Krant van West-Vlaanderen – Jeffrey Roos // Burgemeester van Oostende Bart Tommelein mocht zaterdag voor de eerste keer zijn woning verlaten nadat hij besmet was geraakt met het coronavirus. Zondag stond meteen een fietstocht op het programma. “Hou nog even vol”, roept de burgemeester zijn inwoners op.
Velen dachten dat het een aprilgrap was, maar niets was minder waar. Bart Tommelein (Open Vld) kreeg op 1 april wel degelijk het nieuws dat hij het coronavirus had opgelopen. De Oostendse burgemeester kreeg na een gepland hartonderzoek te horen dat er vlekken te zien waren op zijn longen. Dat zette de dokters aan om de burgemeester te testen op het virus, om andere oorzaken uit te sluiten. Die test bleek positief te zijn en dat zorgde ervoor dat de burgmeester veroordeeld werd tot tien dagen huisarrest. “Ik heb voor het eerst sinds tien jaar heel veel tijd kunnen doorbrengen met mijn gezin”, vertelt Bart Tommelein. “De laatste tien jaar heb ik het erg druk gehad. We zagen elkaar dan ook heel weinig. Ik heb nu een andere band met mijn jongste kinderen. Op een normale werkdag ontbijt ik al eens met de kinderen en dan zie ik ze daarna niet meer. Of ze liggen al in bed als ik na een werkdag thuis kom of ze gaan net slapen. Ik heb mijn kinderen op een andere manier leren kennen. Ik wist bijvoorbeeld niet dat mijn zoon een grote fan is van voetbalclub Ajax. Hij kent alles spelers bij naam en rugnummer (lacht).”
Bart Tommelein vertoonde amper symptomen, maar bleek onbewust toch besmet. “Dat wil zeggen dat iedereen drager kan zijn van het virus zonder dat daar ook maar een enkele symptoom van is. Net dat maakt het virus zo gevaarlijk. Je kan zo gezond zijn als een vis, maar toch drager zijn. Men kan dus andere mensen besmetten zonder dat men dat door heeft. Ik voelde helemaal niets, hé. Ik volde me wat vermoeid, maar ik dacht in eerste instantie dat dat door de lange werkdagen kwam. De coronacrisis zorgde voor nog langere werkdagen. We hadden geen draaiboek en stonden voor een grote uitdaging. Nu, het zal achteraf gezien wel een combinatie van de twee geweest zijn. Maar dat was eigenlijk een van de symptomen. Daarnaast had ik ook een neusverkoudheid, maar die was niet anders dan anders. Verder heb ik geen koorts en geen pijn gehad, maar toch was ik besmet”, gaat de burgemeester verder. “Ik heb echter wel geluk gehad en heb er niet zwaar van afgezien. Maar er zijn anderen. Mensen kunnen wel degelijk zwaar afzien van het virus. Reageerde iedereen er maar op zoals ik dat heb gedaan. Dat zou heel wat zorgen doen verdwijnen.”
We polsten eens bij de burgemeester hoe zo’n dag in quarantaine er precies uitziet. “Heel veel conference calls”, lacht de burgemeester. “Mijn dag start zoals dat in een normale situatie is. Waar ik normaal in de auto mijn mails lees, de kranten lees en mijn dringende telefoongesprekken voer, deed ik dat nu aan de keukentafel. Ik kon gelukkig veel doen op een digitale manier. Ik heb me niet verveeld. Het grote verschil is dat ik me niet meer hoefde te verplaatsen. En dat zorgt ervoor dat je efficiënter kan werken. Ik had tijdens mijn quarantaine de hele dag door contact met de korpschef, de algemeen directeur en met de mensen van mijn diensten.”
De politie houdt van ’s morgens tot ’s avonds de zeedijk in de gaten en als het uit de hand dreigt te lopen, dan sluiten we de zeedijk af
Bankzitten blijft een discussiepunt
Naast de essentiële verplaatsingen raadt de overheid aan om te bewegen. Wandelen, joggen of fietsen mag. Stilzitten op een bankje niet. “In Oostende leven we met heel veel mensen op een kleine oppervlakte en dat is een probleem”, stelt de burgemeester vast. “Als al die mensen op hetzelfde moment beslissen om een wandeling op de zeedijk te doen dan hebben we inderdaad een probleem. Zo waren er de laatste dagen heel wat wandelaars op onze zeedijk, maar niet in die zin dat het problematisch werd. De politie houdt van ’s morgens tot ’s avonds de zeedijk in de gaten en als het uit de hand dreigt te lopen, dan sluiten we de zeedijk af. Foto’s kunnen wel de indruk wekken dat er heel wat volk loopt, maar in werkelijkheid is dat net iets anders.”
