Vlaamse vissers die ervoor kozen om vorig jaar tijdelijk niet uit te varen, konden rekenen op een stillegvergoeding. 42 vissers kregen de vergoeding effectief uitbetaald. Dat blijkt uit een parlementaire vraag van Vlaams Parlementslid Bart Tommelein (Open Vld) aan Vlaams minister van Visserij Hilde Crevits (CD&V). Tommelein: “In een normale periode gaat veertig procent van de gevangen vis naar markten en horeca, maar de visserijsector werd zwaar getroffen door de coronacrisis. Ook de visprijzen kelderden. De stillegvergoedingen hadden gelukkig wel een positief effect en deden de prijzen opnieuw stijgen.”
Het afgelopen jaar vielen de visprijzen sterk terug doordat horeca en markten tijdelijk sloten. De Vlaamse Regering voorzag daarom in een stillegvergoeding voor de Vlaamse vissers en dit voor de periode van 1 mei tot en met 31 augustus 2020. De sector maakte onderling afspraken om te verzekeren dat de opname van die stillegperiodes voldoende gespreid zou gebeuren.
Als antwoord op een vraag van parlementslid Bart Tommelein (Open Vld) aan minister van Visserij Hilde Crevits (CD&V) blijkt dat 42 dossiers werden goedgekeurd. Er werden in totaal 37 vergoedingen à rato van 2.250 euro per week uitbetaald aan vijftien vissersvaartuigen die behoren tot het klein vlootsegment. Daarnaast ging het om 68 vergoedingen à rato van 6.000 euro per week aan 27 vaartuigen behorende tot het groot vlootsegment.
Tommelein: “De coronacrisis trof zo goed als alle economische sectoren, maar een aantal kreeg te maken met een wel zeer scherpe terugval. Dat was ook het geval voor de Vlaamse visserijsector. Zij kregen een zware klap door de horeca die sloot en de markten die wegvielen. De steunmaatregelen, waaronder de stillegvergoeding, zijn voor onze visserijsector absoluut cruciaal. Het is positief dat heel wat vissers hier een beroep op deden.”