1 op 3 betrapt bij controles sociale fraude

Posted on Posted in Viceminister-president en Vlaams minister 2016 - 2018

BouwDe inspectiediensten hebben vorig jaar 15.000 gerichte controles uitgevoerd naar sociale fraude in diverse sectoren. Bij 5.568 ervan, meer dan een derde, werden inbreuken vastgesteld. Die cijfers maakte staatssecretaris voor Bestrijding van de sociale fraude Bart Tommelein bekend in een interview in De Zondag.

Herlees hieronder het interview door Paul Cobbaert.

Staatssecretaris voor Bart Tommelein duidt hiermee de grote problemen waar vooral de bouwsector mee kampt. Van de 15.000 controles waren er 1.658 specifiek gericht op sociale dumping, voornamelijk in de bouw.

“Maar liefst 60 procent van de zelfstandigen en 64 procent van de gedetacheerde werknemers (werknemers die tijdelijk in een andere EU-lidstaat tewerkgesteld worden, red.) liepen tegen de lamp”, aldus Tommelein. De staatssecretaris benadrukt wel dat de controles heel gericht uitgevoerd werden, volgens zogenaamde dataminingstechnieken. Dat betekent dat de targets zorgvuldig uitgekozen werden en dat bonafide ondernemingen en burgers met rust gelaten werden.

Tommelein ziet het grootste probleem in het massale misbruik van de Europese detacheringsrichtlijn. “Ik wil dat aanpakken, maar dat kan ik vandaag niet.” Tommelein wil Europa ervan overtuigen meer bevoegdheden te geven aan de lidstaten om te controleren op sociale fraude. Hij wil ook dat de detacheringsduur in de bouw verkort wordt. Die ligt nu op twee jaar.

“Gekibbel moet stoppen”

Zijn bevoegdheden mogen dan niet de zwaarste zijn, staatssecretaris Bart Tommelein (Open VLD) is niet van plan zomaar wat aan te modderen. Facebook heeft het al geweten. De volgende in de rij: de malafide ondernemers in de bouw. Voor zijn kibbelende coalitiepartners CD&V en N-VA heeft de 52-jarige West-Vlaming een duidelijke boodschap. “Dat kan zo niet blijven duren.”

Aanvankelijk werd wat smalend gedaan over uw bevoegdhedenpakket, Sociale Fraudebestrijding, Privacy en de Noordzee, maar u hebt snel duidelijk gemaakt dat u meer wil zijn dan opvulling. Nu bent u zelfs de man die Facebook op de knieën krijgt.

(lacht) Je kan ofwel je bevoegdheden al kabbelend uitoefenen, ofwel het heft in handen nemen. Ik heb voor het tweede gekozen. Soms moet het toeval wel wat mee zitten, dat geef ik toe. Toen ik Facebook wou aanpakken omdat het onze privacyregels niet naleeft, dacht iedereen: wat gaat die kleine staatssecretaris van dat kleine landje nu doen tegen zo een grote multinational. Tot mijn woordvoerder mij plots, ook tot mijn verbazing, liet weten dat Facebook een gesprek wilde. Zij moeten ingezien hebben dat het ons menens was en dat wij ons ook op Europees niveau aan het organiseren waren. Had niemand zijn nek uitgestoken, dan zouden zij altijd maar verder de grenzen afgetast hebben.

Waarom wou uw partij Privacy absoluut als aparte bevoegdheid? Dat is uniek in Europa.

Dat is zelfs uniek wereldwijd. Onze privacy staat onder druk. Iemand moet daarover waken. Wij willen die rol opnemen. Privacy is namelijk te belangrijk: dat gaat over de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Wij willen vermijden dat gegevens in verkeerde handen vallen en misbruikt worden. Dat gaat veel breder dan sociale media zoals Facebook. Als bijvoorbeeld collega Jan Jambon (N-VA-minister van Binnenlandse Zaken, red.) passagiersgegevens van vliegtuigen wil aanleggen in kader van de strijd tegen terrorisme, dan is het aan mij om op de rem te staan opdat onze privacy niet in gevaar zou komen.

Was het voor u nu of nooit om in een regering te zitten?

Dat denk ik wel. Het deed me wel iets toen mijn voorzitter mij opbelde en zei dat ik best een nieuw kostuum kon kopen omdat ik twee dagen later op het Paleis verwacht werd voor de eedaflegging. Al had ik me eerder in de Vlaamse regering gezien, daar ben ik eerlijk in. Ik was ontgoocheld toen bleek dat ik geen Vlaams minister zou worden. Maar ik kan snel recupereren. Dat is zo op de fiets, ik ben wielertoerist, en dat is zo in de politiek. Ik ben gelukkig nu. Dit is ook een beloning voor de mensen rondom mij.

Hoe bent u in de politiek gerold?

Ik ben opgegroeid in een Vlaamsgezind nest, mijn vader was gemeenteraadslid in Oostende voor de Volksunie. Toen hij halfweg de jaren tachtig een hartaanval kreeg, werd ik gevraagd om op de lijst te staan. Al voelde ik me vooral aangetrokken tot de ongebonden manier van politiek doen, niet zozeer tot het Vlaams-nationalisme. Ik behoorde tot de sociaal-liberale vleugel van de partij. Ik ben in niets extreem, behalve in de vrijheidsgedachte, mensen moeten zelf keuzes kunnen maken. In 1990 heb ik de politiek geruild voor een carrière in de banksector. Definitief, dacht ik toen. Ik voelde dat de Volksunie zou breken onder de interne spanningen. Maar ik zal mijn achtergrond nooit verloochenen.

