Horeca Vlaanderen | Bart Tommelein, staatssecretaris voor Bestrijding van de Sociale Fraude, zou zijn titel liever omdopen tot staatssecretaris voor Eerlijke Concurrentie. Hij noemt 2016 het Jaar van de Horeca. “Niet zozeer de witte kassa zal de horeca doen evolueren, wel de begeleidende maatregelen”. En die evolutie ziet Tommelein hoofdzakelijk positief tegemoet.
U heeft het kassadossier geërfd van uw voorgangers.
Bart Tommelein: “Er zijn verschillende ministers bevoegd voor de geregistreerde kassa binnen de regering, maar ik heb mijn schouders inderdaad mee onder het dossier gezet. Bij mijn aanstelling heb ik ingezien dat we snel een gedegen Horecaplan nodig hadden en ben ik rond de tafel gaan zitten met de betrokken partijen. Ik heb in 2015 het onderste uit de kan gehaald om ervoor te zorgen dat de compenserende maatregelen er waren vóór de invoering van de kassa. De mensen met een geregistreerde kassa moeten meer wapens hebben om de strijd te voeren tegen mensen die zich niet aan de regels houden. Zwartwerk helpt niemand vooruit. We moeten uit die vicieuze cirkel stappen en de oorzaken van het zwartwerk wegnemen. Als zwartwerker bouwt men geen sociale rechten of pensioen op. Voor de ondernemers is het ook een nadeel, want je kunt geen kredieten los krijgen bij de bank en bij het overlaten van de zaak worden alleen de officiële cijfers in rekening gebracht. Horeca-uitbaters geven ook aan dat niet zij het zwartwerk stimuleren, maar dat de werknemers soms vragende partij zijn. De zaken die hoofdzakelijk onofficieel werken, moeten eruit in het belang van de sector. Niet de witte kassa is daarvoor de oplossing, wel de maatregelen die in het verlengde van die witte kassa genomen worden. Je moet ervoor zorgen dat het niet meer de moeite waard is om in het zwart te werken. Witte kassa of geen witte kassa, niemand mag in het zwart werken.”
Wat zijn de belangrijkste compenserende maatregelen?
“Wat het meest in het oog springt, zijn de flexi-jobs. Dat mensen die willen bij verdienen, vlot kunnen bij verdienen is een totaal nieuw concept. Veel mensen die een ander hoofdberoep hebben, klussen bij in de horeca. Vroeger werd dat vaak niet officieel betaald. Als het officieel betaald werd, hielden de mensen er niet veel aan over en moest de werkgever extra betalen. Met dit systeem betaalt de werknemer geen belastingen en geen RSZ en wordt het niet bij zijn belastbaar inkomen gevoegd. De werkgever betaalt slechts 25% RSZ. Het is een win-winoperatie. Verder zijn er maatregelen uitgewerkt voor de gelegenheidsarbeid, die is van 100 naar 200 dagen gebracht tegen voordelige condities. In het horecaplan staat ook dat het werk van jobstudenten in de toekomst in uren in plaats van in dagen geteld zal worden.”
Aan die maatregelen hebben de vaste werknemers niet veel.
“Daar ben ik me volledig van bewust en daarom heb ik voor hen ook maatregelen uitgewerkt. Zo kan men 360 extra overuren presteren zonder extra belast te worden en zonder sociale bijdragen hoeven te betalen, bruto = netto. Een soort flexi-uren die gelijkaardig zijn aan de flexi-jobs. Vooral de pivotale vaste medewerkers, om wie alles draait, hebben die extra maatregelen nodig. Een chef kun je niet vervangen door een flexi-job of een jobstudent. De lage en middenlonen genieten ook het voordeel van de tax shift.”
Dat is in overleg met de horecafederaties gebeurd?
“We hebben inderdaad een zeer constructief overleg kunnen plegen met de horecafederaties. Ik begrijp zeer goed de verzuchtingen van de horecafederaties, maar ik moet als staatssecretaris voor Bestrijding van Sociale Fraude natuurlijk met meerdere sectoren rekening houden. De federaties blijven uiteraard ijveren voor nog meer maatregelen en ik vind ook dat we het eindpunt nog niet bereikt hebben. Er moeten nog meer maatregelen komen, maar we hebben toch al een flinke stap vooruit gezet. Laat ons eerst de huidige situatie evalueren.”