Het bankzitten in de stad blijft echter wel een discussie. “Als we iedereen toestaan om op bankjes te zitten, dan kan de regel rond social distancing niet meer gerespecteerd worden. De politie treedt daarbij op, maar vervult daarin een menselijke rol. Ik heb hen gevraagd om niet meteen te gaan schrijven, maar om mensen in eerste instantie aan te sporen om de plaats te verlaten en hun weg verder te zetten.” Nochtans kreeg een koppel uit Bredene vorig weekend een boete van 500 euro omdat ze even aan het uitrusten waren op een bankje in het Maria-Hendrikapark. “Als men de politie probeert te intimideren en men gaat zich agressief opstellen dan moet de politie wel optreden. Dat proces-verbaal werd niet opgemaakt omdat die mensen op dat bankje zaten. Ze werd opgemaakt omdat ze zich respectloos gedroegen ten opzichte van de politie. Dat terwijl de inspecteurs die mensen beleefd hadden gevraagd om hun weg verder te zetten. Dat is eigenlijk de precieze uitleg bij het proces-verbaal. Maar ik wil wel duidelijk zeggen dat de meeste mensen heel veel begrip tonen voor het optreden van de politie. Het gaat tenslotte om ieders gezondheid, niet? Weet je… voor de ene kan men niet streng genoeg optreden en voor de andere zal het optreden altijd te streng zijn. Men kan niet voor iedereen goed doen, dat is onmogelijk. De gezondheid van de Oostendenaars wordt echter altijd op de eerste plaats gezet.”
De burgemeester vindt het beangstigend dat heel veel ouderen het niet nauw nemen met de opgelegde maatregelen. “Ik merk op dat heel wat mensen van meer dan 70 of 80 jaar de regels niet goed opvolgen. En daar maak ik me wel zorgen in, want zij vormen de grootste risicogroep. We hebben de oudste bevolking van Vlaanderen. Als we snel weer met elkaar samen willen leven, dan gaan we echt die richtlijnen moeten volgen.
Tweedeverblijvers
De burgemeester werkt momenteel samen met het schepencollege hoe ze de situatie zullen aanpakken eens de maatregelen versoepeld worden. “We zullen een heropbouwplan moeten maken en bekijken hoe we gefaseerd een aantal zaken gaan aanpakken. Een normale zomer, zoals we dat in Oostende gewoon zijn, zal het echter niet worden. Alles hangt uiteraard af van de aard en de snelheid van de afbouw. Voorlopig is daar echter nog geen sprake van. Volgens mij zitten we nu in de helft van de moeilijkste periode. Tweedeverblijvers kunnen momenteel niet komen, maar ze zullen en belangrijke rol spelen in de heropbouw van de stad. We moeten er trouwens rekening mee houden dat als buitenlandse reizen niet mogelijk zijn, dat veel mensen naar de kust zullen willen komen.”
De burgemeester kroop zondag voor het eerst terug op de fiets na zijn periode van quarantaine. “Op mijn eentje wel te verstaan. Ik fietste richting Veurne en kwam zo via Diksmuide terug. Ik heb er een fietstocht van om en bij de 70 kilometer opzitten. Ik kwam zelf de burgemeester van Nieuwpoort tegen op mijn route.” Tot slot richt de burgemeester zich tot de Oostendenaars: “Ik ben een trotse burgemeester. Ik denk dat 99 procent zich aan de opgelegde maatregelen houdt en daar ben ik blij om. De meesten tonen begrip en daar zijn ook de meeste tweedeverblijvers bij. Het is maar een kleine minderheid die zich niet aan de regels houdt. Ik wil de Oostendenaar dan ook danken voor de manier waarop ze omgaan met deze uitzonderlijke situatie. Probeer nog even vol te houden. We komen hier sterker uit, maar dat kunnen we alleen samen. Blijf die anderhalve meter afstand bewaren, blijf alle opgelegde regels volgen. Alleen zo krijgen we het virus klein en kunnen we binnenkort terug op een normale manier genieten van ons leven.”