11 kerncentrales. Europa telt nu 3.230 windmolens in 84 verschillende windparken op zee, verdeeld over elf landen. Die kunnen in een normaal windjaar zorgen voor 1,5 procent van de totale energieconsumptie van de Europese Unie.
België bekleedt in die lijst een mooie vierde plaats met een capaciteit van 712 megawatt, of 6,5 procent van de totale EU-capaciteit. Het Verenigd Koninkrijk heeft een capaciteit van 5.061 megawatt, Duitsland van 3.295 megawatt en Denemarken van 1.271 megawatt. België houdt Nederland achter zich. Zij hebben op zee een capaciteit van 426,5 megawatt.
“Met een mooie vierde plaats behoren we tot de Europese top. Als we rekening houden met de beperkte oppervlakte van ons Belgisch zeegebied, zijn we absolute koploper. Dat is een schitterend resultaat”, vindt staatssecretaris voor de Noordzee Bart Tommelein (Open VLD). “Er werd bovendien nooit méér geïnvesteerd in offshore windenergie. Ook de komende jaren investeren bedrijven in nieuwe windmolenparken op de Noordzee. Zo start men binnenkort vanuit Oostende met de bouw van het nieuwe park Nobelwind en staan ook de parken Norther en Rentel in de steigers. Offshore windenergie draagt bij aan het behalen van de klimaatdoelstellingen en het zorgt voor veel nieuwe jobs. Onze windmolens op de Noordzee leverden in 2015 elektriciteit voor meer dan 70 0.000 gezinnen.”