Hoe belangrijk is de horecasector voor onze nationale economie?
“Het is een sector die veel werk creëert en vaak voor kwetsbare groepen als laaggeschoolden, allochtonen, mensen met een beperking. Ik ben dan ook heel blij deel uit te maken van deze horecavriendelijke regering. 120.000 werknemers, dat is zeker zo belangrijk als Ford Genk. Het hele land reageert op die sluiting, maar als al die kleinere horecazaken in moeilijkheden komen, zit men ook in een crisissituatie. Je moet die sector koesteren, ook omdat die heel sociaal is. Bijvoorbeeld mensen met een lichte mentale beperking kunnen ook in deze sector aan de slag, niet omdat het goedkope arbeidskrachten zijn, maar omdat ze daar goed kunnen functioneren. Die drempel mag nog wat lager.”
Met het kassaverhaal voelt de horecasector zich geviseerd als zwartwerkers. Komt die kassa er ook voor slagers en bakkers?
“Daar zal je een aantal andere zaken zien ontwikkelen die ervoor zullen zorgen dat er niet meer in het zwart gewerkt kan worden. Cash betalen zal afnemen ten voordele van betalen met de kaart of de smartphone of zelfs vingerafdruk in de toekomst. Dan kan men de zaken traceren en is er geen zwart geld meer in omloop. Ook hier zou ik stellen: eerst de huidige situatie te evalueren vooraleer een stap verder te gaan. Het moet altijd gepaard gaan met de medewerking van de sector zelf.
Zijn de horecazaken voldoende geïnformeerd?
“Zowel wij als de horecafederaties hebben ons best gedaan, maar er is nog altijd een groot deel horecazaken niet voldoende geïnformeerd. Dat gaat niet zozeer om de leden van de horecafederaties en de mensen die professioneel bezig zijn met hun zaak, maar een grote groep wordt niet bereikt. Die zullen het ergens wel horen waaien hebben, maar dachten dat het niet voor hen gold. Bijvoorbeeld frituren en pitazaken denken nog vaak dat ze geen restaurant zijn en dus geen geregistreerde kassa nodig hebben.”
Als ze niet in orde zijn, kunnen ze dan sancties verwachten?
“Dat is de verantwoordelijkheid van de inspectie en justitie. Maar nu kunnen ze zich toch niet meer verschuilen achter het excuus dat ze niet op de hoogte waren. De regering heeft er alles aan gedaan om voldoende informatie te geven. De wet is duidelijk. Ik denk dat het van situatie tot situatie zal afhangen wat de sancties zullen zijn.”
Hoe ziet u de horecasector evolueren?
“Ik zie die positief evolueren dankzij de verwitting en de maatregelen die genomen zijn. Niet de witte kassa zal het verschil maken, wel de maatregelen. Zwartwerk mag niet meer tot de nationale cultuur behoren. De horeca staat voor een heel belangrijk jaar. Veranderen is moeilijk en vraagt de nodige inspanningen. Een aantal horecazaken zal het niet kunnen waarmaken, maar dat zijn dan zaken die economisch onrendabel zijn. Als je enkel je zaak kunt open houden, als je alle fiscale en sociale bijdragen ontwijkt, heb je geen recht van bestaan. De cowboys gaan eruit. Die vormen oneerlijke concurrentie voor horecazaken die het wel volgens het boekje doen. Ik ben er wel van overtuigd dat de diversiteit binnen de sector bewaard blijft.”
Denkt u dat de prijzen zullen stijgen?
“Ik denk het niet. Er zal een correcte prijs gevraagd worden voor de reële kostprijs en nu was het heel moeilijk om de reële kostprijs te berekenen met een parallelle witte en zwarte boekhouding.”
U bent van de kust. Heeft u ervaring in de horeca als jobstudent?
Ik ben vanaf mijn 15 jaar jobstudent geweest in de horeca en mijn kinderen zijn nu op hun beurt jobstudent in de sector. Een enorm leuke sector om in te werken. Hard werk, maar met veel voldoening.”