De openbare omroep heeft met Jeroen Meus een kok in huis die heel Vlaanderen aan het koken heeft gezet. Vorige week meldde de VRT dat ze het succes van het programma Dagelijkse kost verder wil vermarkten door een samenwerking met Foodmaker op te zetten en maaltijdboxen aan te bieden. Bart Tommelein, Vlaams Parlementslid voor Open Vld, reageerde tijdens de plenaire vergadering teleurgesteld: “Volgens het mediadecreet mag de VRT dit doen. Het mag wel geen ernstige concurrentieverstoring teweegbrengen tegenover andere ondernemers. De VRT moet zich dan ook de vraag stellen of deze activiteit – behalve de inkomsten – een meerwaarde is binnen haar openbare omroepopdracht. Ik zie die in ieder geval niet.”
De populariteit van het programma Dagelijkse kost leidde eerder al tot een reeks kookboeken en ook online is er een catalogus van recepten te vinden. Nu lanceert de openbare omroep samen met Foodmaker maaltijdboxen. Die zullen worden samengesteld door Jeroen Meus en te koop worden aangeboden via de website van Foodmaker.
“Op het eerste zicht lijkt het lanceren van een maaltijdbox me wel toegestaan door het mediadecreet, de beheersovereenkomst en het kader merchandising en nevenactiviteiten. Het mediadecreet bevat met artikel 8 echter ook de bepaling dat zo’n activiteiten tegen marktconforme voorwaarden moeten worden uitgevoerd. Daarnaast mogen zo’n afgeleide producten geen ernstige concurrentieverstoring met zich meebrengen. Het zou de VRT dan ook sieren als ze zich de vraag stelt of dit echt nodig is in het kader van haar openbare omroepopdracht. Het is niet omdat iets toegelaten is, dat er niet moet worden nagedacht vooraleer men iets doet”, aldus Bart Tommelein. “Want door het succes en de populariteit van Jeroen Meus is de kans zeer reëel dat de VRT hier onnodig zwaar in concurrentie treedt met een vrij jonge markt. Deze heeft tijdens de coronacrisis een boost gekregen, maar desalniettemin hebben ondernemers heel wat investeringen moeten doen om dat succes ook waar te maken.”
Het liberale parlementslid begrijpt dat de VRT – naast haar reguliere inkomsten – probeert om de rechten die ze op bepaalde programma’s heeft maximaal te verzilveren. Hij benadrukte tijdens zijn uiteenzetting wel dat de timing hoogst ongelukkig is. “De VRT komt hier regelrecht op het terrein van de horecasector, die op dit moment net als de event- en cultuursector nog niet aan de slag mag en aan het bloeden is. We moeten niet beginnen concurreren met deze sectoren. We mogen hen niet onnodig belasten”, besluit Bart Tommelein.