Als de regering niet genoeg luistert naar de sociale partners, dan staat het hele land op zijn kop. Als een minister luistert naar werkgevers, dan kan het niet anders dan dat zijn voorstellen ‘door lobbyisten zelf’ geschreven zijn. Luister ik naar bedrijven? Uiteraard. Ik wil niet vanuit een ivoren toren beslissen over privacywetten die invloed hebben op het dagelijks leven van ons allemaal. Maar ik luister niet alleen naar werkgevers. 28 januari startte ik een Privacy Platform op. Daarin zijn naast werkgeversorganisaties (VBO, Unizo, Agoria,…) ook consumentenorganisaties, de Liga van de Mensenrechten en de privacycommissie vertegenwoordigd. Ik luister naar de mensen op het terrein, naar specialisten die het best weten wat een aanpassing van de privacywet in de praktijk betekent.
Privacy is lang niet alleen een zaak van de privésector. Onze overheid maakt gretig gebruik van persoonsgegevens en beschikt over heel wat databases. Via het e-health platform kan een ziekenhuis je medische gegevens opvragen bij je huisarts. Dankzij de Kruispuntbank Sociale Zekerheid ontvangen we snel en zonder al te veel moeite de juiste uitkering bij ziekte of werkloosheid. De elektronische identiteitskaart en het rijksregisternummer zorgen mee voor een goede publieke dienstverlening en administratieve vereenvoudiging. Ons land is een voortrekker op vlak van e-government, datamatching, enzovoort. Die rol moeten we kunnen blijven spelen. De Europese verordening privacy mag dat niet verhinderen, mag ons niet terug in de tijd katapulteren.
Privacy is geen zwart-wit verhaal. Er bestaat geen keuze tussen wel of geenprivacy. Anders waren de onderhandelingen over de Europese verordening al lang klaar. Privacy staat altijd in verhouding tot andere rechten en plichten, ligt altijd in een weegschaal met andere belangen. Hoeveel van onze privacy zijn we bereid op te offeren voor onze veiligheid? Denk aan de uitwisseling van passagiersgegevens van vluchten. Badgesystemen. Cameratoezicht. Ze verhogen onze veiligheid. Maar hoe ver gaan we? Mag iedereen gefilmd worden? Hoe lang worden al die gegevens bijgehouden? Wie mag ze bekijken? En vooral, hoe worden ze beveiligd?
Het blijft een moeilijke evenwichtsoefening. Hoe kunnen we tegelijkertijd de privacy van het individu beschermen en ervoor zorgen dat we de deur niet sluiten voor innovatie? Een drone die beelden maakt van een wielerwedstrijd vinden we fantastisch. Maar we vinden het toch wat griezelig als hij boven ons eigen huis vliegt. We houden van social media, maar we zijn bezorgd over wie die foto’s kan zien of gebruiken. We stellen ons heel terecht vragen bij al die nieuwe evoluties en technologieën. Maar we mogen ons niet laten leiden door angst. We mogen niet bang zijn voor de toekomst.
De Europese privacywetgeving uit 1995 is niet meer up-to-date. Maar ook nieuwe privacywetgeving zal nooit perfect zijn. Zet tien mensen rond een tafel en ze hebben elk een verschillende definitie van privacy. Toch mogen we niet langer treuzelen. We moeten vooruit. We hebben nood aan een Europees kader. Zo snel mogelijk. Want de wereld stopt niet met draaien terwijl wij onderhandelen.
En als we dat ongelooflijk moeilijk te vinden evenwicht dan toch bereiken, moeten we ons ervan bewust zijn dat het hoogstens tijdelijk is. Moeten we aandachtig blijven. Privacy staat nooit op zichzelf. Je kan dan ook niet ‘morrelen’ aan privacy. Je kan hoogstens balanceren tussen privacy en een ander belang. Dus dat doe ik ook. Voorzichtig. Aandachtig. Maar zonder angst. Innovatie is niet iets om bang voor te zijn. De toekomst, is iets om naar uit te kijken.
One thought on “Niet beslissen vanuit ivoren toren”
Volledig akkoord!