Een kleine tien jaar later keerde u terug naar de politiek, weliswaar naar een andere partij, de VLD.

Ik had aanbiedingen van elke partij op zak, maar alleen de VLD kon me overtuigen. Ik stemde al liberaal toen. Het was een emotionele beslissing om het bankleven vaarwel te zeggen, maar ik wou iets anders in mijn leven. In 2003 zat ik voor het eerst in het parlement. Uiteindelijk ben ik als enige Belg ooit fractieleider geweest in Kamer, Senaat én Vlaams parlement.

Deze week is Batibouw van start gegaan, ietwat in mineur. De bouwsector kreunt onder de vele faillissementen. Tegen 2019 dreigen 40.000 banen verloren te gaan. Wat ziet u als het grootste probleem?

Er zijn verschillende problemen, maar ik denk dat sociale dumping het grootste is. Vorig jaar hebben wij 15.000 gerichte controles uitgevoerd op sociale fraude algemeen. Bij meer dan een derde hebben we inbreuken vastgesteld. Van die 15.000 waren er een grote 1.600 controles specifiek gericht op sociale dumping. Maar liefst 60 procent van de zelfstandigen en 64 procent van de gedetacheerde werknemers (werknemers die tijdelijk in een andere EU-lidstaat tewerk gesteld worden, red.) liepen tegen de lamp. Dat is heel veel.

Sociale dumping gaat, eenvoudig uitgedrukt, over de Poolse of Roemeense bouwvakker die hier fel onder de prijs komt werken, wat leidt tot oneerlijke concurrentie.

Volgens het Europese vrij verkeer van diensten mogen alle EU-burgers hier komen werken. Er is een Europese detacheringsrichtlijn dat het kader voor tijdelijke tewerkstelling bepaalt: je moet de arbeidsvoorwaarden en de lonen van het werkland respecteren, de sociale bijdragen moeten betaald worden in het land van herkomst. Het probleem is het massale misbruik hiervan, zoals schijnzelfstandigheid en postbusbedrijven (bedrijf dat zich om fiscale redenen in een land vestigt, maar er niet actief is, red.). Of vaak worden er niet eens sociale bijdragen betaald in het land van herkomst. Dat leidt tot oneerlijke concurrentie. En in het extreme geval zelfs tot mensenhandel.

Wat kan u doen als staatssecretaris voor Sociale Fraudebestrijding?

Ik wil het misbruik aanpakken, maar dat kan ik vandaag niet. Ik heb onvoldoende bevoegdheden. Ik kan bijvoorbeeld niet controleren of de sociale bijdragen wel degelijk betaald worden in landen zoals Bulgarije en Roemenië. De sociale zekerheidsdiensten daar willen niet meewerken. Dat moet veranderen. Ik wil nu eerst samenwerkingsakkoorden sluiten met Nederland en Luxemburg en vervolgens met Frankrijk en Duitsland. Als dat lukt, moeten we Europa kunnen overtuigen verdere stappen te zetten. Ik pleit ervoor dat het werkland de sociale bijdragen int en vervolgens doorstort naar het land van herkomst. Zo ben je zeker dat de bijdragen betaald worden. Ik wil ook dat Europa voor de bouwsector een uitzondering maakt op de normale detacheringsduur van twee jaar. Dat moet korter. Het werk op een bouwwerf duurt geen twee jaar.

Kijkt u alleen naar Europa voor een oplossing?

Nee, ik ga ook in België maatregelen nemen om sociale fraude tegen te gaan: een centraal aanspreekpunt, de invoering van verplichte werfregistratie, betere controles op bouwmaterialen, enzovoort.

De bouwsector vraagt om fiscale maatregelen. Ze is ontgoocheld dat de groots aangekondigde lastenverlagingen van de regering amper een impact van 1 procent hebben. Waarom doet u niet meer voor deze sector in moeilijkheden?

Er is nu geen ruimte voor extra lastenverlagingen. We hebben al een begrotingstekort van meer dan 3 procent. Dat kan wel besproken worden binnen het bredere debat over de taks shift.

De sector vraagt een verlaging van de btw op nieuwbouw naar 12 procent. Kan u hen volgen?

Dat is een bevoegdheid van mijn collega Johan Van Overtveldt (N-VA-minister van Financiën, red.).
Ik ga alleen uitspraken doen over mijn bevoegdheden. Mochten al mijn collega’s dat doen, dan zou er veel minder gekibbel zijn.

Hoe voelt u zich trouwens in dat kibbelkabinet, zoals de regering intussen genoemd wordt?

(lacht) Goed. Het gekibbel is groter in de media dan binnenskamers. (serieus) Mijn partij vindt dat wel zeer vervelend. Dat kan zo niet blijven duren. De voormalige kartelpartners (CD&V en N-VA, red.) moeten dat goed beseffen. Men moet ophouden met elkaar vliegen af te vangen en in het openbaar de sterkste of de stoerste te willen zijn. Men moet zich een klein beetje gedisciplineerder opstellen. De burger heeft geen boodschap aan al dat gekibbel. Dit is de coalitie die de Vlaming wou. Wij moeten nu eendrachtig samenwerken en dat inhoudelijk ook waarmaken.

Luistert het probleem niet naar de naam van Kris Peeters (CD&V), de eigengereide vicepremier die wat gefrustreerd lijkt omdat hij geen premier is geworden?

Dat moet u hem voorleggen. Hij is de enige die kan antwoorden op de vraag of hij gelukkig is.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.