De toekomst van de windmolencapaciteit op het Belgisch deel van de Noordzee is absoluut duidelijk. Zo reageert Staatssecretaris Bart Tommelein (Open Vld), bevoegd voor het energiebeleid op de Noordzee, op de cijfers van de Organisatie Duurzame Energie (ODE). Tommelein: “We streven de komende jaren naar een verdubbeling van de windenergiecapaciteit op de Noordzee. Met drie windturbineparken behoort België vandaag wereldwijd tot de koplopers voor offshore windenergie. Met de bouw van de vijf nog geplande windparken zal de sector komende jaren één van de sterkst groeiende sectoren worden voor de Belgische economie.”
Het is voor vele Belgen een nobele onbekende: de windenergie op de Noordzee. In tegenstelling tot wat velen denken zijn er op vandaag reeds 182 windmolens operationeel op de Noordzee. Dat is de capaciteit van een kleine kerncentrale (712MW) of de bevoorrading van 600.000 gezinnen. Deze legislatuur wil Staatssecretaris Bart Tommelein de capaciteit verdubbelen.
Tommelein: “We streven komende jaren naar een finalisatie van vijf nieuwe windmolenparken op zee. In totaal zullen de acht parken een capaciteit van 2.200 MW leveren, het equivalent van twee kerncentrales. De Noordzee levert op die manier maar liefst 10% van de totale elektriciteitsbehoefte van België. De realisatie is dus niet alleen belangrijk in het kader van onze Europese verplichtingen, maar ook om onze bevoorrading te verzekeren en een black-out te vermijden. Ook onze tewerkstelling heeft baat bij de offshore sector. De realisatie creëert 20.000 nieuwe arbeidsplaatsen tijdens de ontwikkelings- en bouwfase en 800 nieuwe, permanente jobs tijdens de exploitatiefase.”
Staatssecretaris Bart Tommelein heeft met zowel de windmolensector als met federale regulator CREG reeds overleg gepleegd omtrent de financiering. “Op dit moment is er reeds sprake van gereduceerde groenestroomcertificaten, die bovendien afhankelijk zijn gemaakt van de elektriciteitsprijs. Hierover maakt de CREG jaarlijks verslag op over de doeltreffendheid. Op basis van deze evaluatie wil ik er blijven over waken en waar nodig het initiatief nemen om ervoor te zorgen dat van oversubsidiëring absoluut geen sprake kan zijn.”
En er staan nog meer uitdagingen te wachten voor het windmolenverhaal op de Belgische Noordzee. “In het Marien Ruimtelijk Plan (MRP) hebben we twee zones voorzien om een wereldprimeur te realiseren: een energie-atol. Het atol kan een overschot aan energie tijdelijk opslaan en vervolgens inzetten wanneer de vraag groot is. Zo is het geplande atol goed voor 550 MW en dit gedurende vier uur. Zo kunnen we de energieproductie op de Noordzee nog verder optimaliseren en hebben we een belangrijke installatie tijdens piekmomenten”, besluit Bart Tommelein.